Namens wie spreekt BBB’er Eric Kemperman in de Eerste Kamer? Namens zijn partij of een vastgoedvereniging?

Wie staat er dinsdag achter het spreekgestoelte van de Eerste Kamer bij het debat over de Wet betaalbare huur? Is het Eric Kemperman, senator van de BoerBurgerBeweging (BBB)? Of is het een „handpop” van Vastgoed Belang, vereniging van particuliere verhuurders?

D66’er Paul van Meenen wil het graag van Kemperman weten, zegt hij vanuit de zaal. Want de BBB-senator heeft tientallen pagina’s met kritische Kamervragen over de wet ingediend, die in werkelijkheid waren opgesteld door juristen van Vastgoed belang, zo berichtte NRC deze week. „Zonder enig commentaar, zonder enige eigen gedachten daarbij, onverkort als een doorgeefluik”, zegt Van Meenen.


Lees ook

BBB-senator nam tientallen kritische Kamervragen integraal over van een lobbygroep. ‘Ik lees en ik denk: dit is scherp, dit is slim’

BBB-senator   Eric Kemperman heeft de vragen „ruw” doorgestuurd naar minister De Jonge: „Ik redigeer dat niet.”

Kemperman – een bokser – laat zich niet in een hoek duwen. Hij is het inhoudelijk helemaal eens met Vastgoed Belang, maar prima in staat om zijn eigen oordeel te vormen, zegt hij. Kemperman werkte decennia in de wereld van steen, staal en beton en heeft zijn pensioen belegd in vier huurwoningen. „Overigens ben ik die woningen nu aan het leegmaken, en de huur niet aan het verlengen, omdat deze wet, en de stapeling van wetten, mij noopt om een andere belegging voor mijn pensioen te kiezen”, voegt hij daar zelf aan toe.

Hoorde Niko Koffeman van de Partij voor de Dieren dat nou goed, vraagt hij Kemperman, is de toekomst van diens vastgoed afhankelijk van de politieke behandeling van deze wet?

„Aardige poging”, zegt Kemperman – want daarmee zou de BBB-senator een persoonlijk belang bij deze wet en bij dit Kamerdebat hebben. „Ik heb het volgens mij niet zo gezegd”, antwoordt hij. „Als dat zo is overgekomen, is dat absoluut niet waar.”

Gevoelig

De wet van demissionair woonminister Hugo de Jonge (CDA), die middenhuur moet reguleren, ligt gevoelig in de politiek en de vastgoedwereld. Als de Eerste Kamer volgende week vóór stemt, kan de wet per 1 juli ingaan en deze huren begrenzen op 1.123 euro per maand. Op termijn zouden de huren van 300.000 woningen met gemiddeld 190 euro moeten dalen.

Er is ook zorg dat de wet juist leidt tot minder woningen voor ‘leerkrachten, verpleegkundigen en politieagenten’, omdat verhuren minder rendabel wordt. Verhuurders zullen huurwoningen verkopen en er zal minder gebouwd worden – ook al mogen verhuurders tien jaar lang 10 procent meer huur vragen voor nieuwbouw die vóór 2026 van start gaat.

Kemperman strooit met vastgoedkennis om andere politici te ontregelen

Vastgoedpartijen vinden de wet een schending van het eigendomsrecht die schuurt met de vrije markteconomie. De kritiek is dat De Jonge deze ingrijpende wet nog snel door de Eerste Kamer probeert te loodsen, voordat het nieuwe kabinet aantreedt met beoogd woonminister Mona Keijzer van BBB, de partij die fel tegen deze wet is. Van de nieuwe coalitiepartijen stemde de VVD in de Tweede Kamer ook tegen, maar de PVV voor. In de Eerste Kamer lijkt zich een meerderheid voor de wet af te tekenen.

Volt is voor begrenzing van de middenhuur én wil ervoor waken dat het aanbod van huurwoningen op peil blijft, zegt Eerste Kamerlid Gaby Perin-Gopie. Kan BBB’er Kemperman zeggen of Mona Keijzer als opvolger van De Jonge zich ook voor deze wet zal inzetten, vraagt ze? Kemperman laat zich niet verleiden en zegt dat de nieuwe minister vaak genoeg in de Eerste Kamer zal worden uitgenodigd om hier zelf antwoord op te geven.

Vastgoedkennis

Ook in de rest van het debat houdt Kemperman zich goed staande en strooit hij met vastgoedkennis om zijn tegenstanders te ontregelen. Met al die ervaring is het des te vreemder dat Kemperman zijn Kamervragen liet opstellen door Vastgoed Belang, concludeert D66’er Van Meenen.

Op zijn beurt vraagt Kemperman aan Van Meenen hoeveel hypotheek mensen met een jaarinkomen van 40.000 tot 60.000 euro kunnen krijgen? Van Meenen laat zich wel verleiden en schat zo ongeveer vijf ton. Vijf ton?, schampert Kemperman, Met een inkomen van 60.000 euro kun je niet meer dan zo’n 2,5 ton betalen, zegt hij. „Ik hoor u allerlei prachtige ideeën opperen, maar het klopt gewoon niet. U heeft de cijfers niet paraat.” Van Meenen: „Ik ging uit van tweeverdieners, dat begrijpt u wel.”

Eric Kemperman aan het woord tijdens het debat over de Wet betaalbare huur, in de Eerste Kamer.
Foto Bart Maat

Hetty Janssen-van Helvoort van GroenLinks-PvdA heeft juist een cijfervraag voor Kemperman. Wat vindt hij ervan dat „95 procent” van de particuliere huurwoningen te duur zou zijn volgens het zogenoemde ‘puntenstelsel’? Is dat een eerlijk rendement?, vraagt ze. „Het is het rendement wat de vrije markt toestaat”, antwoordt hij. „Maar dat zal er straks niet meer zijn, omdat dat segment verdwijnt. Dus dan is uw probleem met de te hoge huren opgelost.”

Een kwestie van „operatie geslaagd, patiënt overleden”, zegt hij.

In de avond, bij de deadline van deze editie, komt demissionair minister De Jonge aan het woord. Hij heeft er vertrouwen dat er genoeg huurwoningen blijven, zegt hij. Het aantal sociale huurwoningen zal stijgen, omdat een deel van de vrije huurwoningen met deze wet gereguleerd of sociaal gaat worden. En in alle scenario’s, ook het meest pessimistische, blijven de grote beleggers voldoende bouwen, volgens De Jonge.

Pensioenfonds ABP bijvoorbeeld, zeggen voorstanders van de wet tijdens het debat, maakte deze week bekend 420 miljoen euro te gaan investeren in 1.500 „nieuwe, energiezuinige en betaalbare huurwoningen” in de Randstad en in grote steden. In 2030 wil ABP 5 miljard euro hebben belegd in woningen in Nederland.

Maar het blijft een „een balancing act”, geeft De Jonge toe. Huurders beschermen is goed, te strak reguleren niet. „Dan hou je perfect gereguleerde woningen over die er niet meer zijn. Daar kun je ook niet in wonen.”