Nederland importeerde vorig jaar voor het eerst sinds 2016 minder uit China

Nederland importeerde vorig jaar voor het eerst in zeven jaar minder goederen uit China dan het jaar ervoor. Consumenten lieten Chinese computers, laptops en tablets vaker links liggen en kochten in plaats daarvan vaker elektronica uit Taiwan. De Nederlandse export naar China is juist gestegen, meldt het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) donderdag.

In totaal importeerde Nederland in 2023 voor ruim 104 miljard euro aan Chinese goederen. Twee jaar geleden was dat bedrag bijna 21 miljard euro hoger. Ongeveer de helft van de importwaarde wordt besteed aan consumentenelektronica — maar ook Chinese chips, halfgeleiderelementen en zonnepanelen zijn in trek.

De daling ligt volgens het CBS in lijn met de algehele krimp van de Chinese export (en import). Consumenten over de hele wereld hebben door de hoge inflatie minder interesse in Chinese goederen.

Taiwan profiteert

Ook verhoudingsgewijs kocht Nederland in 2023 minder spullen uit China. In 2022 kwam nog bijna 57 procent van de geïmporteerde computers, laptops en tablets uit China, vorig jaar was dat nog maar ruim 43 procent. Taiwan wist flink van die omwenteling te profiteren: de invoerwaarde van Taiwanese goederen verdrievoudigde in een jaar naar 6,7 miljard euro.

Omdat de export naar China vorig jaar juist met een vijfde toenam, werd de handelsbalans (de waarde van export min de waarde van de import) met China een stuk minder negatief. China kocht meer machines en toestellen, geneesmiddelen en medicinale en farmaceutische producten uit Nederland. Al met al blijft de Nederlandse handelsbalans met China bijna 82 miljard euro in het rood staan.