Na zes maanden formeren: de plannen van de formerende partijen

MigratieDe aanstaande coalitie wil een opt-out regelen

PVV, VVD, NSC en BBB schrijven in hun woensdag verschenen coalitieakkoord dat ze het „strengste toelatingsregime voor asiel en het omvangrijkste pakket voor grip op migratie ooit” zullen invoeren. Als het ze niet lukt om het aantal migranten in te perken, lossen ze hun belangrijkste gezamenlijke verkiezingsbelofte niet in. Hoe willen deze partijen grip krijgen op migratie?

In het korte akkoord worden bijna vier van de zesentwintig kantjes besteed aan de asielaanpak van de nieuwe coalitie. Daarin erkennen de partijen dat asiel een internationale kwestie is. Het VN-Vluchtelingenverdrag moet op de schop en samen met „gelijkgezinde en omringende landen” wil de coalitie een ‘mini-Schengen’ oprichten om asielzoekers te weren.

In de hele EU moet het aantal asielzoekers worden teruggebracht door middel van opvang in de regio en EU-migratiedeals, zoals die met Turkije. Ook wil de aanstaande coalitie een opt-out regelen, waardoor Nederland zich niet langer aan de EU-asielafspraken zou hoeven te houden. Daar zouden alle 27 lidstaten mee akkoord moeten gaan. Zeker Zuid-Europese landen, die veel asielzoekers opvangen, zullen Nederland niet zomaar ontzien.

Ook op eigen bodem willen de partijen optreden tegen asielmigratie. Een sterke versobering van de opvang voor kansarme asielzoekers moet mensen afschrikken om naar Nederland te komen. De coalitie wil bovendien, zoals aangekondigd, een crisiswet invoeren om zichzelf de ruimte te verschaffen asielzoekers te weigeren en de opvang te versoberen. Experts hebben aangegeven dat zo’n maatregel nagenoeg zeker door de rechter zal worden gedwarsboomd.

In het akkoord schrijven ze dat ze de bewijslast omdraaien; asielzoekers moeten aantonen dat ze in eigen land gevaar lopen, in plaats van dat de Immigratie- en Naturalisatiedienst het tegendeel moet bewijzen. Deze maatregel is echter afgelopen maart al ingevoerd door het demissionaire kabinet.

Een sterke versobering van de opvang voor kansarme asielzoekers moet mensen afschrikken om naar Nederland te komen

Daarnaast willen de partijen Nederland een minder aantrekkelijke eindbestemming maken binnen Europa. Momenteel is het toelatingspercentage in Nederland relatief hoog: in 2023 werd 80 procent van de asielaanvragen in Nederland goedgekeurd. Het Europese gemiddelde ligt rond de 40 procent. De formerende partijen willen Nederland terugbrengen naar onder het Europese gemiddelde. Overigens is het hoge inwilligingspercentage van Nederland niet te herleiden tot een coulant systeem, dat is het gevolg van het relatief grote aantal oorlogsvluchtelingen dat hiernaartoe komt.

Daarom willen de partijen een tweestatusstelsel invoeren. Daarin wordt onderscheid gemaakt tussen enerzijds asielzoekers die in eigen land worden vervolgd vanwege hun geaardheid, politieke kleur of geloof en anderzijds asielzoekers op de vlucht voor oorlog. Die tweede groep wordt uitgezet wanneer het eigen land weer veilig is en heeft in principe geen recht op gezinshereniging.

Eenzelfde systeem kende Nederland tot begin deze eeuw, toen werd het afgeschaft omdat nagenoeg alle asielzoekers die in de tweede groep werden onderverdeeld in beroep gingen tegen de uitspraak. De Immigratie- en Naturalisatiedienst en de rechtspraak konden de druk toen niet aan. Sindsdien is het rechtssysteem alleen maar zwaarder belast geraakt. De aanstaande coalitie wil dat asielzoekers in dit soort zaken niet in hoger beroep kunnen, wat de druk op de rechtspraak zou moeten inperken. De partijen willen de rijksbijdrage aan de Landelijke Vreemdelingen Voorziening stopzetten; die is bedoeld om ongedocumenteerde asielzoekers die niet kunnen worden uitgezet op te vangen. De maatregel – de zogeheten bed-bad-brood-regeling – is bij gemeenten populair, omdat het dakloze ongedocumenteerden van de straat houdt.

De aanstaande coalitie wil dat asielzoekers in dit soort zaken niet in hoger beroep kunnen, wat de druk op de rechtspraak zou moeten inperken

Naast alle beperkende en afschrikkende maatregelen, ontleedt de coalitie het huidige opvangsysteem. Zo willen de partijen de spreidingswet – die het Rijk sinds februari in staat stelt om asielzoekers met dwang over gemeenten te verdelen – intrekken. Ook de voorrang van statushouders op sociale huurwoningen wil de coalitie afschaffen.

„Als je die instrumenten jezelf uit handen slaat, ben je geheel afhankelijk van of het daadwerkelijk lukt om de asielmigratie terug te dringen”, aldus commissaris van de koning in Groningen René Paas. Hij maakt zich zorgen over de plannen en hun effect op de bezetting van de asielopvang in Ter Apel. Volgens Paas is Ter Apel „het voeteneinde van het land, waar falend asielbeleid elke dag gevoeld wordt”.

De spreidingswet is goeddeels tot stand gekomen om Ter Apel te ontlasten en de asielopvang eerlijk over het land te verdelen. Volgens Paas was de spreidingswet „geen wondermiddel”, maar diende die wel zijn doel. „Nu ruilt de coalitie die concrete maatregel in voor hoopvol denken.”

BestaanszekerheidArbeidsongeschikten hoeven niet te rekenen op simpelere uitkeringen

De verschillen tussen arm en rijk moeten niet kleiner worden, vindt de nieuwe regeringscoalitie. Ze wil „hardwerkende Nederlanders” én „mensen in de knel” helpen in hun portemonnee. Maar de partijen geven de voorkeur aan maatregelen die „niet verder nivelleren”, zo schrijven ze in hun coalitieakkoord.

De ambitie van het vorige kabinet om armoede fors te verminderen, lijkt te verdwijnen. Rutte IV wilde dat in 2030 hooguit nog 3,15 procent van de Nederlandse bevolking onder de armoedegrens zou leven, een halvering ten opzichte van 2015. Het doel van het nieuwe kabinet is veel minder vergaand: het percentage mensen in armoede moet niet meer toenemen. Volgens het Centraal Planbureau leeft nu ongeveer 5 procent van de Nederlanders in armoede.

Doet het kabinet dan niets voor de laagste inkomens? Jawel. Voor hen wordt 1,3 miljard euro extra gereserveerd, onder meer om de toeslagen te verhogen. Naar de koopkracht van „werkende middeninkomens” gaat 2 miljard euro extra, blijkt uit de financiële bijlage. Voor hen gaat de inkomstenbelasting omlaag. Hoe deze maatregelen de verhouding tussen arm en rijk precies zullen beïnvloeden, moet nog blijken.

Vooral NSC maakte in de verkiezingscampagne een punt van bestaanszekerheid. Ook bij de presentatie van het akkoord donderdag, benoemde NSC-leider Pieter Omtzigt hoe belangrijk dit wordt voor het nieuwe kabinet. De bestaanszekerheid wordt niet alleen vergroot met inkomenssteun, zei hij ook, maar bijvoorbeeld ook door meer woningen te bouwen. „Je leven staat stil als je geen woning kunt vinden.”

Naar de koopkracht van „werkende middeninkomens” gaat 2 miljard euro extra, blijkt uit de financiële bijlage

Werkenden moeten meer zekerheid krijgen door het vaste dienstverband de norm te maken, uitzendwerk in te perken en door te handhaven of zzp’ers wel échte ondernemers zijn – plannen die Rutte IV al in gang zette.

Minder positief is het akkoord voor werklozen en arbeidsongeschikten. Het nieuwe kabinet wil zo’n 200 miljoen euro bezuinigen op de WW-uitkering. Mogelijk door de duur in te korten van twee naar anderhalf jaar. Vakbonden reageerden woedend: de FNV zegt zich op te maken voor een „keiharde strijd”. In 2016 werd de WW-uitkering al ingekort van drie naar twee jaar.

En arbeidsongeschikten hoeven niet te rekenen op simpelere uitkeringen. Een onafhankelijke commissie van deskundigen, ingesteld door Rutte IV, drong hier onlangs in een adviesrapport op aan. Het demissionaire kabinet omarmde de aanbevelingen en werkte ze ambtelijk uit, zodat het nieuwe kabinet ermee aan de slag kan. Maar het coalitieakkoord zegt daar niets over. En aangezien het geld voor deze dure aanpassing (1 tot 2 miljard euro) niet is gereserveerd, lijkt zo’n versoepeling de komende jaren onwaarschijnlijk.

De nieuwe coalitie wil het toeslagenstelsel aanpassen, maar zegt niet op welke manier en ook niet hoeveel haast dit heeft. Wel duidelijk is dat de kinderopvangtoeslag overbodig moet worden. Kinderopvang moet bijna gratis worden voor alle werkende ouders. Dit voornemen van Rutte IV neemt het nieuwe kabinet over.

Op de langere termijn willen vrijwel alle politieke partijen het toeslagenstelsel drastisch versimpelen. Het systeem van voorschotten die daarna weer gecorrigeerd moeten worden, geeft mensen onzekerheid en leidt tot schulden. Daarom is het opvallend dat het nieuwe kabinet de toeslagen op de korte termijn juist wil verhógen. Rutte IV deed dat recent ook al. Via de toeslagen kunnen lage inkomens heel gericht geholpen worden. Maar door de toeslagen steeds verder te verhogen, neemt de politiek ook een risico: hogere toeslagen kunnen leiden tot grote terugvorderingen, die mensen dieper in de schulden brengen.

Maar het alternatief was minder aantrekkelijk voor deze coalitie: lage inkomens helpen door het minimumloon en de bijstand te verhogen. Met name BBB en VVD keren zich tegen hogere loonkosten voor bedrijven. Vorige maand verwierp de Eerste Kamer een wetsvoorstel om het minimumloon vanaf juli met 1,2 procent te verhogen. BBB had als grootste fractie de beslissende stem.

ZorgMeest in het oog springend is het eigen risico

De tandarts gratis. Geen bezuinigingen op ouderenzorg. Weer bejaardenhuizen bouwen. En de aansprekendste belofte: het eigen risico afschaffen. De PVV roept al jaren, vooral zorgwoordvoerder en nummer twee van de fractie Fleur Agema, om goedkopere en meer zorg. De partij krijgt nu eindelijk de kans dat te regelen. Lukt dat ook?

Meest in het oog springend is het eigen risico. Volgens de PVV weerhoudt dat mensen met minder geld ervan om naar de arts te gaan of hun medicijnen af te halen. De partij krijgt nu deels haar zin. Komende twee jaar wordt het eigen risico bevroren op 385 euro, het wordt verlaagd tot 165 euro vanaf 2027 – als er al bijna weer verkiezingen zijn. Terwijl de PVV altijd aandrong op onmiddellijke afschaffing.

Maar het helemaal afschaffen van het eigen risico stuit op bezwaren van VVD en NSC en zou veel geld kosten; volgens demissionair minister Helder (Zorg, VVD) jaarlijks tussen de 5,5 en 6 miljard. Dat is een optelsom van de weggevallen opbrengsten en de toename van het aantal mensen dat dan naar een zorgverlener gaat, want dat is dan gratis. Het zou Nederland ook tot een uitzondering in de wereld maken: bijna elk land heeft wel een vorm van eigen bijdrage, vaak hoger dan in Nederland.


Lees ook
De PVV wil het eigen risico afschaffen, maar nu even niet

Fleur Agema zat tijdens het begrotingsdebat van VWS in een spagaat. De PVV-zorgwoordvoerder was minder uitgesproken dan anders, vanwege haar rol als mede-onderhandelaar over een nieuw kabinet.

Ook het deels afschaffen van het eigen risico kost geld, al is nog onduidelijk hoeveel. Het leidt tot een hogere zorgpremie en lagere -toeslag, wat het effect van een lager eigen risico teniet kan doen. Daarom willen de partijen de inkomstenbelasting verlagen.

Om NSC en VVD tegemoet te komen – die wilden het eigen risico juist behouden en ‘opknippen’, zodat patiënten niet in één keer het volledige bedrag hoeven betalen – gaat een maximale bijdrage van 50 euro per keer gelden, bedoeld om de vraag naar zorg af te remmen. Deze ‘rem’ wilde het vorige kabinet ook invoeren, maar dan met een bijdrage van maximaal 150 euro per behandeling.

De vier partijen willen verder structureel – ook pas vanaf 2027 – 600 miljoen vrijmaken voor ouderenzorg. De exacte besteding moet nog worden uitgewerkt. Over de vorige maand in de Voorjaarsnota aangekondigde bezuinigingen op ouderenzorg schrijven ze niets. Dat gaat om volgend jaar bijna 700 miljoen euro en vanaf 2026 structureel bijna 750 miljoen. Die bezuinigingen lijken overeind te blijven.

Veel ideeën, vooral van de PVV, zijn niet terug te vinden in het akkoord. De tandarts komt niet terug in het basispakket. Over de terugkeer van bejaardenhuizen (VVD is fel tegen) is niets te lezen, net zomin als over de beteugeling van de marktwerking in de zorg. De term vergrijzing – het belangrijkste probleem voor de zorg – komt slechts tweemaal voor.

Veel ideeën, vooral van de PVV, zijn niet terug te vinden in het akkoord. De tandarts komt niet terug in het basispakket

Vanaf het begin van de onderhandelingen was duidelijk dat investeren in de zorg een heikel punt zou worden. De PVV en BBB wilde meer geld voor de zorg. VVD en NSC waren veel terughoudender. Die uiteenlopende uitgangspunten komen naar voren uit de ambivalentie van de plannen. Zo wensen de partijen „een nieuwe, samenhangende aanpak van het beleid inzake vaccinaties” gezien de dalende vaccinatiegraad bij kinderen, maar worden tegelijkertijd honderden miljoenen bezuinigd op publieke gezondheid. Preventie, inclusief sport en bewegen, moet „meer centraal komen te staan”, terwijl fors wordt geschrapt in de subsidies, waar die preventie vaak afhankelijk van is. Ook noemt de coalitie de aanpak van de personeelskrapte „een grote prioriteit” (minder regels en administratie, betere arbeidsvoorwaarden, meer autonomie werknemers), maar wordt tegelijkertijd 130 miljoen voor ‘zorgarbeidsmarktbeleid’ per 2026 geschrapt. Ook willen de partijen nieuwe akkoorden sluiten over de curatieve zorg (onder meer ziekenhuizen, huisartsen, ggz) om vanaf 2028 structureel bijna 600 miljoen te bezuinigen.

KlimaatDe klimaatplannen gaan niet door de ‘shredder’

De burger wordt ontzien, de energietransitie gaat door. De klimaatplannen gaan niet, zoals de PVV aankondigde, door de ‘shredder’. Grotendeels wordt geleund op de „bestaande afspraken” rondom klimaat, maar zo staat in het akkoord: „Alleen als we de doelen niet halen, maken we alternatief beleid.”

Toch blijven de grote lijnen van het door Rutte IV ingezette klimaatbeleid vrijwel ongemoeid en al dopen de formerende partijen klimaatplannen om tot energiezekerheid waarborgen en afhankelijkheid van „onbetrouwbare landen” voorkomen.

In de terminologie en de plannen kunnen de vingerafdrukken van de VVD duidelijk worden ontwaard. Het nieuwe kabinet wil door met groene industriepolitiek, waarbij de overheid in ruil voor subsidie afspraken maakt met grote bedrijven om sneller te verduurzamen. Deze ‘maatwerkafspraken’ worden mogelijk uitgebreid. Ondanks de verkiezingsbelofte van BBB om te stoppen met windparken in de Noordzee, valt in het coalitieakkoord te lezen dat nieuwe windmolens „zoveel mogelijk op zee” komen.

Het nieuwe kabinet wil vier kerncentrales bouwen en Borssele openhouden. Hiervoor wordt 9,5 miljard euro extra gereserveerd. Dat wordt vermoedelijk deels betaald uit het Nationaal Groeifonds. Deze subsidieregeling voor innovatie wordt stopgezet, waarmee het kabinet 7,8 miljard euro wil vrijspelen.

De energiebelasting op gas gaat voor burgers omlaag of voor grootgebruikers niet meer omhoog. De accijnsverlaging op fossiele brandstoffen wordt tot 2025 verlengd. Fossiele subsidies moeten in Europa worden afgebouwd en door een recente prijsverhoging voor CO2 voor de Nederlandse industrie, gaat een streep.

Het nieuwe kabinet wil vier kerncentrales bouwen en Borssele openhouden

De coalitie heeft grote ambities wat betreft lagere inkomens en kleinere ondernemers ondersteunen in verduurzamen. En voor het oplossen van de problemen op het stroomnet en voor investeringen in innovaties, zoals groene waterstof en CO2-opslag. Ook vinden de partijen dat Nederland zich verder moet aanpassen aan klimaatverandering, zoals langdurige droogte. Nog niet voor al deze plannen hebben de onderhandelaars duidelijk gemaakt hoe ze die gaan betalen.

Wel wordt licht bezuinigd op het Klimaatfonds en andere subsidieregelingen voor duurzame energie. Er komt geen verplichting om een elektrische warmtepomp aan te schaffen en de salderingsregeling (het financiële voordeel voor zonnepanelen) wordt afgeschaft. Over elektrische voertuigen is het akkoord dubbelzinnig: de partijen zeggen de aanschaf te blijven ondersteunen, maar ook te willen stoppen met „subsidies”. Wel blijft de korting op de motorrijtuigbelasting voor de ‘zwaardere’ elektrische auto. Opvallend genoeg komt er wel een vliegbelasting – een hogere prijs bij een langere vlucht – vanaf 2027.

LandbouwNederland wil aantonen dat bepaalde natuurgebieden niet langer kwetsbaar zijn

Het hoofdlijnenakkoord bevat „heel veel BBB-geluid”, zei partijleider Caroline van der Plas woensdagavond al. Terwijl het VVD-geluid van een demissionair minister als Christianne van der Wal (Natuur en Stikstof) nauwelijks te horen is.

De nieuwe coalitie wil „alles op alles” zetten om Europese richtlijnen voor landbouw en natuur om te buigen ten gunste van de agrosector. Hoe realistisch dat is, moet blijken; NSC en VVD erkennen bijvoorbeeld dat Europa wel klaar is met soepele mestregels voor Nederland.

Toch willen de vier partijen nogmaals naar Brussel om voor elkaar te krijgen dat Nederlandse boeren meer dierlijke mest mogen uitrijden. Het verlaagde mestplafond van 170 kilo stikstof per hectare moet uit de Europese Nitraatrichtlijn worden geschrapt. Nederland wil aantonen dat bepaalde natuurgebieden niet langer kwetsbaar zijn, het aantal Natura 2000-gebieden moet kritisch worden ‘herijkt’. Stikstof terugdringen gebeurt alleen waar aantoonbaar nodig voor „instandhouding” van „belangrijke natuur”. Er staat niet ‘verbetering’ en de vraag is wat geldt als belangrijke natuur.

Een belangrijke omslag, die alle coalitiepartijen wilden, is dat boeren meer ruimte krijgen om zelf te bepalen hoe ze aan doelen voor klimaat, milieu en natuur voldoen. De boer aan het roer, noemen ze dat.

Boeren, tuinders én vissers moeten „gekoesterd” worden. Het ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit wordt daarom omgedoopt tot het ministerie van Landbouw, Visserij, Voedselzekerheid en Natuur (LVVN). Voedselzekerheid betekent ook zekerheid voor de agroketen; hoogwaardige landbouwgrond moet beschermd gebied worden.

De vier partijen willen het verbod op pulsvisserij met sleepnetten in Europa weer terugdraaien. Ook moet snel toegang komen tot visgronden met ruimte voor de visserij – waar die liggen, staat er niet.

Boeren, tuinders én vissers moeten „gekoesterd” worden

De coalitiepartijen sturen niet op „gedwongen krimp” van de veestapel en er komt geen „gedwongen onteigening”. Dat had het demissionaire kabinet Rutte-IV eigenlijk ook al losgelaten, wat alsnog ruimte laat voor vrijwillige krimp. Uitkoop van boeren moet zich vooral richten op verouderde bedrijven, het woord ‘piekbelasters’ is verdwenen uit dit akkoord.

De stappen richting „nog meer dierwaardige veehouderij” lijken op de recente aanpassing van de Wet dieren in de Tweede Kamer. Boeren krijgen de tijd en mogen hun stallen diervriendelijker maken wanneer de stallen zijn afgeschreven. Deze investeringen moeten de veehouders wel terug kunnen verdienen, anders moet de overheid bijleggen of het beleid worden aangepast.

DefensieOntwikkelingssamenwerking krijgt te maken met historische bezuinigingen

Op het ministerie van Defensie zullen ze tevreden zijn: het aanstaande kabinet heeft zich vastgelegd op de NAVO-afspraak om 2 procent van het bbp aan de krijgsmacht uit te geven. De coalitie wil deze norm wettelijk vastleggen.

Dit betekent dat de defensieuitgaven de komende jaren verder omhoog gaan. Hoewel defensie er sinds de Russische invasie van Oekraïne miljarden bij heeft gekregen, zou Nederland bij ongewijzigd beleid de NAVO-norm de komende jaren niet halen. Daarom legt de coalitie er vanaf 2026 fors meer geld bij, dat loopt op tot 2,4 miljard euro.

Het extra geld maakt wensen van de krijgsmacht mogelijk waar nu nog geen geld voor is. Zo vraagt de landmacht om meer vuurkracht voor Boxer-pantservoertuigen en de terugkeer van de tank. Om aan alle wensen te kunnen voldoen zal Nederland nog méér aan defensie moeten uitgeven dan 2 procent van het bbp.

Voor de coalitie staat de militaire steun voor Oekraïne niet ter discussie, ondanks eerder geuite bezwaren van de PVV. De regering wil defensiesamenwerking in Europa weliswaar uitbreiden, maar ziet voor de EU vooral een rol bij het ontwikkelen van de defensie-industrie en de aanschaf van materieel. Hoewel het coaltieakkoord zich er niet over uitspreekt, lijkt het niets te zien in een Europees leger: „politieke en militaire samenwerking met de NAVO” staat voorop.

Voor de coalitie staat de militaire steun voor Oekraïne niet ter discussie, ondanks eerder geuite bezwaren van de PVV

Ontwikkelingssamenwerking krijgt te maken met historische bezuinigingen. Hoewel de hogere kosten voor asielopvang op het departement werden afgewenteld, had de regering in de afgelopen kabinetsperiode extra geld uitgetrokken om te kunnen voldoen aan de VN-afspraken (0.7 procent van het bbp). Hierdoor zou het budget voor ontwikkelingshulp uitkomen op ruim 5 miljard euro in 2025. De nieuwe coaltie zet hier rigoureus het mes in. De uitgaven voor ontwikkelingssamenwerking in 2027 vallen 2,4 miljard euro lager uit. .

VeiligheidStraffen voor terrorisme gaan omhoog

Zwaarder en strenger lopen als een rode draad door de prioriteiten voor ‘nationale veiligheid’. De straffen voor ernstige zeden- en geweldsmisdrijven gaan omhoog. De aanpak van de georganiseerde criminaliteit wordt versterkt. Dat gebeurt deels door op ‘oude voet’ verder te gaan met bijvoorbeeld een op Italiaanse leest geschoeid detentieregime en uitbreiding van de kroongetuigenregeling. Met daarnaast talloze nieuwe maatregelen: zo moeten politiemensen, officieren en rechters vaker anoniem kunnen blijven en wordt zwaar vuurwerk als de Cobra – gebruikt voor veel woningaanslagen – onder de Wet wapens en munitie geplaatst.

De partijen identificeren islamitisch terrorisme samen met georganiseerde criminaliteit als dé bedreigingen van de democratische rechtsstaat. Straffen voor terrorisme gaan omhoog en voor het verheerlijken van terroristische daden komt een aparte strafbaarstelling. Uitbreiding van het aantal misdrijven waarvoor de Nederlandse nationaliteit kan worden afgenomen, wordt onderzocht. Een „slim verbod” op ongewenste buitenlandse financiering van ‘kerkorganisaties’ wordt ingevoerd.

Allerlei kwesties worden harder aangepakt: van corruptie tot voetbalhooligans. Het jeugdstrafrecht wordt aangescherpt en het wordt makkelijker om ouders verantwoordelijk te houden voor schade aangericht door hun kinderen. Het taakstrafverbod bij geweld tegen hulpverleners, dat twee jaar geleden in de Eerste Kamer sneuvelde, wordt alsnog ingevoerd.

Straffen voor terrorisme gaan omhoog en voor het verheerlijken van terroristische daden komt een aparte strafbaarstelling

De partijen willen bovendien een sterker onderscheid maken tussen vreedzaam demonstreren en orde verstorende acties. „Gezag en respect in de openbare ruimte worden hersteld”, zo staat te lezen in het akkoord. De minimumleeftijd voor prostitutie gaat naar 21 jaar. En van de wietproef hoeft niet veel te worden verwacht: het blijft verboden drugs te bezitten, verkopen of produceren.

Hoewel de partijen veel op repressie lijken in te zetten, benadrukken ze dat preventie even belangrijk is. Wijkagenten moeten meer tijd in de wijk doorbrengen. De politie die afgelopen decennia juist veel wijkbureaus sloot, moet weer meer politieposten in wijken krijgen.

Al jaren klaagt de politie over dat ze veel tijd kwijt is aan personen met verward gedrag, mede door eerdere ggz-bezuinigingen. De vier partijen willen dat de politie kerntaken uitvoert en zeggen de aanpak van verwarde personen over te willen hevelen naar andere „deskundige organisaties”. Welke organisatie dan na 112-meldingen over verwarde personen moet uitrukken, zoals de politie veelvuldig doet, blijft onbesproken.

Dat geldt ook voor een van de grootste huidige crises op veiligheidsvlak: de grote personeelstekorten in de gevangenissen. Als gevolg daarvan lopen duizenden veroordeelden vrij rond. De nood is zo hoog dat het demissionaire kabinet verdachten vervroegd naar huis wil sturen met een enkelband. Hoewel de betrokken partijen hier in een recent Kamerdebat schande over spraken, laten ze zich niet uit over een oplossing. Dat is opvallend gezien hun plannen voor zwaardere straffen de druk op de gevangenissen zullen laten toenemen.

OnderwijsHet kerndoel seksuele vorming zal worden herzien

De twee grootste problemen in het onderwijs zijn het lerarentekort en de dalende prestaties van leerlingen bij taal en rekenen. Het nieuwe kabinet wil het beroep van leraar in het basisonderwijs aantrekkelijker maken voor mannen, door aparte opleidingen te creëren voor het onderwijs aan jonge kinderen en voor oudere basisschoolleerlingen. De gedachte is dat mannen dan niet meer verplicht ervaring moeten opdoen in het lesgeven aan kleuters. Dat zou een belangrijke reden zijn voor mannen om niet naar de Pabo te willen. Daarnaast wil het nieuwe kabinet meer zij-instromers interesseren voor het leraarschap, en leerkrachten stimuleren voltijds te werken, maar concrete maatregelen worden niet genoemd.

Om het lees- en rekenniveau omhoog te krijgen wordt een ‘herstelplan’ aangekondigd. De vier coalitiepartijen vinden dat scholen te veel tegelijk moeten doen, en daarom moet het aantal zogenoemde kerndoelen fors worden verminderd. Wat er gaat sneuvelen is nog niet duidelijk, maar zeker is dat het kerndoel seksuele vorming zal worden herzien. Sinds eind 2012 zijn scholen verplicht aandacht te besteden aan seksuele diversiteit. De PVV heeft zich hier meermaals negatief over uitgelaten. Er komt geen verbod om over seksualiteit te spreken op school, maar dat moet „neutraal” en „beter toegesneden op de leeftijd van leerlingen”.

Ook in andere opzichten willen de coalitiepartijen dat het onderwijs meer „neutraal” is. Dat geldt zowel voor lesmateriaal als voor wat er in het klaslokaal gezegd wordt. Scholen hebben de wettelijke taak ‘actief burgerschap en sociale cohesie’ te bevorderen, maar het burgerschapsonderwijs is op veel scholen een ondergeschoven kindje. Om „radicalisering te voorkomen” wordt die opdracht aangescherpt en bestuurders die dit niet uitvoeren, worden sneller ontslagen.

Om het lees- en rekenniveau omhoog te krijgen wordt een ‘herstelplan’ aangekondigd

Voor eerstejaars studenten in het hoger onderwijs is het nieuwe kabinet strenger dan het voorgaande. De plannen om het bindend studieadvies te versoepelen gaan niet door. Studenten die te weinig punten halen in het eerste studiejaar moeten stoppen met hun studie, en krijgen daar niet een jaar langer voor, zoals Rutte IV had aangekondigd.

Zoals verwacht worden extra plannen aangekondigd om de ‘verengelsing’ in het hoger onderwijs terug te dringen en de toestroom van buitenlandse studenten in te perken. Vooral voor NSC was dat een belangrijk punt. Het collegegeld voor studenten van buiten de Europese Unie gaat omhoog.

Twee maatregelen die het komende kabinet presenteert als goed nieuws voor Nederlandse studenten – het behoud van de basisbeurs en de eenmalige extra tegemoetkoming voor wie gestudeerd heeft onder het ‘sociaal leenstelsel’ – pakken minder mooi uit dan ze lijken. De coalitie is niet van plan de tijdelijke verhoging van de basisbeurs vanwege de inflatie en de hoge energiekosten te verlengen. Vanaf september verliezen studenten ruim een derde van de beurs, om precies te zijn 164,30 euro.

De extra compensatie voor de ‘pechgeneratie’ valt lager uit dan NSC-leider Pieter Omtzigt had voorgesteld. Een „fors afgeknipte sigaar uit eigen doos”, noemt studentenorganisatie ISO het. Als klap op de vuurpijl wil het kabinet voor studenten die langer doen over hun studie het collegegeld verhogen, met 3.000 euro per jaar.

EuropaEen ramkoers met Brussel wordt niet gezocht

Een „constructieve partner”, moet Nederland volgens het ‘hoofdlijnenakkoord’ in de Europese Unie blijven. Maar kijk je naar de opsomming van wensen, dan doemen eerder de woorden ‘kieskeurig’ en ‘instrumentalistisch’ op.

Een ramkoers met Brussel wordt niet gezocht. De partijen blijven netjes binnen de Europese begrotingsnormen, spreken steun voor Oekraïne uit en willen de defensie-uitgaven snel in lijn brengen met internationale afspraken. Tegelijk wordt duidelijk: de vier partijen willen veel soepelheid en uitzonderingen van Brussel, maar zelf weinig bijdragen aan gezamenlijk Europees beleid.

Dat is het meest opvallend bij de plannen voor asiel en migratie, die onder meer het opschorten van asielaanvragen, grenscontroles en het terugsturen van migranten naar (buur)landen omvatten. Bij de nieuwe afspraken die EU-landen recent maakten over het eerlijker verdelen van asielzoekers over de EU, zal Nederland ervoor kiezen haar solidariteitsverplichtingen af te kopen met 20.000 euro per persoon die eigenlijk opgevangen had moeten worden. Ook willen de partijen „zo snel mogelijk” een zogeheten ‘opt-out’ op het Europese migratiebeleid aanvragen bij de Europese Commissie.

Wat ze daarmee precies bedoelen blijft onduidelijk. Over een ‘opt-out’, waarmee je je als lidstaat mag onttrekken aan bepaalde onderdelen van EU-beleid, beslist niet de Europese Commissie – die wordt geregeld via het aanpassen van de Europese verdragen. Met zo’n wijziging moeten alle EU-lidstaten instemmen, waardoor het een lange en zeer ingewikkelde procedure is. Daarmee is die wens zo goed als kansloos, in elk geval op de korte termijn.

Mogelijk bedoelen de partijen met het aanvragen van de ‘opt-out’ in Brussel het uitroepen van de crisissituatie – iets dat de Europese Commissie wel kan toestaan, mits voor een zo kort mogelijke periode. De coalitie zet in op twee jaar. Kansloos is zo’n verzoek niet en het zou betekenen dat Nederland tijdelijk uitzonderingen krijgt op bepaalde asielverplichtingen. Tegelijk ligt het aantal aanvragen in vergelijking met elders niet buitenproportioneel hoog.

Coulance van Brussel en andere EU-landen wil Nederland ook als het gaat om de naleving van milieu- en natuurnormen.

Zo willen de partijen nog een keer proberen het Europese pulsvisverbod terug te draaien. Een andere wens is om Europees vastgelegde beschermde natuurgebieden te „herijken”, wat in de praktijk lijkt neer te komen op: verminderen. Daardoor zou het stikstofprobleem minder nijpend moeten worden.

Het zijn verzoeken die in Brussel bekend zijn en tot nu toe weinig kansrijk waren. Mag Nederland beschermde natuur opgeven, dan ruiken ook andere EU-landen hun kans en gaat een doos van Pandora open.

Tegelijk is de wind in Brussel recent gedraaid. In reactie op boerenprotesten schrapte de Europese Commissie begin dit jaar al flink wat nieuwe natuurregels. En nu rechtse partijen overal in Europa in opmars zijn, is zeker niet ondenkbaar dat de komende jaren de stem van de landbouw invloedrijker wordt in Brussel. Maar vooralsnog keert het verzet van andere EU-landen zich louter tegen níeuwe milieu- en natuurregels, terwijl Nederland vraagt om het versoepelen van decennia oude regels.

De partijen benadrukken meermaals „geen nationale koppen op Europees beleid” te willen zetten, wat zoveel betekent als niet méér willen doen dan Europees strikt vereist: bijvoorbeeld bij klimaat- en natuurbeleid. „Uiterst kritisch” staan de partijen tegenover verdere EU-uitbreiding, een thema dat door de oorlog in Oekraïne in Brussel de komende jaren zeer relevant wordt.

Ook zetten de partijen in op „lagere afdrachten” aan de EU. Die wens komt van het als zuinig bekend staande Nederland niet als een verrassing. Hoe haalbaar die is, is een andere vraag. Geconfronteerd met grote veiligheidsuitdagingen en mondiale handelsconcurrentie, groeit in Brussel en veel EU-landen juist de roep om méér EU-uitgaven.