De NAVO gaat meer met vliegtuigen, drones en schepen patrouilleren in de Oostzee nadat een pijplijn en een communicatiekabel tussen Finland en Estland beschadigd raakten. Dat meldt de verdragsorganisatie donderdag. Vier mijnenvegers van de NAVO gaan naar het gebied toe.
Nadat de pijplijn vorige week bleek te lekken, speculeerden Finse autoriteiten over sabotage. De premier sprak van „externe activiteiten”, aardbevingeninstituut Norsar detecteerde een „waarschijnlijke explosie”, en Finse inlichtingendiensten wilden volgens persbureau Reuters niet uitsluiten dat het om een „statelijke actor ging”. Of dat klopt, wordt nog onderzocht.
Het duurt nog zeker vijf maanden totdat de beschadigde Balticconnector-buis weer is gerepareerd. Premier Orpo zei volgens de Finse krant Iltalehti dat er geen reden tot zorg is over de energievoorziening. Finland heeft nu nog één bron van gas over, zegt een analist tegen Politico: een terminal voor vloeibaar gas, die is ingevaren om Russisch gas te vervangen.
De onderhandelingen over de Voorjaarsnota gaan volgens de partijen aan tafel een cruciaal etmaal in. Maar zelfs in de laatste 24 uur is de coalitie het nog oneens over hoeveel geld er te verdelen is. Dat roept de vraag op hoeveel tijd de partijen nog hebben voor grote aanpassingen van de begroting, en of ze moeilijke keuzes weer vooruit zullen schuiven.
De Voorjaarsnota is een update van de lopende begroting over 2025, en een belangrijke vooruitblik voor de begroting van 2026. De discussie draait om een afspraak in het hoofdlijnenakkoord van de coalitie. De partijen zijn vorig jaar overeengekomen hoeveel geld er over vier jaar per dossier wordt uitgegeven, en ze spraken een ‘meevallerformule’ af. De kern van die formule is: als het begrotingstekort langjarig kleiner is dan 1,5 procent, dan zou er meer geld moeten zijn om uit te geven.
Onder andere NSC is van mening dat deze meevallerformule nu kan worden ingezet. De partij vindt dat er gekeken moet worden naar gerealiseerde begrotingstekorten om te beoordelen of de formule van kracht is, en de afgelopen drie jaar was het tekort kleiner dan 1,5 procent. De partij heeft deze dinsdag opnieuw duidelijk gemaakt aan tafel dat de formule van toepassing zou moeten zijn.
Minister van Financiën Eelco Heinen (VVD) is het daar niet mee eens. Heinen vindt juist dat het kabinet vooruit moet kijken, naar toekomstige tekorten, zoals de rekenmeesters van het Centraal Planbureau die ramen.
Koopkracht
En dat lijkt niet het enige discussiepunt. Bekend is dat de coalitiepartijen willen dat het kabinet iets doet voor de portemonnee van de Nederlander – ook al bleek uit de laatste economische ramingen van het Centraal Planbureau dat de lonen harder stijgen dan de inflatie, waardoor de koopkracht in principe toeneemt.
Heinen zei bij RTL dat afspraken over koopkracht „traditioneel in de zomer” worden gemaakt, en impliceerde daarmee dat het daarvoor nu niet het moment zou zijn.
De partijleiders wilden dinsdagmiddag bij het binnengaan van de grote debatzaal van de Tweede Kamer voor de stemmingen niets zeggen over de voortgang van de gesprekken over de Voorjaarsnota.
Vooruitschuiven
Nicolien Van Vroonhoven (NSC) en Henk Vermeer (BBB) spraken maandagavond en dinsdagochtend uit dat de Voorjaarsnota deze dinsdag af moet zijn. De vraag is of deze deadline haalbaar en realistisch is: gangbaar in zulke onderhandelingen is om eerst de financiële ruimte vast te stellen, voordat keuzes worden gemaakt over verdeling van geld.
Een mogelijkheid waar steeds meer rekening mee gehouden wordt, is dat de coalitie een aantal moeilijke dossiers verder voor zich uitschuift. Het is voor de voorspelbaarheid van overheidsbeleid wenselijk dat bij de Voorjaarsnota al afspraken worden gemaakt voor de uitgaven in 2026, maar wettelijk niet verplicht. De begrotingswetten voor 2026 worden pas gemaakt in augustus, in aanloop naar Prinsjesdag op de derde dinsdag van september.
Nederlandse gemeenten hebben wel deze dagen duidelijkheid nodig voor hun financiering. Ze voerden maandag in een brief aan premier Dick Schoof de druk op. Gemeenten krijgen vanaf 2026 jaarlijks 2,4 miljard euro minder van het Rijk, terwijl ze wel allerlei wettelijke taken extra moeten uitvoeren. Bovendien hebben gemeenten meer middelen nodig voor jeugdzorg, terwijl het Rijk daar juist op wil bezuinigen.
Rechter
Als de gemeenten geen geld krijgen bij deze Voorjaarsnota, dreigt de voorzitter van de Vereniging van Nederlandse Gemeenten Sharon Dijksma, burgemeester van Utrecht, met een gang naar de rechter. „Een dieptepunt in de onderlinge verhoudingen”, noemt ze het in een brief.
Minister Heinen wil de plannen donderdag af hebben. Vanwege Goede Vrijdag is de ministerraad deze week een dag eerder, op donderdag. Dan wil minister Heinen een Voorjaarsnota voorleggen aan zijn collega’s, zei hij deze dinsdag bij RTL. Daardoor is woensdag de allerlaatste dag om te onderhandelen.
De agenda biedt verder weinig ruimte, omdat het kabinet eind deze maand begrotingsstukken moet inleveren in Brussel, zei Heinen. De Raad van State heeft nog tijd nodig om een advies uit te brengen over de Voorjaarsnota, net als de economen van het Centraal Planbureau, die de plannen moeten doorrekenen.
Lees ook
podcast Haagse Zaken live: de voorjaarsnota en een coalitie vol wantrouwen
Langs de visafslag in Scheveningen liggen tien traditionele, zeewaardige zeilschepen zij aan zij. Over de kade scharrelen studenten van universiteiten en hogescholen uit het hele land. Gehuld in gloednieuwe zeilpakken met felgekleurde capuchons en T-shirts bedrukt met grote letters: Race of the Classics.
De contrasten zijn groot met de kapiteins van deze schepen: verweerde gezichten, lange haren en kleding die door zon en zout hun kleur hebben verloren.
Deelnemers aan boord van zeilschip Hendrika Bartelds, wachten op het vertrek. Foto Bart Maat
Op de Hendrika Bartelds (1918), een imposante driemaster van vijftig meter lang, oorspronkelijk gebouwd als haringlogger, begint op maandagochtend 10 uur het palaver: het overleg tussen de kapiteins en de wedstrijdleiding. Pas op deze dag van vertrek wordt de knoop doorgehakt: zetten de schepen koers naar het Engelse Ipswich, of wordt het toch een alternatieve route?
„We wachten het weerbericht van één uur af,” klinkt het formeel vanuit de wedstrijdleiding. „Maar de kans is klein dat we dit jaar naar Engeland gaan.” De heenreis is nog haalbaar, legt Daan Vooijs (24), lid van de wedstrijdcommissie, uit. Maar de zorgen zitten vooral in de terugreis. „De weersvoorspellingen voor het eind van de week zijn wisselvallig. De kans is groot dat we op de motor terug zouden moeten. En het blijft natuurlijk een zeilwedstrijd,” aldus Vooijs.
Deelnemers ontbijten aan boord van zeilschip Luciana, voorafgaand aan de wedstrijd.
Deelnemers worden bijgepraat over weer.
Foto’s Bart Maat
Traditionele vloot krimpt
De Race of the Classics, het grootste studentenzeilevenement van Europa telt dit jaar ruim 250 deelnemers. Het hoofddoel van de wedstrijd: het behoud van de traditionele zeilvloot.
De chartervloot, schepen die recreatief passagiers vervoeren, krimpt al jaren. „De trend dat het aantal schepen daalt, heeft zich ook dit jaar voortgezet,” meldt de Vereniging voor Beroepschartervaart (BBZ). In tien jaar tijd is de vloot gekrompen van 433 schepen naar 365 schepen. De vereniging benadrukt dat met name de schepen die binnen de chartervaart onder de categorie zeevaart vallen daalt. De schepen die mee doen aan de ‘Race of the Classics’ vallen ook onder de categorie zeevaart.
„Schippers zijn bloedfanatiek en weten dat enthousiasme over te brengen op de studenten,” vertelt Coco van de Wijngaert (25), voorzitter van het evenement „Dat werkt aanstekelijk. Zo blijven studenten terugkomen, en dat is belangrijk voor het behoud van de schepen én het beroep.”
Ook de 32-jarige Lex van der Linde, kapitein van het schip Luciana (1916), ziet dat effect. „Ze komen hier aan boord, vaak zonder enige zeilervaring, maar vinden het prachtig. Inmiddels varen er oud-deelnemers mee als stuurman of matroos.”
Een voorbijganger kijkt naar de klassieke zeilschepen in de haven van Scheveningen, voorafgaand aan de ‘Race of the Classics’.
Klassieke zeilschepen in de haven van Scheveningen. Foto Bart Maat
1ste etappe: Katwijk-Terschelling
Onrustig schuifelt Van der Linde die middag over het achterdek. Hij wil het water op, het liefst richting Engeland. Maar om half twee is er nog steeds geen besluit over de eindbestemming. Een half uur later begint de bemanning zich klaar te maken voor vertrek. De locatie van de start is wel bekend: om 18 uur bij een ton, een aantal kilometer voor de kust van Katwijk. Eén voor één worden de trossen losgegooid en varen de schepen de mond van de Scheveningse haven uit. Dan valt eindelijk het besluit, de eerste etappe wordt gevaren richting Terschelling.
De schepen varen door de nacht heen en dinsdagochtend finishen de eerste bij het Schuitengat, een geul in de Waddenzee ten zuiden van Terschelling. Eenmaal op het Waddeneiland aangekomen, bepaalt de wedstrijdleiding aan de hand van de wind hoe het vervolg van de race eruit zal zien. Hopend op nog een aantal lange etappes, legt de wedstrijdcommissaris Vooijs uit, „We zullen gaan hoe de wind waait.”
Het enige dat vaststaat: de finish zal aan het einde van de week in IJmuiden zijn – hopelijk zaterdag.
Het vertrek van de klassieke zeilschepen uit de haven van Scheveningen. Foto Bart Maat
De Amsterdamse internetbank bunq heeft vorig jaar ruim 10 miljoen euro uitbetaald aan klanten die slachtoffer zijn geworden van oplichting. Dat meldt de bank in het jaarverslag over 2024 dat dinsdag is gepubliceerd.
In mei vorig jaar meldden NRC en NOS dat tientallen klanten van bunq binnen enkele minuten tot wel 200.000 euro per persoon kwijt waren geraakt aan oplichters, die zich voordeden als medewerkers van de bank en zo inloggegevens bemachtigden. Bij bunq was het overmaken van grote bedragen eenvoudiger dan bij andere banken, wat de bank relatief aantrekkelijk maakte voor oplichters. Ook klaagden klanten over een onbereikbare klantenservice.
In tegenstelling tot veel andere banken wilde bunq de slachtoffers van oplichting in eerste instantie in het geheel niet compenseren. Bunq-topman Ali Niknam zei daarover tegen een slachtoffer dat meer dan een ton verloor dat zij „haar autosleutels had weggegeven”. Demissionair minister van Financiën Van Weyenberg (D66) noemde dat later in de Tweede Kamer „volstrekt ongepast”.
In reactie op de publicaties besloot bunq particuliere klanten die slachtoffer waren geworden van fraude alsnog te compenseren, voor gemiddeld 85 procent van hun schade. Dat gold niet voor zakelijke klanten, die geen compensatie kregen aangeboden. Zij vochten dat aan bij de rechtbank, maar werden in het ongelijk gesteld. Een bank is niet wettelijk verplicht klanten te compenseren die zelf hun inloggegevens hebben afgegeven.
In reactie op de fraudegevallen besloot bunq vorig jaar wel tot het invoeren van een nieuwe hulplijn die 24/7 bereikbaar is en het doorvoeren van extra veiligheidsmaatregelen om klanten tegen oplichting te beschermen. Volgens bunqs jaarverslag is het aantal fraudegevallen sindsdien „significant verminderd”.
Lees ook
Lees ook: 101.410 euro kwijt in 39 minuten: het sms’je bleek toch niet van bunq te zijn
Groei in spaargeld
Uit het jaarverslag blijkt verder dat bunq (650 werknemers) vorig jaar een nettowinst maakte van 63,6 miljoen euro, tegenover 53,2 miljoen euro een jaar eerder. Die winstgroei dankt het bedrijf, dat Niknam in 2012 oprichtte, vooral aan het feit dat klanten meer spaargeld stalden bij de bank. Bunq biedt een relatief hoge spaarrente.
De bank parkeert driekwart van al het aan haar toevertrouwde spaargeld – eind vorig jaar in totaal 7,9 miljard euro – bij de Europese Centrale Bank (ECB). Daarover ontvangt bunq meer rente dan het klanten uitbetaalt.
Een gevolg van de groei in spaargeld is dat topman Niknam, die bijna alle aandelen in bunq bezit, vrijwel elk jaar moet bijstorten om de kapitaalbuffers van zijn bank op peil te houden. Vorig jaar stortte Niknam 29 miljoen euro bij, waarmee hij naar schatting in totaal 200 miljoen euro van zijn persoonlijk vermogen in bunq heeft geïnvesteerd.
Ook de inkomsten uit fees, abonnementsgelden die klanten betalen om van de diensten van bunq gebruik te maken, stegen fors, van 39 miljoen euro in 2023 naar 54 miljoen vorig jaar.
Bunq maakte tevens bekend een dealer-brokervergunning te hebben aangevraagd in de Verenigde Staten, een eerste stap richting een bankvergunning. In een interview met de Amerikaanse nieuwszender CNBC zei Niknam dat bunq later dit jaar een Amerikaanse bankvergunning wil aanvragen. Een eerdere poging daartoe strandde vorig jaar, nadat Amerikaanse toezichthouders aanvullende eisen stelden.
Met medewerking van Joris Kooiman en Merijn Rengers