Nederland beschermen tegen water wordt steeds lastiger: de problemen stapelen zich op

Het wordt lastiger en complexer om Nederland in de loop van deze eeuw te beschermen tegen overstromingen en te voorzien van voldoende zoet water. Dat staat in het rapport Deltascenario’s 2024, dat deze woensdag is gepubliceerd.

Nu al zijn er gebieden die kampen met tekorten aan zoet water, of gevaar lopen voor wateroverlast, zo stelt het rapport. Die problemen zullen alleen maar toenemen. En ze stapelen zich. Veel gebieden zullen een combinatie van problemen moeten aanpakken: én watertekort én wateroverlast én waterveiligheid. Volgens het rapport ontstaan er „op regionale en nationale schaal structurele knelpunten”. Het aanpakken van de problemen zal „grote impact hebben op de fysieke leefomgeving”.

Dat de problemen groeien wordt onder meer veroorzaakt door klimaatverandering. Nederland krijgt nattere winters en drogere zomers. De verzilting van kustgebieden neemt toe, als gevolg van de stijgende zeespiegel. Ook extremer weer zal zich vaker voordoen – hoosbuien in de zomer en langdurige regenval in de winter. Daarnaast groeien bevolking en economie. Daarmee stijgt bijvoorbeeld de vraag naar drinkwater.

Het rapport is opgesteld door kennisinstituut Deltares, in opdracht van de staf van de Deltacommissaris en het ministerie van Infrastructuur en Waterstaat. De Deltacommissaris adviseert de minister en is verantwoordelijk voor het Nationaal Deltaprogramma, waarin aanbevelingen staan hoe Nederland kan worden beschermd tegen overstromingen en voor voldoende zoet water kan zorgen. Het ministerie financiert dit soort plannen uit het Deltafonds, jaarlijks 1,9 miljard euro, bijvoorbeeld de versterking van dijken. Op basis van de Deltascenario’s wordt het programma elke zes jaar geactualiseerd.

Lage rivierstanden

In het nu verschenen rapport werkt Deltares vier mogelijke scenario’s uit voor 2050 en 2100. Daarin variëren onder meer de mate van klimaatverandering, de bevolkingsgroei, de verstedelijking en de economische groei.

Zo heeft de scheepvaart in het ene scenario meer last van lage rivierstanden dan in het andere. In het ene scenario komt er meer natuur bij dan in het andere. Maar in elk van de vier scenario’s nemen de problemen van watertekorten, wateroverlast en waterveiligheid toe, in meer of mindere mate. In alle gebieden van Nederland zorgt het voor „een stapeling van opgaven”.

„Elke regio in Nederland krijgt met zijn eigen problemen te maken”, zegt Renske de Winter van Deltares en een van de hoofdauteurs van het rapport. „Daarom zijn er geen generieke oplossingen. En de manier waarop de ene regio de problemen aanpakt, beïnvloedt ook weer de opgaven in andere regio’s. Dat maakt het complex.”

Het meest urgente probleem is de beschikbaarheid van zoet water. Als voorbeeld noemt Saskia van Vuuren, staflid van de Deltacommissaris, de hoge zandgronden, die ongeveer de helft van het Nederlandse landoppervlak beslaan, en te vinden zijn in Drenthe, Overijssel, Gelderland, Utrecht, Noord-Brabant en Limburg. „Hier heb je nauwelijks wateraanvoer vanuit grote rivieren”, zegt ze. „Het water dat men nodig heeft, komt veelal van de neerslag en van wat er in het grondwater gebufferd is.” Toenemende perioden van droogte zullen dan al snel voor een watertekort zorgen. Lage delen van Nederland krijgen ook met dat probleem te maken, maar dan vanwege afnemende rivierafvoeren en toenemende verzilting. „Het maakt veel uit waar je in Nederland zit”, zegt Van Vuuren.

Vergeleken met de vorige Deltascenario’s, uit 2017, zijn er duidelijke verschillen, zegt De Winter. Zo zijn dit keer de afspraken uit het klimaatakkoord van Parijs meegenomen. Als de daarin vastgelegde doelen gehaald worden, zal de Nederlandse wateropgave voor 2100 veel kleiner worden. De Deltascenario’s houden nu bijvoorbeeld rekening met het verhogen van de stand van het oppervlaktewater in sloten in veengebieden. Die stand werd gecontroleerd laag gehouden, voor de landbouw en voor woningbouw. Maar droog veen breekt makkelijk af, waardoor de bodem daalt en er veel van het broeikasgas CO2 vrijkomt. Daarom is het plan om het veen te vernatten. Dat vraagt overigens ook weer extra water, zo meldt het rapport.

Regenbui als in 2021

Een ander verschil met de vorige scenario’s is de aandacht voor watertekorten door zomerse droogte. Dat staat sinds 2018 veel duidelijker op de agenda, zegt Van Vuuren. Verder zijn in het nu gepubliceerde rapport ook een aantal ‘wat-als-ontwikkelingen’ opgenomen, gebeurtenissen waarover nog veel onzeker is, maar die een grote impact hebben als ze zouden plaatsvinden. Zoals een extreem versnelde zeespiegelstijging. Of een regenbui zoals die in 2021, die Limburg, de Eifel en de Ardennen trof. Een dergelijke „neerslaggebeurtenis” zou in Zuid-Holland voor miljarden aan schade veroorzaken. De Winter: „Het is een soort alertheid die we de waterwereld willen meegeven. Dit zijn ontwikkelingen die de komende jaren kunnen gaan spelen.”


Lees ook
Nederland is met een zeespiegelstijging van vijf meter nog steeds ‘veilig en leefbaar’

De polder Noordwaard in de Brabantse Biesbosch is onder water gezet als onderdeel van het project ‘Ruimte voor de Rivier’.

Concrete oplossingen noemt het rapport niet. Is landbouw straks nog wel overal mogelijk? Moet het Rijnwater vanuit het Pannerdensch Kanaal anders verdeeld worden over Nederland? Moeten er meer waterbuffers komen, en waar? „Met de Deltascenario’s brengen we mogelijke toekomsten in beeld”, zegt Van Vuuren. „Hoe we met veranderingen omgaan, is een volgende stap.” De herijking van het nu lopende Deltaprogramma komt in 2026. „Dan wordt voor elke regio in Nederland bekeken welke aanpassingen mogelijk zijn. En wat voor een effect ze hebben.”

Liefst wordt daarbij ook rekening gehouden met andere grote ontwikkelingen, benadrukken De Winter en Van Vuuren. Zoals de energie- en landbouwtransitie en de bouw van nieuwe woningen. De Winter: „Als je nieuwe huizen bouwt wil je niet dat over 20 jaar de kelders onder water staan.”