N.B. Het kan zijn dat elementen ontbreken aan deze printversie.
Stikstofuitspraak Van bouwers tot vergunningverleners en ecologen, ze maken de balans op van de stikstofuitspraak van de Raad van State. Allemaal ondervinden ze de gevolgen. „Vergunningverleners willen duidelijkheid geven, maar kunnen dat niet omdat alles steeds verandert.”
Meer dan drieduizend mensen die via YouTube live meekijken hoe een rechter van de Raad van State een uitspraak voorleest: dat onwaarschijnlijke scenario speelde zich woensdag echt af. De belangstelling was zo groot dat de raad bang was dat de server van de uitspraken-site de drukte niet aan zou kunnen. Van bouwers tot ambtenaren tot ingenieurs tot omgevingsrechtadvocaten: ze wilden allemaal weten of hun vrees werkelijkheid zou worden.
En dat is gebeurd. Als blijkt dat stikstofuitstoot bij bouwactiviteiten schade aan beschermde natuurgebieden veroorzaakt, moet er een natuurvergunning komen, zo oordeelde de rechter. Daarmee is de bouwvrijstelling, die het kabinet verzon om de bouw door te laten gaan in de stikstofcrisis, ten einde.
Lees ook: De stikstofuitspraak in de Porthos-zaak blokkeert de grote ambities van kabinet
Toen de bouw in 2019 stil kwam te liggen omdat bleek dat het stikstofbeleid juridisch niet houdbaar was, bedacht het kabinet een truc: bouwers en ontwikkelaars hoefden bij de vergunningsaanvraag geen rekening te houden met hun eigen stikstofuitstoot bij bouwprojecten – alleen nog met de stikstof die vrijkomt als het gebouw er eenmaal staat.
Tot afgelopen woensdag. Sinds de uitspraak van de RvS telt de stikstofuitstoot tijdens het bouwen ook mee voor de vergunning. Dat betekent dat voor elk project waarvoor nog geen vergunning is verleend, berekend moet worden wat die uitstoot eigenlijk is. Mocht daaruit blijken dat er schade ontstaat aan de natuur, is ook een ecologisch rapport nodig. Dit geldt voor woningen, kantoren, zonneparken, bruggen, wegen – alles waar bouwwerkzaamheden voor nodig zijn. Veel van die projecten lopen op zijn minst vertraging op, andere gaan wellicht helemaal niet door. Vandaar dat er met spanning naar de uitspraak werd uitgekeken door bedrijven, overheden en brancheorganisaties.
Een ecologisch onderzoek voor een paar kilometer snelweg levert een rapport van 1.600 pagina’s op
„Ik kreeg het nieuws binnen via een pushalert van de NOS”, zegt Willem van der Linde, algemeen directeur van Hegeman Bouw en Infra. Het bedrijf maakt onder meer viaducten, tunnels, gebouwen voor defensie en justitie, scholen en stations. „We hadden als directie meteen contact. Waar we voor vreesden is een feit geworden. De effecten van de uitspraak zijn buitenproportioneel, als je bedenkt hoe klein het percentage stikstof is dat tijdens de bouwfase wordt uitgestoten. Dat is cru.”
De uitspraak heeft vooral invloed op de langere termijn van het bedrijf, zegt hij. Want bij de projecten die het bedrijf nu realiseert, zijn de vergunningen al verleend. Ook het merendeel van de projecten waarvan ze de aanbesteding hebben gewonnen, heeft al een vergunning. Maar er zijn ook projecten waarbij de vergunning nog in het aanvraagproces zit.
Lees ook: Bouwen wordt behoorlijk lastig door de stikstofuitspraak, ook al is er geen acute bouwstop
Van der Linde en zijn collega’s zijn aan het bekijken welke bedreigingen op het bedrijf afkomen door de uitspraak. „We zien dit ook als kans: wat nu?” Het zou kunnen dat de transformatie- en renovatietak groter wordt, zegt hij. En er worden veel stappen gezet richting emissieloos bouwen, met duurzame materialen en bouwtechnieken. Zo bouwt het bedrijf scholen in Amsterdam op een zo duurzaam mogelijke manier. „Maar op grote schaal kan emissieloos bouwen nog niet.”
Dat zegt ook Richard Velis van De Kuiper Groep, een aannemersbedrijf dat onder meer actief is in de grond-, weg- en waterbouw. Elektrische bouwkranen, graafmachines en shovels zijn nog niet zo ver in ontwikkeling als bijvoorbeeld elektrische auto’s. „Ons halve uur schaft is niet genoeg om een accu van een elektrische kraan die ergens in een weiland staat te verwisselen of voldoende bij te laden. En op bouwplaatsen is er ook lang niet altijd een plek waar je een machine even aan de stekker kan leggen.”
De energietransitie zou de hoogste prioriteit moeten hebben
Jan Vos voorzitter Nederlandse WindEnergie Associatie
Bovendien is elektrisch bouwmaterieel voor veel aannemers een forse investering. „Als een elektrische bouwkraan twee keer zo duur is maar precies hetzelfde werk verricht als een conventionele, dan stijgen de kosten voor de opdrachtgever. En daar stáán de budgetten al onder druk. Dan kun je verwachten dat die hun werk gaan uitstellen.”
De uitspraak baart hem dan ook grote zorgen, zegt hij. „De kans is aanzienlijk dat toekomstige projecten vertraging oplopen. We zijn bang dat er een gat valt tussen de afgeronde en de nieuwe projecten, waardoor er ineens minder werk is.”
Maar hoe groot de gevolgen van de uitspraak precies zijn, weet niemand. „Het is heel lastig in te schatten”, zegt bijvoorbeeld Erik Kijlstra, directeur van de Reimert Groep, actief in bouw, betonbouw en infrastructuur. „De overgrote meerderheid van onze opdrachten loopt via de overheid. Wij zijn afhankelijk van wat zij in de markt zetten. Ik kan moeilijk inschatten wat er nu zal blijven hangen, maar ik verwacht dat de markt opdroogt en dat er veel vertraging op de lijn komt.”
Emotionele vergunningverleners
De gevolgen van de uitspraak reiken verder dan bouwbedrijven. Zo is een andere optie om bouwprojecten toch door te laten gaan, stikstofuitstoters uit de buurt uitkopen (salderen). Maar dat ligt politiek gevoelig – en ook dat is niet van vandaag op morgen gebeurd.
Ook de energietransitie ondervindt hinder van de uitspraak. „Waar dat hem allemaal in zit, is best complex,” zegt Jan Vos, voorzitter van de Nederlandse WindEnergie Associatie. „Er ontstaan in ieder geval problemen bij de aanlanding van kabels van windmolenparken op zee. Die kabels moeten op het net worden aangesloten: dat zijn intensieve bouwprojecten waarbij veel stikstof vrijkomt. Projecten lopen ontegenzeggelijk vertraging op.”
Na de uitspraak was er direct een spoedoverleg met het kabinet, zegt Vos. „Ik heb erop aangedrongen dat er een prioritering komt voor de beschikbare stikstofruimte. De energietransitie zou de hoogste prioriteit moeten hebben. Dat die nu vastloopt, is onacceptabel.”
Peter Drenth, gedeputeerde van de provincie Gelderland (CDA), komt net van een „grote stikstofbijeenkomst” met provinciale vergunningverleners, toezichthouders en handhavers. Wat hij daar hoorde, raakt hem, vertelt hij aan de telefoon vanuit de auto terug naar huis. Vergunningverleners waren geëmotioneerd: de uitspraak is de zoveelste hindernis bij hun werk. „Het stortregent handhavingsverzoeken. Na elke gerechtelijke uitspraak over stikstof van de afgelopen drie jaar moesten regels weer anders worden toegepast. Berekeningen moeten steeds opnieuw gemaakt. Vergunningverleners willen duidelijkheid en zekerheid geven, maar kunnen dat niet omdat alles steeds verandert.”
Rekenprogramma
De achterstanden zijn enorm, zegt hij. „Er wordt keihard gewerkt. Maar dan is er weer een update van het rekenprogramma en dan kunnen ze weer zes weken niks doen. Dat is ontzettend vervelend.”
Dat rekenprogramma, waarmee het effect van bouwwerkzaamheden op de omgeving wordt berekend, is Aerius. Er valt mee te berekenen hoeveel stikstof bewoners van een toekomstige woonwijk uitstoten, bijvoorbeeld via woon-werkverkeer.
Lees ook: Bouwsector zet al vol in op houtbouw
Sinds de uitspraak moet ook de uitstoot tijdens de bouwfase worden berekend. „Dat betekent”, zegt Tim Preger, woordvoerder van ingenieursbureau Arcadis, „dat je bijvoorbeeld moet nagaan hoeveel vrachtwagens er voor de bouw nodig zijn en hoeveel brandstof ze verbruiken.” Moet er een extra weg worden aangelegd, zijn er hijskranen, betonmolens of graafmachines nodig, uit welk bouwjaar komen ze en hoe zwaar is hun motor?”
Hoewel het tijd kost al die informatie te achterhalen, is de berekening zelf niet zo ingewikkeld, zegt Preger. Dat is een ander verhaal bij het ecologisch onderzoek dat daarna wordt uitgevoerd naar het effect van de uitstoot van bouwwerkzaamheden. Voor een paar kilometer snelweg levert het al een rapport van 1.600 pagina’s op. En de ecologen die het moeten uitvoeren zijn schaars. „Ze kwamen al om in het werk. Ze zitten hier helemaal niet op te wachten.”
Daar komt bij, zegt hij: „De meeste ecologen zijn bij ons in dienst gekomen omdat ze natuur willen maken en behouden. Ze willen zich bezighouden met planten en dieren; dat is iets heel anders dan vrachtwagenbewegingen bekijken.”