Na vijf jaar als burgemeester van Groningen is ‘de koek op’

Een „opmerkelijke uitspraak” noemde journaalpresentator Rob Trip de vergelijking die Koen Schuiling in 2022 maakte. De opvang in Ter Apel, had de burgemeester van Groningen gezegd, was „ons eigen Lampedusa”. Hij bedoelde het Italiaanse eiland, berucht vanwege de omstandigheden voor net gearriveerde migranten.

De burgemeester was op bezoek geweest in een overvol aanmeldcentrum voor asielzoekers in Ter Apel. Het was geen „toevallige ingeving, maar ook niet heel beredenerend”, zei hij later over de uitspraak in een interview met Binnenlands bestuur. „Ik wilde dat mensen een beeld zouden krijgen van de schandalige leefomstandigheden in Ter Apel. Dat was nodig.”

Woensdag kondigde Schuiling (65) aan af te treden als burgemeester van Groningen. Hij zegt dat hij „niet langer de benodigde energie om met volle overgave” zijn taken te vervullen en voor de Groningers „niet de burgemeester kan zijn die Groningen verdient en nodig heeft”. 23 oktober is zijn laatste werkdag. Hij is dan precies vijf jaar burgemeester van Groningen.

‘Gewoon’ burgemeester zijn

De opvangcrisis in Ter Apel en de afhandeling van de gaswinning in Groningen tekenden het burgemeesterschap van Schuiling. In zijn ontslagbrief aan de koning schrijft hij dat beide kwesties hem diep hebben geraakt. Een gemiddeld festivalterrein heeft „oneindig betere voorzieningen”, zei Schuiling over Ter Apel. De dossiers kostten hem „buitengewoon veel energie”.

Tijdens de coronacrisis werd op hem als burgemeester en voorzitter van de veiligheidsregio een „dermate groot beroep” gedaan dat er ,,weinig tijd overbleef om ook nog „gewoon” burgemeester te zijn”. In zijn brief schrijft hij dat hij regelmatig het gevoel had dat hij er onvoldoende voor zijn inwoners kon zijn, „op de manier die ik voor ogen had”.

Schuiling was de eerste niet-PvdA-burgemeester van Groningen in bijna zeventig jaar. Sinds het aantreden van Jan Tuin in 1951 volgden tien ‘rode’ burgemeesters. Als voorzitter van de Groningse VVD-fractie zegde hij in 1998 het vertrouwen op in toenmalig burgemeester Hans Ouwerkerk vanwege zijn aanpak van rellen de tijdens de jaarwisseling in de Oosterparkwijk. Daarom stapte Ouwerkerk op.

Ook als burgemeester van Groningen sprak Schuiling zich geregeld stevig uit, ook als hij vond dat andere gemeentes hun plicht verzaakten. „De terughoudendheid bij sommigen om elkaar een beetje te helpen bij de opvang van vluchtelingen, evenals de aanvankelijke onwil om voor Groningers te doen wat nodig was, heeft bij mij iets doen knakken wat niet eenvoudig herstelt”, schrijft hij.

Politiek idool

Lof alom voor Schuiling na de aankondiging van zijn vertrek. Raadslid Wesley Pechler (Partij voor de Dieren) zegt tegenover RTV Noord dat Schuiling „altijd klaar” stond en dat appjes „onmiddellijk” werden beantwoord. „Die heeft geen vrije tijd gehad in de afgelopen vijf jaar. Dan snap ik dat de koek op een gegeven moment op is”, aldus Pechler.

Partijgenoot en voormalig staatssecretaris voor Asiel en Migratie Eric van der Burg noemt Schuiling in een bericht op X een voorbeeld. „Als ik een politiek idool zou moeten noemen zou hij zeer hoog scoren.”

Commissaris van de Koning René Paas gaat op korte termijn in gesprek met de gemeenteraad om een waarnemer te benoemen, die zal dienen tot de stad een nieuwe burgemeester heeft. Hem of haar zal volgens Schuiling de komende jaren veel worden gevraagd. „De toegenomen en terugkerende maatschappelijke onrust”, schrijft de afzwaaiend burgemeester ook, „vraagt onverkort om aandacht.”


Lees ook

Koen Schuiling weet niet meer wat Nederland beschaafd maakt

Koen Schuiling weet niet meer wat Nederland beschaafd maakt