Naar binnen gekeerd en diep verdeeld sleept Den Haag zich naar nieuwe verkiezingen

Analyse

Val kabinet-Rutte IV Nederland zit na anderhalf jaar weer zonder kabinet, door onenigheid over migratie. De gevolgen voor Ruttes VVD en de politieke verhoudingen kunnen groot zijn.

Een medewerker sluit op het Binnenhof in Den Haag de gordijnen van de Trêveszaal, tijdens een crisisoverleg afgelopen week over maatregelen om de asielinstroom te beperken.

Een medewerker sluit op het Binnenhof in Den Haag de gordijnen van de Trêveszaal, tijdens een crisisoverleg afgelopen week over maatregelen om de asielinstroom te beperken.

Foto Bart Maat

Rutte IV is dood, de kiezer weer aan zet. Na de val van het kabinet vrijdag maakt Nederland zich op voor nieuwe Tweede Kamerverkiezingen dit najaar, de tweede in nog geen drie jaar tijd. Op de vorige verkiezingen volgde de langste formatie ooit, wat Rutte IV bijna een jaar minder de tijd gaf voor het uitvoeren van effectief beleid. Na anderhalf jaar regeren is Rutte IV alweer gevallen, op weinig grote dossiers zijn doorbraken bereikt. Het demissionaire kabinet gaat de komende maanden op de winkel passen. De verkiezingen zijn vermoedelijk pas in november, een nieuw kabinet voor volgend voorjaar is niet reëel. Nederland anno 2023, een land van stilstand.

‘Betreurenswaardig’

De partijen van Rutte IV laten het kabinet vallen terwijl er geen duidelijk toekomstplan voor de landbouw ligt. De ambities voor woningbouw blijven achter, het ambitieuze klimaatbeleid loopt nu vrijwel zeker grote vertraging op. De slachtoffers van de Toeslagenaffaire zijn nog niet goed geholpen, de afwikkeling van de schade van de gaswinning in Groningen loopt stroef. Rutte IV laat het werk uit haar handen vallen terwijl op het Europese continent een vernietigende Russische oorlog tegen Oekraïne woedt die ook de veiligheid van Nederland direct raakt.

En waarom eigenlijk? Premier Mark Rutte (VVD) noemde de val van zijn kabinet vrijdagavond weliswaar „betreurenswaardig”, maar sprak ook gelaten over „een politieke realiteit waar we niet omheen kunnen”. Het migratievraagstuk is „een heel groot thema waar mensen grote zorgen over hebben”, zei Rutte. En hoewel het Nederlandse asielstelsel inderdaad zucht onder een gebrek aan voldoende opvangplekken en een relatief hoge instroom, is de crisis deze zomer nog niet zo groot als in Ter Apel vorig jaar, toen asielzoekers buiten moesten slapen. De partijen uit Rutte IV maken door te breken op asiel bewust de keuze de problemen op dit dossier juist niet op korte termijn op te lossen. Politieke principes en gevoeligheden gaan boven het landsbelang, was direct het verwijt van de oppositie.

Rutte noemde de val van het kabinet begin juni op het VVD-congres nog „niet verantwoord” in een tijd van oorlog. Vrijdag relativeerde hij dat: ook het demissionaire kabinet zou de komende maanden „volledig doorgaan” met het „zo goed mogelijk helpen van Oekraïne”. Vanwege de Kamerbrede steun voor financiële en militaire hulp aan Oekraïne is het inderdaad te verwachten dat de Nederlandse steun ondanks de val van het kabinet kan doorgaan. Maar tekenend is het wel: terwijl de oorlog om een Europese politiek van eenheid en daadkracht vraagt, is Den Haag met zichzelf bezig, naar binnen gekeerd en tot op het bot verdeeld.

‘Allerlaatste kans’

De gang van zaken bij de vastgelopen onderhandelingen van de afgelopen dagen kan op het Binnenhof diepe sporen nalaten. Bij het aantreden van Rutte IV sprak toenmalig ChristenUnie-leider Gert-Jan Segers van „de allerlaatste kans voor het politieke midden”. VVD, CDA, D66 en ChristenUnie zouden het toch weer samen proberen, als middenpartijen die – in tegenstelling tot de partijen op de linker -en rechterflank – uiteindelijk hun verantwoordelijkheid nemen en Nederland bestuurbaar houden. Daarin zijn ze niet geslaagd: Rutte IV is gevallen voordat het problemen kon oplossen.

De rol van premier Rutte is extra opvallend. Waar hij zijn eerdere kabinetten als onpartijdig oliemannetje bij elkaar hield, speculeerde hij bij de onderhandelingen rond asiel deze week openlijk over een breuk, tot schrik van zijn coalitiepartners. Politici van D66, CDA en ChristenUnie wezen vrijdag naar het gedrag van Rutte: hij had de verhoudingen onnodig op scherp gezet. De demissionair premier heeft daarmee een grote gok genomen. Willen de middenpartijen nog wel met hem werken als hij doorgaat als VVD-leider? Rutte zei vrijdag stellig dat het „politieke midden in dit land altijd zal overleven”. Maar de gebeurtenissen van afgelopen week zullen het enthousiasme bij D66, CDA en ChristenUnie om na te denken over een Rutte V ernstig hebben getemperd.

Rutte beweerde nog na te moeten denken over zijn eigen toekomst, maar een nieuw lijsttrekkerschap lijkt gezien de plotse crisis waarschijnlijk. Rutte zei op dit moment „nog de energie en de ideeën” te hebben om partijleider te blijven, bovendien staat bij de VVD nog altijd geen vanzelfsprekende vervanger klaar. En hoewel het vertrouwen in Rutte onder Nederlanders na een piek tijdens de coronacrisis fors is gedaald, had de premier altijd een goed track record als het om het winnen van campagnes gaat.

Tot afgelopen maart, want toen viel het resultaat voor de VVD bij de Provinciale Statenverkiezingen tegen en verloren de liberalen de strijd met BBB. Rutte sleept de erfenis van dossiers als Groningen en de Toeslagenaffaire met zich mee. Waar hij internationaal als ervaren regeringsleider in de Europese Unie aanzien geniet, wordt Rutte in de binnenlandse politiek steeds meer gezien als onderdeel van het probleem in plaats van de oplossing. Een vrijwillig vertrek van Rutte zouden de VVD en de Haagse politiek kunnen bevrijden en tegelijk in grote onzekerheid storten.

Lees ook: deze reconstructie van de val van het kabinet

Chagrijn over de kabinetsval

De komende weken zullen de andere partijen gespannen naar Rutte kijken, maar ook zelf knopen moeten doorhakken. Wie wordt kandidaat-premier voor BBB, en wie voert straks op links een gezamenlijke lijst van PvdA en GroenLinks aan? De antwoorden kunnen de loop van de volgende formatie bepalen. Terwijl Den Haag zich op de voorbereidingen van de campagne stort, overheerst in de rest van het land het chagrijn over de kabinetsval. Ondernemers en lokale bestuurders riepen vrijdagavond het demissionaire kabinet door te regeren en niet te veel beleid on hold te zetten. De politieke realiteit is waarschijnlijk een andere: de grote problemen van Nederland moeten nu wachten, ook al kunnen ze dat eigenlijk niet.