Nationalisme in Polen en Hongarije verdringt evenwichtige historiografie

Oorlog Staten in Oost-Europa herschrijven hun geschiedenis. In de strijd om de herinnering delft het pluralisme het onderspit, vreest .

De Poolse president Andrzej Duda spreekt voor onder anderen de Israëlische president Isaac Herzog (midden) en de Duitse president Frank-Walter Steinmeier (uiterst links) bij de tachtigste herdenking van de opstand in het Joodse getto in Warschau.
De Poolse president Andrzej Duda spreekt voor onder anderen de Israëlische president Isaac Herzog (midden) en de Duitse president Frank-Walter Steinmeier (uiterst links) bij de tachtigste herdenking van de opstand in het Joodse getto in Warschau.

Foto JANEK SKARZYNSKI / AFP

De Poolse regering wil, zo blijkt uit een artikel in NRC, de geschiedenis dwingend naar haar hand zetten. Er is een afspraak gemaakt tussen de Poolse en de Israëlische regering dat bij de educatieve reizen van de duizenden scholieren uit Israël die ieder jaar de concentratiekampen bezoeken niet alleen het Joodse leed aan de orde komt maar dat ook het Poolse leed en de slachtoffers van communistische vervolging een plaats krijgen door bezoek aan daartoe aangewezen musea. Er is een lijst van die musea, maar sommige daarvan bestaan nog niet. Het is de uiting van nationalistisch verlangen een ‘eigen’ beeld van het verleden te maken. Ik heb net als veel historici ernstige kritiek op deze afspraak tussen de Poolse en de Israëlische regering.

Sinds een aantal jaren steunt de Poolse regering een nationalistische politiek om het beeld van het verleden aan te passen. Historici die een genuanceerder historisch beeld willen neerzetten dan dat de Polen alleen slachtoffers van de geschiedenis zijn en die bijvoorbeeld de verhouding tussen communisme en nazisme aan de orde willen stellen, worden ‘gedwongen’ te schrijven over de heroïsche strijd tegen nazisme en communisme.

Propaganda

Maar er stonden ook Polen aan de andere kant. Als over Polen geen heroïsch verhaal wordt gepresenteerd worden historici gehinderd en in het slechtste geval ontslagen uit de directies van musea. Voorbeelden zijn: de sluiting van het museum van Gdansk en het gedwongen vertrek van de directeur van het Joods museum in Warschau. Het gaat daarbij om de politieke keuze geschiedenis in te zetten voor propaganda. Historisch onderzoek wordt ondergeschikt gemaakt aan politiek.


Lees ook: Polen dwingt Israëlische bezoekers om ook het Poolse lijden te erkennen

In de voormalig communistische wereld is de collectieve herinnering altijd anders geweest dan de geschiedenis die wij op school leren. Na de val van het communisme kwam er plaats voor nieuwe nationalistische beelden, die per land verschillen. Deze nieuwe beelden claimen dat de eigen bijzondere groep, net zo slachtoffer was van de misdaden van het communisme als van de nazi’s. Maar dat terechte beeld wordt misbruikt. Vaak wordt daarbij gesteld dat wat de slachtoffers meemaakten even erg was als het lot van Joden onder het nazisme. Sommige politici beweren zelfs met grote stelligheid dat de bevolking van bijvoorbeeld een land als Hongarije twee genocides heeft overleefd, en omdat het er twee waren heeft de bevolking meer geleden dan de Joden die maar één genocide overleefden.

Veel Polen geen nazi’s nodig hadden om Joden te vermoorden

Natuurlijk zijn vele Polen en een groot deel van de bevolking van Midden Europa slachtoffer van zowel communisme als nazisme geweest. Dat zal iedereen erkennen. Maar in het geval van Polen moet ook toegegeven worden dat naast heroïsch gedrag veel Polen geen nazi’s nodig hadden om Joden te vermoorden. Maar in de visie van de Poolse regering op het verleden is onacceptabel te melden dat veel Polen daders zijn geweest. Dat idee wordt weggewist. De medeplichtigheid van de eigen bevolking is ook in andere landen nauwelijks bespreekbaar; dit geldt met name in Hongarije.

Het is vanzelfsprekend dat in alle landen van Europa mensen zich de verschrikkingen van de Tweede Wereldoorlog steeds anders herinneren. Over de veelvormigheid van die herinnering wordt een raster van nationalisme gelegd. De daaruit voortkomende intepretatie van het verleden penetreert op dit moment niet alleen in Polen de geschiedschrijving. In de hele voormalige communistische wereld wordt de geschiedenis aangepast aan het land herschreven. Dat geldt bijvoorbeeld ook voor de Baltische staten.

Fascistische hordes

De strijd om de herinnering wordt veroorzaakt door een vacuüm. Het is het gevolg van dat decennia lang de geschiedschrijving zich heeft aangepast aan een opgedrongen Russisch communistisch beeld waarin geen plaats is voor een debat tussen de vele mogelijke interpretaties van het verleden. In het zwart-wit Sovjet-beeld gaat het om een oorlog waarin talrijke onschuldige Sovjet-burgers zijn vermoord door de fascistische hordes. Daarbij valt de moord op Joden weg en dat geldt ook voor collaboratie.


Lees ook: Volksheld Imre Nagy moet in Boedapest plaatsmaken

De nieuwe nationalistische beelden zijn vooral verbonden met rechts-populisme en gaan hand in hand met een herwaardering van de religie. Een component daarvan is antisemitisme; waarbij wordt gesuggereerd dat het lot van Joden te veel aandacht heeft gekregen. Die aandacht moet er nu voor de ‘eigen bevolking’ komen.

Door zich te schikken naar de wensen van een regering die zo hard het nationaal belang voorop stelt, zondigt de Israëlische regering tegen wat centraal moet zijn in een debat over hoe wij in heel Europa in de toekomst kunnen gedenken.

Immers, in het nieuwe historische klimaat zullen steeds meer groepen hun eigen verdriet belangrijker vinden. Het nationalisme kan dat informeel steunen, maar het kan ook staatspolitiek worden. Er komt dan een de nieuwe ‘correcte’ geschiedenis, en ‘niet meedoen’ mag niet meer. Het oude denken heeft afgedaan en wordt verdrongen door het uniforme nieuwe. Dat bedreigt een pluralistische houding die accepteert dat geschiedschrijving de uitkomst is van debat en confrontatie.