NAVO-eisen laten zien dat Nederland niet om radicale verhoging defensieuitgaven heen kan, en dat ligt politiek gevoelig

Heeft Donald Trump gelijk?

Dinsdag verscheen dan eindelijk de langverwachte Kamerbrief van minister van Defensie Ruben Brekelmans (VVD) over de financiële gevolgen van nieuwe NAVO-normen voor de Nederlandse krijgsmacht. En hoewel Brekelmans nadrukkelijk níet vooruit wil lopen op de politieke besluitvorming, wordt één ding maar al te duidelijk: de Amerikaanse eis aan de Europese bondgenoten om hun defensieuitgaven op te schroeven van 2 naar 5 procent is niet uit de lucht gegrepen.

In de afgelopen maanden heeft de Amerikaanse president zijn Europese bondgenoten in niet mis te verstane bewoordingen laten weten dat NAVO-landen meer moeten doen om hun decennialang verwaarloosde krijgsmachten op orde te brengen. In veel Europese hoofdsteden werd Trumps eis van 5 procent van het bruto binnenland product (bbp) afgedaan als niet meer dan een openingsbod, vooruitlopend op de NAVO-top in Den Haag, eind juni. Het werkelijke percentage, zo verwachtte menigeen, zou waarschijnlijk lager uitvallen. VVD-leider Dilan Yesilgöz sprak enkele maanden geleden over 3,5 procent van het bbp.

De kosten van het volledig invullen van de doelstellingen en de overige taken bedragen samen meer dan 3,5 procent van het bbp

Ruben Brekelmans
minister van Defensie (VVD)

Dat laatste percentage, zo blijkt uit de brief van haar partijgenoot, was niet toevallig gekozen. Om te kunnen voldoen aan nieuwe NAVO-eisen voor de verdediging van Europa moet Nederland op termijn naar 3,5 procent, zo schrijft Brekelmans. Dat betekent dat de huidige defensiebegroting (22 miljard) moet worden opgehoogd met 16 tot 19 miljard euro per jaar. Maar zelfs dat astronomische bedrag is eigenlijk niet genoeg.

Doorvoer

In de NAVO-doelen (NATO Capability Targets) voor 2025, zo schrijft Brekelmans, zijn niet álle taken opgenomen die de Nederlandse krijgsmacht moet uitvoeren als het tot een groot conflict met Rusland komt. Zo zal Nederland een belangrijke rol moeten spelen in de doorvoer van Amerikaanse militairen en materieel, op weg naar het oosten (zogeheten ‘Host Nation Support’). De NAVO-targets voorzien evenmin in het beveiligen van het Nederlandse grondgebied zelf (‘Homeland Defence’) – laat staan in de bescherming van de overzeese delen van het Koninkrijk der Nederlanden. „Dat betekent dat de kosten van enerzijds het volledig invullen van de NAVO-capaciteitsdoelstellingen en anderzijds de overige taken samen meer dan 3,5 procent van het bbp bedragen”, schrijft Brekelmans.

Zo bezien is het niet verwonderlijk dat de secretaris-generaal van de NAVO (en VVD’er) Mark Rutte begin deze maand voorstelde om 3,5 procent uit te trekken voor ‘klassieke’ defensie-uitgaven (manschappen, tanks) en 1,5 procent te reserveren voor uitgaven die in bredere zin de weerbaarheid versterken – zoals bijvoorbeeld infrastructuur en cyberdefence. Dit ‘Ruttiaanse’ handigheidje kan de Amerikaanse eis van 5 procent mogelijk verteerbaar maken voor landen als Italië en Spanje, die weinig voelen voor een massieve verhoging van het defensiebudget.

Tegelijkertijd, zo blijkt uit de brief van Brekelmans, valt er veel te zeggen voor extra bestedingen in de fysieke en digitale infrastructuur. Het onderhouden van de snelwegen van de Rotterdamse Haven naar het Duitse achterland bijvoorbeeld is een belangrijk onderdeel van de steun aan andere landen die Nederland mogelijk zal moeten verlenen.

Om dat te realiseren is een politieke doortastendheid nodig die dit kabinet nog niet heeft laten zien

Steil groeipad

Maar dat alles maakt de enorme financiële opgave voor het kabinet-Schoof niet minder groot. Tijdens zijn wekelijkse persconferentie verraadde Schoof onlangs per ongeluk al dat Rutte verwacht dat de nieuwe NAVO-norm in 2032 zal zijn gerealiseerd. Het is een steil groeipad, waarbij er op iedere Rijksbegroting miljarden extra zullen moeten worden gevonden. Om dat te realiseren is een politieke doortastendheid nodig die dit kabinet nog niet heeft laten zien.

Deze week schaarde regeringspartij NSC zich achter de NAVO-norm – inclusief de 1,5 procent extra die Rutte vraagt. „Europa zal meer op eigen benen moeten staan”, zei NSC-woordvoerder Olger van Dijk tegen SBS Nieuws. Daarmee tekent zich een ruime Kamermeerderheid af voor een radicale verhoging van de defensie-uitgaven, maar is de steun daarvoor binnen het kabinet nog lang niet verzekerd – vooral niet als dit gepaard gaat met bezuinigingen op zorg en sociale zekerheid.

Coalitiepartner BBB staat niet afwijzend tegenover hogere defensie-uitgaven, maar aarzelt nog over de omvang.

PVV-leider Geert Wilders probeert al maandenlang hogere defensie-uitgaven te koppelen aan méér geld voor de lagere- en middeninkomens. In de Voorjaarsnota werd slechts 1,2 miljard extra gevonden voor defensie – een bedrag dat pas na 2029 zou worden bereikt.

Intussen dringt de tijd. Begin juni vergadert Brekelmans met zijn NAVO-collega’s en zal er consensus moeten worden bereikt over de NAVO-normen. In de aanloop vergadert de vaste Kamercommissie van Defensie deze donderdag. Ter voorbereiding daarvan kregen Kamerleden een briefing over wat de NAVO vraagt en wat dat kost – achter gesloten deuren, want het bondgenootschap wil zich niet te veel in de kaarten laten kijken.


Lees ook

Extra gevechtseenheden voor leger om te voldoen aan NAVO-norm: ‘Grootste groei sinds Koude Oorlog’

Defensie houdt een oefening met rivieroversteek over de IJssel bij Welsum in het kader van de oefening Steadfast Defender.