Nederland sluit zich aan bij een rijtje landen dat sancties wil opleggen aan twee extreem-rechtse ministers uit het Israëlische oorlogskabinet. Eerder hebben het Verenigd Koninkrijk, Australië, Canada, Noorwegen en Nieuw-Zeeland sancties getroffen tegen de Israëlische ministers Ben-Gvir en Bezalel Smotrich. Binnen de Europesie Unie maakte Zweden al aanstalten om de landen te volgen; Nederland steunt nu die Zweedse inzet, zo heeft demissionair minister Caspar Veldkamp (Buitenlandse Zaken, NSC) woensdag laten weten in een Kamerbrief.
De Israëlische ministers kunnen door de opgelegde sancties niet langer naar het VK, Australië, Canada, Noorwegen en Nieuw-Zeeland reizen. Ook hun banktegoeden zijn in deze landen bevroren. De sancties zijn door bovengenoemde landen opgelegd omdat ze Gvir (veiligheidsminister) en Smotrich (minister van Financiën) beschuldigen van mensenrechtenschendingen op de door Israël bezette Westelijke Jordaanoever. Daarnaast zijn ze volgens de landen schuldig aan het aanzetten tot „extremistisch geweld”.
Zweden heeft een hoge vertegenwoordiger binnen de EU laten onderzoeken of de sancties ook in Europees verband mogelijk zijn. Veldkamp steunt dat initiatief, omdat „de ministers geweld door Joodse kolonisten tegen de Palestijnse bevolking hebben aangewakkerd”.
Daarnaast bepleit het Israëlische duo „voortdurend de uitbreiding van illegale nederzettingen” op de bezette Westelijke Jordaanoever. Ook hebben Smotrich en Gvir opgeroepen tot etnische zuivering van de Gazastrook, schrijft Veldkamp in de Kamerbrief. Woensdagavond debatteert de Kamer met demissionair premier Dick Schoof in aanloop naar een Europese top eind juni, waar de sancties ook ter sprake zullen komen.
Lees ook
Geduld kabinet raakt op: EU moet onderzoeken of Israël te ver gaat in Gaza
Schending humanitair recht
Door het onderzoek naar Europese sancties te steunen, reageert het demissionaire kabinet op een aantal moties vanuit de oppositie om de diplomatieke druk richting Israël op te voeren. Hoewel Veldkamp woensdag met het steunen van het onderzoek een relatief kleine stap zet, toont hij daarmee wel opnieuw dat de Nederlandse opstelling richting Israël langzaam verschuift.
Vorige maand nam Nederland het initiatief in Brussel om te pleiten voor een onderzoek naar mogelijke Israëlische schending van de voorwaarden van het associatieverdrag met de EU. Volgens Veldkamp is al sprake van zo’n schending. Doordat het land de grens naar Gaza opnieuw heeft afgesloten, waardoor de Palestijnse bevolking verstoken blijft van voedsel, brandstof en medicijnen, negeert Israël het humanitaire recht. Niet eerder nam Nederland zo duidelijk stelling tegen Israël – en dat terwijl de meest Israëlgezinde partij van het kabinet, de PVV, toen nog deelnam aan de coalitie.
In de brief schrijft Veldkamp woensdag dat Nederland Israël zal blijven oproepen om „onmiddellijk, onvoorwaardelijk en ongehinderd humanitaire hulp toe te laten tot de gehele Gazastrook”. Hij uit eveneens kritiek op de controversiële Gaza Humanitarian Foundation, een Israëlisch-Amerikaanse onderneming die een chaotische en daardoor een zeer dodelijke voedselhulpdistributie heeft gefaciliteerd. Volgens de minister moet de noodhulpverdeling in Gaza voortaan via de Verenigde Naties en het Rode Kruis lopen.
Afgelopen zondag demonstreerden, volgens de organisatoren, nog ruim 150.000 Nederlanders in Den Haag tegen het kabinetsbeleid omtrent Gaza. Met het Rode Lijn-protest willen zij dat „de Nederlandse medeplichtigheid aan Israëls oorlogsmisdaden stopt”.
Lees ook
Aantallen, daar draait het om op de tweede Rode Lijn-demonstratie. ‘Dan kan de regering niet denken: dat zijn allemaal verwarde lui’
