Nederland geldt niet altijd meer als gidsland voor Vlaanderen – integendeel

Samenwerking Tijdens een Nederlands-Vlaamse regeringstop is de band ‘familiair’, maar blijken er inhoudelijk veel verschillen. Neem de stikstofcrisis, die van gelijkaardige ernst is aan weerszijden van de grens, maar die totaal anders wordt aangepakt.

De premiers Jan Jambon en Mark Rutte tijdens de Nederlands-Vlaamse regeringstop in Den Bosch.
De premiers Jan Jambon en Mark Rutte tijdens de Nederlands-Vlaamse regeringstop in Den Bosch.

Foto Koen van Weel / ANP

Ze willen eerst maar eens duidelijk hebben gemaakt hoe goed het tussen hen klikt. Dat was zo vanaf het eerste moment dat ze elkaar leerden kennen. Het moet rond 2006 zijn geweest. „Ik zat toen nog met de VVD in de oppositie”, zegt premier Mark Rutte (VVD) in een vergaderzaaltje van het Noordbrabants Museum in Den Bosch, decor van de zesde Nederlands-Vlaamse top, waar twintig bewindslieden met elkaar in overleg gaan. Hij buigt zich naar zijn Vlaamse evenknie Jan Jambon (N-VA). „En jij was burgemeester van Brasschaat. Soms kom je iemand tegen en dan weet je; dit is leuk, die ga ik vaker zien. En dat gebeurde ook. En nu zijn we directe collega’s.” Jambon haakt daarop in: „Mark was het eerste buitenlandse staatshoofd dat ik ben gaan bezoeken, nog geen veertig dagen nadat ik de eed had afgelegd.”

De toon voor een gemoedelijk gesprek met twee bevriende premiers is gezet. Premiers die elkaar om de haverklap schijnen op te bellen, bij wrevel maar ook voor goed overleg. Omdat ze elkaars taal spreken, omdat Ruttes joviale doen en laten volgens ingewijden „Vlaamse trekjes” vertoont. En natuurlijk omdat ze met nogal wat grote thema’s „gezamenlijk moeten optrekken”. We zijn buren, vrienden, zegt Rutte. „En misschien gaat die band nog wel verder: er is een familiaire band ontstaan tussen ons. Het enige wat nog ontbreekt zijn de ruzies.” Jambon: „Houden zo.”

En toch, wie dieper met de heren op thema’s ingaat, stuit juist op nogal wat verschillen. Neem de stikstofcrisis, die van gelijkaardige ernst is aan weerszijden van de grens, maar die totaal anders wordt aangepakt. Nergens in Europa wordt in zo’n klein en dichtbevolkt gebied zo veel stikstof uitgestoten. Boeren hebben daarin het grootste aandeel. In Vlaanderen wil men het niet zo ver laten komen dat er een algehele vergunningstop voor de bouw en boerenbedrijven dreigt. We willen geen Nederlandse toestanden, zeggen Vlaamse politici vaak. „We leren van elkaar”, zegt Rutte, die niet kan of wil preciseren wát dan. „Maar er zijn ook grote verschillen.”


Lees ook dit interview: Vlaamse stikstofminister Demir: ‘Ik hou de Vlaamse boer niet langer aan het lijntje’

In Vlaanderen werd een lijst met 58 ‘rode bedrijven’ gepubliceerd, de zogenaamde piekbelasters, die al in 2025 hun deuren moeten sluiten. Op die plannen kwamen de afgelopen maanden twintigduizend bezwaarschriften binnen. „We kijken momenteel naar hoe we die bezwaren juridisch kunnen weerleggen”, zegt Jambon. Zijn regering stelde 3,6 miljard euro beschikbaar om boeren mee uit te kopen. Er zijn al rechtszaken tegen het Vlaamse beleid aangekondigd.

Nederland, dat ervoor koos om provincies verantwoordelijk te maken voor de stikstofreductie, heeft tot 2035 liefst 24,3 miljard euro uitgetrokken voor het stikstofdossier. Toch braken hier afgelopen zomer ontwrichtende boerenprotesten uit. En bleven die in Vlaanderen uit. „Die waren er bij ons ook wel”, sust Jambon. „Maar niet zo, hoe zal ik dit zeggen, gewelddadig…” Rutte breekt in. „Bij ons was het heel heftig, ja. Dat komt door de Nederlandse situatie, de kloof tussen stad en platteland. Het platteland heeft het gevoel niet helemaal mee te tellen. Hoe kijkt de stad naar ons? Die tegenstelling is er voor mij niet; je hebt elkaar nodig. Maar het werd wel zichtbaar, in die protesten. Waarom? Aan die analyse waag ik me niet.” Jambon wil nog zeggen dat hij „heel erg blij is” met de boeren. „Het zou dom zijn om beleidsmatig vijandigheid naar hen te tonen.”

Drugsoorlog

Nederland geldt op nog meer terreinen niet langer als gidsland voor Vlaanderen, integendeel. De Antwerpse burgemeester Bart De Wever, partijgenoot van Jan Jambon, roept niet zelden te vrezen net als Nederland „een narcostaat” te worden, na de moorden op journalist Peter R. de Vries en advocaat Derk Wiersum.


Lees ook dit artikel: Nederland is de draaischijf voor de mondiale cocaïnehandel

Sinds afgelopen zomer wordt Antwerpen geteisterd door een serie aanslagen in het drugsmilieu. Daarbij werden al tientallen Nederlanders aangehouden. Bij een van die schietpartijen kwam vorige maand nog een elfjarig meisje om, het nichtje van een Belgische drugsbaron. In zowel Nederland als Vlaanderen moesten de verantwoordelijke ministers van Justitie al eens onder politietoezicht worden geplaatst vanwege concrete dreigingen van criminelen. „We zijn vreselijk hard bezig om die georganiseerde en ondermijnende criminaliteit aan te pakken”, zegt Rutte. „Dat is een veelkoppig monster dat we om zeep moeten helpen, en dat gaat alleen stap voor stap. Het is niet zo dat wij van Vlaanderen kunnen leren, en andersom. Maar we proberen internationaal samen te werken en samen op te trekken.”

Ook op het gebied van kernenergie hield Nederland de boot enigszins af toen Vlaanderen eind vorig jaar bij Nederland aanklopte. Omgevingsminister Zuhal Demir (N-VA) zei in weerwil van de Belgische kernuitstap – maandag werd er een tweede reactor van het net gehaald – mee te willen investeren in twee nieuw te bouwen kerncentrales in het Zeeuwse Borssele, niet ver van de Belgische grens. Jambon onderschrijft maandag dat voornemen, al is kernenergie officieel zijn bevoegdheid niet. Daar gaat in België de federale politiek over. „Als goed nabuurschap ertoe zou kunnen leiden dat wij elkaar kunnen vinden om het energievraagstuk op te lossen, dan willen we die mogelijkheid graag bekijken.” Rutte, op zijn beurt: „We hebben zelf natuurlijk pas net het besluit genomen om die twee centrales te gaan bouwen. Dus dat moeten we allemaal nog gaan onderzoeken. Maar natuurlijk kijk je hoe je in nauw contact kunt staan met je buren.”

De mannen spreken wel heel concreet af dat ze later dit jaar met elkaar op reis gaan. Een handelsmissie. Waarheen weten vooralsnog alleen zij, stellen ze glimlachend vast. Jambon: „We gaan op pad in het gezamenlijk belang van De Lage Landen.”