De ene inwoner vertelt hoe onlangs honderden medicijnen onbruikbaar werden omdat de doktersapotheek – en dus ook de koeling – een weekend lang geen stroom had. Een andere herinnert aan de schok die in februari 2022 door naburig Leersum ging omdat een deel van de buurt onbereikbaar was door omgevallen bomen na een storm. Een derde wijst op het „steeds onbeheersbaarder worden van bosbranden. Kijk maar naar wat er dicht bij ons op de Utrechtse Heuvelrug gebeurde”.
Genoeg onverwachte situaties waarop burgers zich beter moeten voorbereiden, vinden ze op deze wijkavond over „Weerbaarheid” in Doorn. „Een beetje een modeterm”, zegt burgemeester Frits Naafs, een van de inleiders. „Maar het gaat wel ergens over. Er is genoeg aan de hand, om ons heen én in de wereld.”
Meer dan honderd inwoners zijn vrijdagavond 11 april naar de bijeenkomst in woonzorgcomplex Beatrix gekomen, een initiatief van een aantal buurtbewoners. Zij vroegen zich af „wat we zelf kunnen doen temidden van alle overheidsoproepen om meer op elkaar te letten in tijden van crisis en conflict”, zegt Maarten Westerduin (54), een van de initiatiefnemers. „Onze democratie blijkt kwetsbaar en dat gaat ook onszelf aan”, aldus Westerduin, die een eigen bedrijf heeft, eerder lid was van het landelijk CDA-bestuur en actief in de landelijke organisatie van de protestantse kerken (PKN).
Wat nou als zo’n storing veel langer duurt en veel meer adressen treft? Weten we dan wie er hulp nodig heeft?
Soep van tulpenbollen
Enthousiast vertelt hij „hoeveel we hier in de buurt al in huis blijken te hebben. De een beschikt over een met de hand bediende waterpomp , de ander heeft een noodaggregaat”. En „met al die grote tuinen en bossen hier”, zegt een kennis die net voorbijkomt, „hoef je niet bang te zijn voor een tekort aan hout.”
Buurtbewoners van het Ludenkwartier in Doorn beschikken over een indrukwekkend netwerk, blijkt op de bijeenkomst. Een medewerker van het woonzorgcomplex stelde een zaaltje ter beschikking. Een ander zorgde voor taartjes. De gemeente betaalde de kosten van de bijeenkomst waar na afloop in de tuin uiensoep wordt geserveerd. „In biologisch afbreekbare cupjes”, zegt degene die de soep schenkt. „We hebben nog gedacht aan soep uit tulpenbollen, maar dat vonden we bij nader inzien wat overdreven.”
Twee buurtbewoners zijn werkzaam als ‘energiestrateeg’ bij netbeheerders. Met behulp van professionele slides vertellen ze waar de leidingen in het dorp liggen en wat er bij een stroomstoring als eerste uitvalt, als er geen behoorlijke back-ups zijn zoals noodaggregaten. „Na een minuut de wifi, verwarming, liften en pinautomaten”, leert de presentatie. „Na twee uur de GSM-zendmasten”, en na drie uur vallen de gemalen stil. Tunnels lopen onder”.

In de pauze, na de presentatie, buigen de deelnemers zich over post-its die op de tafels zijn verspreid. Daarop kunnen ze vragen en tips schrijven. ‘Hoe kan er snel een nood-apotheek worden opgezet? Is er aan goed gereedschap gedacht?’
Lees ook
Kan dat ook in Nederland gebeuren, zo’n grootschalige stroomuitval als in Spanje en Portugal? De lessen die hieruit zijn te trekken
Weerbare burger ‘denkt vooruit’
De bijeenkomst in Doorn is maar een van de initiatieven die burgers zelf nemen om gezamenlijk hun weerbaarheid te vergroten. Hoeveel dat er landelijk zijn, is onbekend. Ze reageren op pleidooien van de overheid voor „grotere weerbaarheid” in tijden van crises en groeiende oorlogsdreiging. De weerbare burger, leren overheidswebsites, „denkt vooruit”, weet hoe te handelen in noodsituaties, onderscheidt betrouwbaar nieuws van nepnieuws, en biedt anderen hulp als politie en brandweer elders druk zijn. „Als je te maken krijgt met een crisis, kijk dan wat je voor je buren kunt betekenen”, zei commandant der strijdkrachten Onno Eichelsheim zaterdag in een talkshow. Een dag later adviseerde staatssecretaris Gijs Tuinman (Defensie, BBB), eveneens op tv: „Treed handelend op en wacht niet altijd tot de overheid alles geregeld heeft.”
Initiatiefnemers als Westerduin zeggen in te spelen op dergelijke oproepen. Ook reageren ze op incidenten, zoals de recente stroomuitval in Spanje en Portugal, en soortgelijke, kleinschaliger gebeurtenissen in de buurt.
De initiatieven verschillen onderling sterk. De een organiseert een enkele voorlichtingsavond en broedt op een vervolg, zoals in Doorn. Een ander richt zich in eerste instantie op het inventariseren van namen, adressen en nummers van deelnemers in een buurtapp die bij nood kan worden geactiveerd. Bij een derde is een gemeente actief betrokken. Zo werken in het Noord-Hollandse Aalsmeer bewoners al enige maanden samen met de gemeente, politie en maatschappelijke organisaties in het project ‘Een weerbare wijk’. .


Bekenden begroeten elkaar tijdens de buurtavond over weerbaarheid in Doorn. Er waren zo’n honderd mensen.
Foto’s Mona van den Berg
De schok van het aantreden van Donald Trump als Amerikaans president reikte ook tot in Brabant, vertelt Leon Bertens (70) uit Hilvarenbeek, vlak bij Tilburg. „Het besef dat Amerika niet meer instond voor onze veiligheid en tegelijkertijd dreigementen van malloten in Rusland om een bom op de Rotterdamse haven te gooien, ja, daar schrokken we wel van.”
Bertens, oud-gemeentesecretaris van het Brabantse Reusel-De Mierden, moest denken aan de zogeheten ‘buurtcirkel’, die hij een jaar eerder had opgezet met buurtbewoners en het Seniorennetwerk, een bestandje met tot nu toe 23 deelnemers, „Moeten we daar niet meer mee doen als straks alles uitvalt?”
Er zijn inmiddels tientallen van deze buurtcirkels, vooral in Oost-Brabant en Limburg, vertelt Bertens bij hem thuis in Hilvarenbeek. Aangeschoven is Wim van Hest (76), een bekende van Bertens uit de wereld van de rampenbestrijding. Van Hest is bestuurder van Nederland Zorgt Voor Elkaar, een landelijk netwerk van burgerinitiatieven. Hij zette een buurtcirkel op in Heeze, een dorp bij Eindhoven.
Lees ook
Minister van Buitenlandse Zaken Caspar Veldkamp: ‘Wees voorbereid op verdere schokken’
Belangstellenden krijgen van hem en zijn mede-initiatiefnemers „Goed voor elkaar”-folders toegestuurd. Daarin staan vragen als: „Wie helpt jou bij medische zorg?” En: „Wat zou je voor een ander willen doen?” In noodgevallen kunnen de deelnemers om hulp worden gevraagd.
Begin februari werd de buurtcirkel van Hilvarenbeek getest. Op een avond viel een paar uur de stroom uit op zo’n vijfhonderd woonadressen. „Ik besefte: voor een crisis heb je geen oorlog nodig”, zegt Bertens. „Het hele buurtnetwerk, groter nog dan onze buurtcirkel, begon actief te worden. Dat was mooi om te zien. Omdat de stroomstoring beperkt was, en elders nog veel werkte, kwam er al snel veel appverkeer op gang.” Mensen begonnen, met name aan ouderen, hulp te bieden bij het resetten van de wifi of interactieve televisie. „Als projectleiders van de buurtcirkels in deze omgeving hebben we na het herstel van de stroomvoorziening wel tegen elkaar gezegd: Wat nou als zo’n storing veel langer duurt en veel meer adressen treft? Weten we dan wie er hulp nodig heeft?”
De buurtcirkels broeden nog op een antwoord, vertelt Bertens later. „De stroomstoring duurde te kort om tot nadere acties te leiden, maar versterkte wel het besef dat we nadere afspraken moeten maken.”
Vertrouwen
Toch laten kortdurende crisissituaties zoals in februari het nut van buurtnetwerken zien, zegt Van Hest. „Vaak ga je dan eerst af op mensen die je vertrouwt en die op dat moment in de buurt zijn. Dan let je echt niet op een bordje van de gemeente welke kant je op moet of wie je moet bellen. Trouwens, dat bellen kan dan waarschijnlijk niet eens.”
Mensen steken bij een schokkende gebeurtenis zelf de handen uit de mouwen en gaan echt niet op ons groen licht wachten
Bovendien leer je samen creatief zijn, zegt hij. Zo’n vijftien jaar geleden maakte hij als zorgbestuurder een grote brand mee in een verpleeghuis in Valkenswaard. „Natuurlijk hadden we scenario’s voor eventuele evacuaties. Maar die gingen er te veel van uit dat mensen in zulke situaties gaan zitten wachten op wat de overheid of bestuurders meedelen. Onzin natuurlijk. Mensen steken bij een schokkende gebeurtenis zelf de handen uit de mouwen en gaan echt niet op ons groen licht wachten.”

Zo was er in de ontruimingsplannen te weinig rekening gehouden met demente patiënten. „Die snapten helemaal niks van wat er gebeurde, maar ze moesten daar wel weg”, vertelt Van Hest. „De deskundigen zeiden tegen ons: je kunt niet zomaar met die mensen gaan slepen. Maar wat gebeurde er in de praktijk? Een paar medewerkers van het verpleeghuis regelden op eigen initiatief bussen. Ze zeiden tegen de patiënten: We gaan op vakantie! Dat de boel in de fik stond, was ineens niet meer relevant. Ze gingen op vakantie.”
Handen uit de mouwen
Laten initiatieven als in Doorn en Hilvarenbeek niet zien dat vooral hoger opgeleiden met goede (bestuurlijke) netwerken het voortouw nemen? „Onze buurtcirkels zijn veel diverser dan dat”, zegt Van Hest. „Als je er al een etiket op wil plakken, dan zou ik zeggen: het gaat vooral om actievelingen, mensen die de handen uit de mouwen willen steken.”
Uit evaluaties na rampen blijkt geregeld dat er grote verschillen zijn in toegang tot hulpverlening en netwerken. Zo constateerde de parlementaire enquêtecommissie die de nasleep van de Bijlmerramp in 1992 onderzocht (43 doden nadat een El Al-vrachttoestel zich in flats in de Amsterdamse Bijlmer had geboord), dat met name migranten zonder papieren geen hulp hadden gekregen. Een ongedocumenteerde vertelde de commissie: „Hulpverlening wat huisvesting betreft ging heel raar. […] Dezelfde avond [van de ramp] dat wij naar Novotel gingen, werden er mensen en gezinnen opgeroepen voor wie er huizen waren. […] Al die mensen waren Nederlandse mensen, witte mensen. Dat heb ik toen ook gezegd. Alle mensen die bleven, waren buitenlanders.”
NRC belde recent met zes gemeenten – naast de grote drie (Amsterdam, Den Haag, Rotterdam), drie middelgrote met veel migranten (Tilburg, Helmond, Almere), wat doen zij om bijvoorbeeld migrantengroepen bij weerbaarheidsinitiatieven te betrekken? (Nog) niets, zo blijkt. Amsterdam zegt „erover na te denken”. Rotterdam deelt mee „zoekende te zijn” naar de juiste aanpak. Ook Den Haag heeft niets concreets op het programma staan.
„Gek eigenlijk”, reageert Henk van Schepen, voorzitter van het Wijkberaad Laak Centraal in het Haagse Laakkwartier, waar veel migranten wonen. „Je zou zoiets wel verwachten. De gemeente vormt immers dé schakel met de buurt en kan verschillende groepen met elkaar in contact brengen.” Volgende maand heeft zijn wijkcomité de jaarlijkse buurtbijeenkomst. „Daar zullen we zelf een standje neerzetten met informatie wat bewoners kunnen doen bij stroomuitval.”
Keukentafels
In Doorn wordt inmiddels nagedacht over een vervolg van de avond in april. „We overwegen een operationeel vervolg”, vertelt Maarten Westerduin via de telefoon. „Voor elk aspect dat we behandelen – stroomuitval, fysieke en mentale gezondheid – kunnen we een zogeheten keukentafel van een man of acht inrichten.” Zo werken de energiestrategen uit de buurt samen met geïnteresseerden plannen uit. „Ze bekijken bijvoorbeeld hoeveel noodaggregaten nodig zijn om bij een langdurige stroomstoring de boel hier draaiende te houden. Ook zullen we aan buurtbewoners bekend maken hoe en waar de mensen van de keukentafels bereikbaar zijn in noodsituaties. Dat kan het gevoel van veiligheid bij ons in de buurt versterken.”
Met medewerking van Lennart Wierda
