N.B. Het kan zijn dat elementen ontbreken aan deze printversie.
Interview
Madeleen Helmer | Klimaatverbond Nederland Het Nederlandse klimaatbeleid is te zeer toegespitst op de lange baan en crisismanagement wordt niet serieus genomen. „Je kan wel bomen planten tegen de hitte: je hebt óók een crisisplan nodig.”
Ze pleit voor een klimaatbeleid dat meer rekening houdt met de acute gevolgen van klimaatverandering. Zoals hitte. Madeleen Helmer: „Er zijn veel scenario’s gemaakt met aandacht voor gemiddelde veranderingen, zoals temperatuur- en zeespiegelstijging. Maar er is nog een ander verhaal; de risico’s van extreem weer en de gevolgen daarvan voor vooral de armste mensen.”
Madeleen Helmer (65) is projectleider klimaatadaptatie bij Klimaatverbond Nederland, een vereniging van gemeenten, provincies en waterschappen, en daarvóór oprichter en directeur van het internationale klimaatcentrum van het Rode Kruis. Ze kijkt uit naar de nieuwe klimaatscenario’s die het KNMI maandag presenteert, een soort doorrekening van mondiale rapporten voor Nederland, en waarin naar ze hoopt niet alleen wordt gekeken naar de grote lijn, maar vooral ook naar extreem weer, zoals zomerdroogte de afgelopen jaren, verwoestende hagelstormen, zeven jaar geleden in Brabant, en overstromingen na overvloedige regenval, twee jaar geleden in Limburg.
Daar is te weinig aandacht voor?
„Dat heeft met de geschiedenis te maken. De eerste klimaatscenario’s van meer dan dertig jaar geleden hadden vooral tot doel om verdere klimaatverandering te voorkomen door het terugbrengen van de uitstoot van broeikasgassen. Mitigatie. Pas later kwam het besef dat we ons ook zouden moeten aanpassen aan de klimaatverandering die niet meer te voorkomen is. Adaptatie. Ik ben benieuwd of er na deze zomer van extremen meer aandacht zal komen voor extreem weer, zoals ongekende hitte en voor de voorbereiding daarop.”
Wat doet Nederland verkeerd?
„We hebben in Nederland geen idee van wat bijvoorbeeld hitte kan doen. We registreren onvoldoende, we weten niet precies hoeveel mensen door hitte sterven. De gevolgen van extreem weer zijn onvoldoende meegenomen in de strategieën voor adaptatie aan klimaatverandering. Vrijwel geen gemeente heeft de voorbereiding op extreem weer meegenomen in het lokale klimaatadaptatieplan. Wat ik bedoel is: je kunt wel bomen planten in steden om de hitte tegen te gaan, maar je hebt óók een crisisplan nodig voor de kwetsbaarste mensen als het eenmaal heel heet is. Of neem de overstromingen in Limburg. De afhandeling van de enorme schade na de ongekende regenval is daar één bak ellende geworden.”
De overstromingen waren geheel onverwacht en werden tot ramp verklaard. Wat wil je nog meer?
„Allereerst dat zo’n ongekende gebeurtenis in de toekomst dus niet meer geheel onverwacht zal zijn omdat deze en andere mogelijkheden op extreem weer beter in beeld komen. Er was nu bijvoorbeeld geen plan voor een goede en rechtvaardige afwikkeling van de schade. Dus aanpassing aan klimaatverandering bestaat niet alleen uit het treffen van fysieke maatregelen, maar ook uit het doordenken van financiële consequenties. Als een overheid dat niet doet, schaadt dat de relatie tussen overheid en samenleving.”
Dus wat te doen?
„We moeten weten wat de veiligheidsrisico’s zijn van klimaatverandering. Daar moeten wat mij betreft de burgemeesters, als voorzitters van de veiligheidsregio’s, de lead in nemen. Klimaatverandering is veel te belangrijk om daar alleen de wethouder klimaatadaptatie verantwoordelijk voor te maken. Het is chefsache.”
Wat zou dat veiligheidsbeleid moeten inhouden?
„Niet alleen fysieke maatregelen om de gevolgen van hitte of overstromingen te voorkomen, maar ook het regelen van opvang van slachtoffers, mentale ondersteuning, afspreken wie wat precies moet doen, bijvoorbeeld bij een black-out van de energievoorziening. De bestaande adaptatiestructuren daarvoor zijn niet sterk genoeg. Burgemeesters moeten weten wat ze kunnen verwachten en wat ze kunnen doen om de hulpverlening en noodmaatregelen te versterken.”
Maar er zijn toch al gemeenten met een hitteplan?
„Er is een nationaal hitteplan en er zijn inmiddels vijftig gemeenten met een lokaal hitteplan. Dat is ongeveer 15 procent van het totaal. Dat is niet veel. Bovendien zijn die plannen onvoldoende bij extreme hitte. Ze zijn niet bedoeld voor code oranje of code rood. We hebben in Nederland, anders dan bijvoorbeeld in Frankrijk, geen scenario voor code rood. Het houdt op bij code oranje, als het één dag warmer is dan 38 graden. We hebben in Nederland geen plan voor als het 42 graden wordt. Dat vind ik schokkend. Bij code geel en oranje heb je het vooral over gedrag, zoals veel koelen en drinken en voor elkaar zorgen. Bij code rood heb je het over evacuaties van mensen die kwetsbaar zijn en van wie de woning te heet is. Welke mensen zijn dat? Waar kunnen ze terecht? In Frankrijk worden verpleeghuizen opengesteld voor alle kwetsbare wijkbewoners. In Nederland weten we dat allemaal nog niet.”
Algemene klimaatstrategieën worden belangrijker gevonden?
„Vijf jaar geleden tekenden allerlei overheden samen met de waterschappen het Bestuursakkoord Klimaatadaptatie. Als je dat akkoord leest, gaat het eigenlijk alleen over water en ruimtelijke adaptatie. Het is alsof je een verdrag over mensenrechten maakt dat alleen voor mannen geldt. Dat komt doordat onze watersector in Nederland zo goed en dominant is, dat de aandacht voor andere risico’s is scheefgegroeid. Bij het komende Deltacongres is er nauwelijks aandacht voor hitte en andere weersextremen. Pas aan het einde van die klimaatadaptatieaanpak komt crisismanagement in beeld, voor als het allemaal niet goed werkt. Ik denk liever andersom. Neem het crisismanagement serieus, want het effect van veel van die ruimtelijke maatregelen laat nog op zich wachten. Pas over twintig jaar geeft een boom die je plant genoeg schaduw. En volgend jaar zijn ook nog niet alle doorzonwoningen voorzien van voldoende zonwering. Maar de kans op een grote hittegolf is er komende zomer al wel.”
Wat is uw ideale aanpak?
„Wij pleiten bijvoorbeeld voor hitteregisseurs op lokaal niveau. Die moeten het gehele palet van hitterisico’s kunnen overzien. Zij kunnen met woningcorporaties praten, bijvoorbeeld of het bij het isoleren van woningen niet ook verstandig is om meteen zonwering aan te brengen. Ze moeten de armste wijken goed kennen, weten wie daar wonen. De armste wijken zijn de warmste wijken. Eenzame mensen zonder airco lopen grotere risico’s. Hitteregisseurs kunnen gaan praten met mensen in de ouderenzorg, met GGD’s en huisartsen, met festivals en evenementen. Ze moeten aan verschillende touwtjes kunnen trekken.”
Lees ook deze analyse: Extreem weer leidt lang niet overal tot debat over klimaatverandering