N.B. Het kan zijn dat elementen ontbreken aan deze printversie.
Stikstofuitspraak Van bouwers tot vergunningverleners en ecologen, ze maken de balans op van de stikstofuitspraak van de Raad van State. Allemaal ondervinden ze de gevolgen. „Vergunningverleners willen duidelijkheid geven, maar kunnen dat niet omdat alles steeds verandert.”
Meer dan drieduizend mensen die via YouTube live meekijken hoe een rechter van de Raad van State een uitspraak voorleest: dat onwaarschijnlijke scenario speelde zich woensdag echt af. De belangstelling was zo groot dat de raad bang was dat de server van de uitspraken-site de drukte niet aan zou kunnen. Van bouwers tot ambtenaren tot ingenieurs tot omgevingsrechtadvocaten: ze wilden allemaal weten of hun vrees werkelijkheid zou worden.
En dat is gebeurd. Als blijkt dat stikstofuitstoot bij bouwactiviteiten schade aan beschermde natuurgebieden veroorzaakt, moet er een natuurvergunning komen, zo oordeelde de rechter. Daarmee is de bouwvrijstelling, die het kabinet verzon om de bouw door te laten gaan in de stikstofcrisis, ten einde.
Toen de bouw in 2019 stil kwam te liggen omdat bleek dat het stikstofbeleid juridisch niet houdbaar was, bedacht het kabinet een truc: bouwers en ontwikkelaars hoefden bij de vergunningsaanvraag geen rekening te houden met hun eigen stikstofuitstoot bij bouwprojecten – alleen nog met de stikstof die vrijkomt als het gebouw er eenmaal staat.
Tot afgelopen woensdag. Sinds de uitspraak van de RvS telt de stikstofuitstoot tijdens het bouwen ook mee voor de vergunning. Dat betekent dat voor elk project waarvoor nog geen vergunning is verleend, berekend moet worden wat die uitstoot eigenlijk is. Mocht daaruit blijken dat er schade ontstaat aan de natuur, is ook een ecologisch rapport nodig. Dit geldt voor woningen, kantoren, zonneparken, bruggen, wegen – alles waar bouwwerkzaamheden voor nodig zijn. Veel van die projecten lopen op zijn minst vertraging op, andere gaan wellicht helemaal niet door. Vandaar dat er met spanning naar de uitspraak werd uitgekeken door bedrijven, overheden en brancheorganisaties.
Een ecologisch onderzoek voor een paar kilometer snelweg levert een rapport van 1.600 pagina’s op
„Ik kreeg het nieuws binnen via een pushalert van de NOS”, zegt Willem van der Linde, algemeen directeur van Hegeman Bouw en Infra. Het bedrijf maakt onder meer viaducten, tunnels, gebouwen voor defensie en justitie, scholen en stations. „We hadden als directie meteen contact. Waar we voor vreesden is een feit geworden. De effecten van de uitspraak zijn buitenproportioneel, als je bedenkt hoe klein het percentage stikstof is dat tijdens de bouwfase wordt uitgestoten. Dat is cru.”
De uitspraak heeft vooral invloed op de langere termijn van het bedrijf, zegt hij. Want bij de projecten die het bedrijf nu realiseert, zijn de vergunningen al verleend. Ook het merendeel van de projecten waarvan ze de aanbesteding hebben gewonnen, heeft al een vergunning. Maar er zijn ook projecten waarbij de vergunning nog in het aanvraagproces zit.
Van der Linde en zijn collega’s zijn aan het bekijken welke bedreigingen op het bedrijf afkomen door de uitspraak. „We zien dit ook als kans: wat nu?” Het zou kunnen dat de transformatie- en renovatietak groter wordt, zegt hij. En er worden veel stappen gezet richting emissieloos bouwen, met duurzame materialen en bouwtechnieken. Zo bouwt het bedrijf scholen in Amsterdam op een zo duurzaam mogelijke manier. „Maar op grote schaal kan emissieloos bouwen nog niet.”
Dat zegt ook Richard Velis van De Kuiper Groep, een aannemersbedrijf dat onder meer actief is in de grond-, weg- en waterbouw. Elektrische bouwkranen, graafmachines en shovels zijn nog niet zo ver in ontwikkeling als bijvoorbeeld elektrische auto’s. „Ons halve uur schaft is niet genoeg om een accu van een elektrische kraan die ergens in een weiland staat te verwisselen of voldoende bij te laden. En op bouwplaatsen is er ook lang niet altijd een plek waar je een machine even aan de stekker kan leggen.”
De energietransitie zou de hoogste prioriteit moeten hebben
Jan Vos voorzitter Nederlandse WindEnergie Associatie
Bovendien is elektrisch bouwmaterieel voor veel aannemers een forse investering. „Als een elektrische bouwkraan twee keer zo duur is maar precies hetzelfde werk verricht als een conventionele, dan stijgen de kosten voor de opdrachtgever. En daar stáán de budgetten al onder druk. Dan kun je verwachten dat die hun werk gaan uitstellen.”
De uitspraak baart hem dan ook grote zorgen, zegt hij. „De kans is aanzienlijk dat toekomstige projecten vertraging oplopen. We zijn bang dat er een gat valt tussen de afgeronde en de nieuwe projecten, waardoor er ineens minder werk is.”
Maar hoe groot de gevolgen van de uitspraak precies zijn, weet niemand. „Het is heel lastig in te schatten”, zegt bijvoorbeeld Erik Kijlstra, directeur van de Reimert Groep, actief in bouw, betonbouw en infrastructuur. „De overgrote meerderheid van onze opdrachten loopt via de overheid. Wij zijn afhankelijk van wat zij in de markt zetten. Ik kan moeilijk inschatten wat er nu zal blijven hangen, maar ik verwacht dat de markt opdroogt en dat er veel vertraging op de lijn komt.”
Emotionele vergunningverleners
De gevolgen van de uitspraak reiken verder dan bouwbedrijven. Zo is een andere optie om bouwprojecten toch door te laten gaan, stikstofuitstoters uit de buurt uitkopen (salderen). Maar dat ligt politiek gevoelig – en ook dat is niet van vandaag op morgen gebeurd.
Ook de energietransitie ondervindt hinder van de uitspraak. „Waar dat hem allemaal in zit, is best complex,” zegt Jan Vos, voorzitter van de Nederlandse WindEnergie Associatie. „Er ontstaan in ieder geval problemen bij de aanlanding van kabels van windmolenparken op zee. Die kabels moeten op het net worden aangesloten: dat zijn intensieve bouwprojecten waarbij veel stikstof vrijkomt. Projecten lopen ontegenzeggelijk vertraging op.”
Na de uitspraak was er direct een spoedoverleg met het kabinet, zegt Vos. „Ik heb erop aangedrongen dat er een prioritering komt voor de beschikbare stikstofruimte. De energietransitie zou de hoogste prioriteit moeten hebben. Dat die nu vastloopt, is onacceptabel.”
Peter Drenth, gedeputeerde van de provincie Gelderland (CDA), komt net van een „grote stikstofbijeenkomst” met provinciale vergunningverleners, toezichthouders en handhavers. Wat hij daar hoorde, raakt hem, vertelt hij aan de telefoon vanuit de auto terug naar huis. Vergunningverleners waren geëmotioneerd: de uitspraak is de zoveelste hindernis bij hun werk. „Het stortregent handhavingsverzoeken. Na elke gerechtelijke uitspraak over stikstof van de afgelopen drie jaar moesten regels weer anders worden toegepast. Berekeningen moeten steeds opnieuw gemaakt. Vergunningverleners willen duidelijkheid en zekerheid geven, maar kunnen dat niet omdat alles steeds verandert.”
Rekenprogramma
De achterstanden zijn enorm, zegt hij. „Er wordt keihard gewerkt. Maar dan is er weer een update van het rekenprogramma en dan kunnen ze weer zes weken niks doen. Dat is ontzettend vervelend.”
Dat rekenprogramma, waarmee het effect van bouwwerkzaamheden op de omgeving wordt berekend, is Aerius. Er valt mee te berekenen hoeveel stikstof bewoners van een toekomstige woonwijk uitstoten, bijvoorbeeld via woon-werkverkeer.
Sinds de uitspraak moet ook de uitstoot tijdens de bouwfase worden berekend. „Dat betekent”, zegt Tim Preger, woordvoerder van ingenieursbureau Arcadis, „dat je bijvoorbeeld moet nagaan hoeveel vrachtwagens er voor de bouw nodig zijn en hoeveel brandstof ze verbruiken.” Moet er een extra weg worden aangelegd, zijn er hijskranen, betonmolens of graafmachines nodig, uit welk bouwjaar komen ze en hoe zwaar is hun motor?”
Hoewel het tijd kost al die informatie te achterhalen, is de berekening zelf niet zo ingewikkeld, zegt Preger. Dat is een ander verhaal bij het ecologisch onderzoek dat daarna wordt uitgevoerd naar het effect van de uitstoot van bouwwerkzaamheden. Voor een paar kilometer snelweg levert het al een rapport van 1.600 pagina’s op. En de ecologen die het moeten uitvoeren zijn schaars. „Ze kwamen al om in het werk. Ze zitten hier helemaal niet op te wachten.”
Daar komt bij, zegt hij: „De meeste ecologen zijn bij ons in dienst gekomen omdat ze natuur willen maken en behouden. Ze willen zich bezighouden met planten en dieren; dat is iets heel anders dan vrachtwagenbewegingen bekijken.”
Bij het noodlijdende Zweedse Northvolt benadrukten ze graag hoe groots hun plannen waren. De batterijfabrikant bouwde in Noord-Zweden een van de grootste hallen van Europa. Maandelijks nam het 150 mensen aan, vertelde een woordvoerder in maart aan NRC. Het bedrijf had een eigen brandweer op het fabrieksterrein in Skelleftea, dat 500.000 vierkante meter groot was.
Het enige probleem: het bouwde nauwelijks batterijen. Voor de Europese fabrikant, nieuw in de sector en nog niet geoefend in alle productieprocessen zoals de Aziatische concurrentie, bleef het seriematig produceren van batterijcellen tot dusver vooral een droom. Northvolt had te maken met eindeloos veel productieproblemen. Slechts een fractie van de batterijcellen die het maakte was bruikbaar. Ondertussen nam ook de vraag naar elektrische auto’s af, waardoor bestellingen minder snel binnenkwamen dan verwacht.
Afgelopen vrijdag vroeg Northvolt in de Verenigde Staten een vorm van faillissementsbescherming aan, een zogeheten Chapter 11-procedure. Het bedrijf had voor nog een week geld in kas. Het was langzamerhand het vertrouwen kwijtgeraakt van grote investeerders en klanten als BMW en Scania. Zij kregen bestelde batterijen niet of niet op tijd binnen en klaagden openlijk.
Daarmee wankelt Northvolt, dat met 15 miljard euro een van de best gefinancierde start-ups ooit was. En als de Zweedse batterijfabrikant failliet gaat, dan is dat een grote tegenvaller voor de ambities van de Europese Unie om op het gebied van batterijproductie onafhankelijk te worden van Azië. De Europese Investeringsbank pompt al enige tijd miljarden in de sector – naar Northvolt ging 1 miljard – maar de resultaten bij de fabrikanten van eigen bodem zijn tot dusver beperkt.
Meer dan een miljard nodig
Vooropgesteld: Northvolt is nog niet volledig ten onder. Topman Peter Carlsson, ex-Tesla-manager en tevens oprichter van het bedrijf, zei vrijdag dat er alleen een „purificatieproces” nodig is van een paar maanden. Scania investeert nog eens 100 miljoen dollar, en door de specifieke regels van de Amerikaanse faillissementsprocedure krijgt het bedrijf nu ook nog toegang tot 145 miljoen dollar aan cash.
Dat is bij lange na niet genoeg. Carlsson zei eveneens dat Northvolt meer dan een miljard dollar nodig heeft om door te kunnen. Begin 2024 had het meer dan 2 miljard dollar in kas, waar het dus in elf maanden doorheen is gebrand.
Zonder nieuwe grote geldschieters lijkt Northvolt dus voor een kansloze missie te staan. Grote namen die tot dusver geld in het bedrijf stopten, hebben hun miljoeneninvesteringen echter al afgeschreven, zoals Goldman Sachs. Ook de Zweedse staat sloot al uit Northvolt te hulp te schieten. Carlsson vertrekt bovendien als topman.
Terugkerende problemen
Bij Northvolt kwamen een deel van de problemen voort uit falend management en te ambitieuze uitbreidingsplannen. Het bedrijf wilde te veel, te snel: het bouwde meerdere fabrieken terwijl de hoofdvestiging in Noord-Zweden nog niet eens goed draaide. Tegelijkertijd is er sprake van een aantal factoren die ook andere batterijenstart-ups in de weg zitten, zoals een lage vraag naar elektrische auto’s, een achterstand in kennis van productie en snelle ontwikkelingen in batterijtechnologie.
ACC, een joint venture van Total, Mercedes en Stellantis (waaronder Fiat en Opel), lijkt nog het meest kansrijk. Het produceert inmiddels batterijen op een locatie in Frankrijk, maar heeft plannen voor fabrieken in Italië en Duitsland op pauze gezet. Volgens het bedrijf omdat het zich erop wil beraden of het wel inzet op de juiste batterijtechnologie.
Dat is een terugkerend probleem in de sector: de ontwikkelingen gaan zo snel dat ze voor nieuwkomers lastig bij te houden zijn. Aziatische fabrikanten hebben lange tijd veelal ingezet op goedkopere, relatief laagwaardige batterijen: de zogenoemde lithium iron phosphate-variant. Europese fabrikanten probeerden zich te onderscheiden met hoogwaardige varianten, op basis van onder meer nikkel en kobalt. Maar ondertussen zijn ook de laagwaardige batterijen zo goed geworden, dat ACC onderzoekt of het daar niet toch op moet overstappen.
Ondertussen maakt de Northvolt-kwestie het er voor de rest van de sector niet makkelijker op. Benoit Lemaignan, directeur van de Franse batterij-start-up Verkor, zei vorige week tegen de Financial Timesdat het hierdoor voor hem moeilijker was om geld op te halen. „We kregen te maken met een hele nieuwe ronde audits van onze plannen, onze set-up, onze chemische processen, de machines.” Verkor kreeg recent nog wel 1,3 miljard euro bij elkaar voor een eerste fabriek in het Franse Duinkerken, waarin het vooral voor Renault wil gaan produceren.
Ondertussen groeit het marktaandeel van Aziatische producenten. BMW annuleerde eerder dit jaar een bestelling van 2 miljard euro nadat de autobouwer het vertrouwen verloor in Northvolt. Het Duitse automerk stapte vervolgens over naar het Koreaanse Samsung. Er zijn ook al berichten dat Porsche naar Aziatische partijen moet overstappen, nu het volgend jaar niet zomaar meer kan rekenen op batterijen die het eigenlijk bij Northvolt had besteld.
Scenario’s voor Europa
Is Europa dan kansloos? Niet per se. Over het algemeen is de verwachting dat er uiteindelijk wel Europese batterijfabrikanten zullen slagen hun eigen fabrieken op te bouwen. „Ze zullen er zijn, en er zullen klanten zijn”, zei Lemaignan van Verkor. Niet elk initiatief zal mislukken.
De neergang van Northvolt laat echter zien dat Aziatische partijen voorlopig nog dominant zullen blijven op de batterijenmarkt. Daarmee dreigen Europese bedrijven in een veranderende auto-industrie een belangrijk deel van de markt mis te lopen. Europa was het continent van de brandstofmotor, een product waar indirect miljoenen banen van afhankelijk zijn. In de toekomst dreigt het voor het waardevolste deel van een auto sterk afhankelijk te zijn van Aziatische fabrikanten.
Europa heeft nu een echte batterijstrategie nodig, zegt Ron Stoop, die bij The Hague Center for Strategic Studies de batterijmarkt volgt. De hele kwestie zegt volgens hem veel over het continent. Echt strategisch denken ontbreekt uiteindelijk. „Natuurlijk zijn er bedrijfsmatig dingen verkeerd gegaan bij Northvolt. Maar als continent geef je ook een signaal naar de rest van de wereld: als Europa zelf iets probeert te doen, lukt het niet.”
Goedemorgen, welkom bij het economieblog van 25 november.
De aftrek van de hypotheekrente is een heikel punt. Toch is het kabinet van plan om de regels te veranderen: middeninkomens en hoge inkomens mogen straks meer aftrekken dan lage inkomens, meldt Het Financieele Dagblad. De Eerste Kamer kan er nog een stokje voor steken.
De verwachting is dat de regering-Biden nog deze week strengere exportmaatregelen voor Chinese chipbedrijven aankondigt. Het zou gaan om honderden chipmakers in China die geen geavanceerde apparatuur uit het Westen meer mogen importeren. Wat dat voor ASML en ASM International betekent is niet zeker. Nog voor Thanksgiving (donderdag) zouden de regels bekend moeten worden.
De Italiaanse bank UniCredit doet een bod van 10 miljard dollar op zijn Italiaanse concurrent, Banco BPM. De Financial Timesziet dit als het teken van een nieuwe consolidatietrend, om met grotere Europese banken beter te concurreren met banken uit de VS en Azië.
Bloomberg meldt dat beurzen positief reageren op de keuze van Scott Bessent als voorgestelde kandidaat-minister van Financiën in de regering-Trump. Geen verrassing: hij is van plan de belastingen te verlagen, vertelde hij de The Wall Street Journal.
Zoet. Zo rook de lucht, de eerste keer dat hij de fabriek rook. „Geen vieze geur”, zegt Skyler Brimmeier (31). „Een beetje als ahornsiroop.” Maar soms rook de lucht „een paar dagen naar rotte eieren”. En meestal „naar verbrande benzine”.
Brimmeier, met een strakke donkergrijze jeans en een groene sweater, zit aan een houten picknicktafel voor de bibliotheek van de gemeente Beaver County, in de staat Pennsylvania. Hij zit er graag, vanwege het uitzicht over de rivier de Ohio. De bomen aan de overkant van de vallei steken in rode en gele herfsttinten tegen elkaar af.
Vanuit zijn achtertuin in het plaatsje Vanport zag hij tot twee jaar geleden de fabriek van Shell anderhalve kilometer verderop verrijzen; de aanblik van een kleine stad. De geuren vlogen hem aan als hij ’s ochtends de deur uit stapte om zijn hond uit te laten. Nog indrukwekkender waren de kleuren. „Soms waren de vlammen door het affakkelen van gassen zo hoog, dat het leek of er een gigantische oranje lichtbol over de horizon hing. Vrienden uit Ohio vroegen of Beaver in brand stond.”
Op een terrein van minstens 225 voetbalvelden groot bouwde Shell voor 13 miljard euro een nieuwe plasticfabriek. In de fabriek heeft de oliereus de capaciteit jaarlijks 1,6 miljoen ton plastic te maken. Het gaat om polyetheen-korrels, die worden gebruikt voor shampooflessen, speelgoed en flexibele plastics zoals verpakkingen en wegwerptasjes.
De bouw begon in 2017, eind 2022 startte de fabriek de eerste productie. Het kreeg vergunningen om bepaalde hoeveelheden chemische stoffen uit te stoten, maar na ruim één maand productie schoot Shell al door de maximale jaarlijkse uitstoot heen.
Lees ook
Milieuvervuiling door plastic? Het wordt nog veel erger, laten cijfers zien
Hoewel de fabriek nog niet volledig operationeel is, stelde de milieutoezichthouder Pennsylvania Department of Environmental Protection (DEP) in totaal al 33 overtredingen vast van milieuvergunningen, plus nog zeven milieuovertredingen die zijn begaan met de pijpleiding waarmee ethaan naar de fabriek wordt getransporteerd. Shell trof vorig jaar een schikking met de toezichthouder van 12 miljoen euro voor overtredingen. Er lopen twee rechtszaken tegen de fabriek die zijn aangespannen door burgers en milieuorganisaties.
Nadat de fabriek begonnen was met opstarten, kreeg Skimmeier, die astma heeft, meer last van ademnood. „Buren klaagden over brandende ogen, oppervlakkige ademhaling en duizeligheid.”
„Het is hier een ecologisch paradijs”, zegt Skimmeier, die inmiddels naar een paar kilometer verderop is verhuisd om niet meer in de „achtertuin” van de fabriek te wonen. „Er zijn zoveel verschillende planten en diersoorten. Maar ik maak me zorgen over wat de fossiele industrie met dit gebied doet.”
Grootste fossiele groeimarkt
Shell noemt zich in reclames graag een van de grootste aanjagers van de energietransitie. Tegelijk investeert het aan de andere kant van de wereld in de grootste fossiele groeimarkt van de toekomst: (wegwerp-)plastics.
Shell ziet net als andere oliebedrijven dat de vraag naar brandstof door elektrische auto’s kan gaan dalen. Oliereuzen hebben afgelopen jaren de ene na de andere plasticfabriek – zoals deze in Pennsylvania – gebouwd. Ze investeerden gezamenlijk honderden miljarden euro’s in plastic productie wereldwijd.
Omdat plastic een wereldmarkt is en in de praktijk fossiel plastic met gerecycled plastic concurreert, hebben Europese reyclingbedrijven last van de goedkope, fossiele plastics van oliereuzen en andere fabrieken die via de haven van Antwerpen en Rotterdam het continent binnenkomen. In Nederland vielen dit jaar al vijf plasticrecyclingbedrijven om.
Lees ook
De wereld verzuipt in plastic. Durven landen te zeggen: genoeg is genoeg?
Deze week wordt een VN-top gehouden in Zuid-Korea in een poging de wereldwijde productie van plastic te beperken. Oliebedrijven lobbyen tegen die uitkomst. Shell pleit voor meer recycling als oplossing voor het plasticprobleem, alleen schroefde de oliereus dit jaar zijn eigen recycledoelstellingen naar beneden bij.
Milieu botst met financieel gewin. Bij de top in Zuid-Korea in het groot, en in Pennsylvania in het ‘klein’.
Monitoren als fulltime baan
Ook op een donkere avond is Clifford Lau een opvallende verschijning. Zijn donkerbruine haar zit wild, zijn baard is grijs, en zijn rug iets gebogen. In zijn hand heeft hij een meetapparaat: een soort groot uitgevallen walkie-talkie met gele knoppen, rood flikkerend licht en een lange witte antenne.
Lau parkeert zijn grijze Honda Fit onderaan Cade Drive in Monaca en stapt uit. De struiken aan het einde van de kronkelende nieuwbouwstraat tekenen scherp af tegen de witte waas van de fabriek van Shell, die door duizenden lampen wordt verlicht. Lau duwt takken opzij en loopt de heuvel af voor beter uitzicht. „Dit is eigenlijk al Shell-terrein.”
Lau brengt veel tijd door in deze bosjes in de nachtelijke uren. Voor hem is het monitoren van Shell een bijna fulltime baan geworden. Een paar jaar geleden zag zijn leven er nog heel anders uit. Lau is gepromoveerd in synthetische organische scheikunde en werkte dertig jaar als chemicus in de industrie, zoals bij Bayer en Polaroid.
Hij raakte in 2021 betrokken bij Shell na het „ahornsiroop-incident”. De lokale toezichthouder, de Department of Environmental Protection, kwam na meldingen op de zoete lucht af. „Ze gingen alle restaurants af om te vragen of ergens in de keuken suiker was aangebrand. Hoewel de geur vijf dagen bleef hangen, stelden ze wel vast dat de geur van Shell kwam. Maar ze namen geen luchtmonsters om onderzoek te doen naar de oorsprong van de zoete lucht. We besloten: als zij de fabriek niet goed in de gaten houden, moeten wij het maar doen”, zegt Lau.
Inmiddels is Lau het aanspreekpunt voor Beaver County. Hij krijgt regelmatig sms’jes over alarmen, geuren, licht of lichamelijke klachten en probeert waar mogelijk bij de fabriek te achterhalen wat de oorzaak is. Overtredingen meldt hij met de milieuorganisatie waarvoor hij actief is, Beaver County Marcellus Awareness Community, aan de lokale toezichthouder. In eerste instantie verzette Shell zich tegen een monitoringssysteem, nu hangen aan de huizen of hekken van tientallen buurtbewoners camera’s en meetapparaten.
De witte gloed van de fabriek schijnt op het gezicht van Lau. De fabriek heeft de aanblik van een dystopisch landschap van tientallen meters hoge torens, grote vaten en hoge pijpen, waar nu witte stoom uit komt, maar waar ook regelmatig oranje vlammen te zien zijn als de fabriek overbodige gassen affakkelt. Uit de fabriek stijgt een continu ruisend geluid op, en af en toe een hoge fluittoon. Goederentreinen rijden af en aan.
Lau wijst naar zeven slanke, tientallen metershoge pijpen naast elkaar. „Wij noemen dat de zeven zussen. Dat zijn de ethyleenkrakers. En dat”, hij wijst naar een andere installatie, „is iets wat we het soepblik noemen. En soort verbrandingsoven. Daar hebben we nog het grote potlood, en daar het kleine potlood.” Waarom al die namen? „Mensen belden mij op en zeiden: ‘Ik zie vlammen’. Wáár dan, vroeg ik. Toen hebben we deze namen bedacht. Nu kunnen mensen zeggen: bij de zeven zussen, of het soepblik.”
Kankerverwekkende stoffen
Lau somt op hoog tempo stoffen op die de fabriek uitstoot. „Stikstofdioxide, zwaveldioxide, koolmonoxide, kooldioxe, formaldehyde, benzeen, hexaan, naftaleen, tolueen. Een aantal van deze stoffen veroorzaakt een toename van ozon in de lucht. Sommige stoffen, of een cocktail ervan, kunnen een verhoogd risico op kanker geven.” De tijd moet uitwijzen wat over tien of twintig jaar de gevolgen zijn voor de mensen uit Beaver County, zegt Lau.
Soms merkt hij zelf dat de lucht anders is, bijvoorbeeld toen hij in het voorjaar van 2023 zijn keel geïrriteerd voelde raken bij de bibliotheek van Beaver. Op zijn walkie-talkie-meetapparaat zag hij de waarde van vluchtige organische stoffen enorm hoog uitslaan. „Ik was kilometers verwijderd van de fabriek.”
Shell bleek binnen 24 uur honderd kilo benzeen te hebben uitgestoten, vele malen meer dan toegestaan. Benzeen kan (in grote hoeveelheid) kankerverwekkend zijn. Buurtbewoners klaagden over geïrriteerde ogen en een sterke geur in de lucht.
Benzeen is een van de bijproducten die ontstaan in de fabriek, legt Lau uit. „Voor het proces waarmee hier plastic wordt gemaakt heb je geen olie nodig. Het wordt van vloeibaar gas gemaakt, afkomstig uit schaliegas. In die ovens verwarmen ze dat op zeer hoge temperaturen, en dan scheurt de ethaan als het ware uit elkaar. En daarbij krijg je bijproducten als methaan, benzeen – allerlei stoffen.”
Hij bekijkt de fabriek met een mix van scheikundige bewondering, en minachting. „Als ze er nou een geneesmiddel voor kanker zouden ontwikkelen, dan zou het misschien wel oké zijn. Maar ze maken geen geneesmiddel voor kanker. Polyethyleen is een behoorlijk goedkoop plastic. Het opboren van schaliegas is een vervuilend proces. Het transporteren van gas geeft vervuiling. Wat deze fabriek doet is vervuilend. En dan is het product dat ze maken op zichzelf een vervuiler van het milieu. Dus het is slecht van begin tot eind.”
‘Ik woon in een nachtmerrie’
Vijftig kilometer ten zuiden van de Shell-fabriek woont Michelle Stonemark met haar man en drie kinderen. In een bosrijk heuvellandschap, in het district Washington County, leidt een grijze oprijlaan naar haar lichtblauwe woning. ‘Happy Halloween’, staat op haar deurmat. De omgeving lijkt sereen, maar is het niet. Stonemark: „Ik woon in een nachtmerrie.”
Met haar ouders, zus en een vriendin kocht ze in 2010 dit stuk land van 12 hectare groot. Terwijl ze er elk hun eigen huizen op lieten bouwen, bleek de buurman zijn terrein te hebben verhuurd aan een schaliegasbedrijf. Inmiddels zijn er vijf schaliegasputten aangelegd bij haar buurman, zo’n 160 meter van haar woning.
„Ik voel de trillingen in m’n borst. Onze vaat rammelt, onze schilderijen schudden aan de muren. Soms word ik wagenziek als ik door mijn huis loop.”
Problematischer dan de trillingen vindt ze het affakkelen van overbodige gassen bij haar buurman. „De vlammen kunnen bijna 10 meter hoog de lucht in schieten. Het ziet eruit als een vlammenwerper.”
’s Nachts ligt ze wakker, bezorgd over de gezondheidseffecten. „Onze kinderen hebben bloedneuzen die ze eerder nooit hadden. We hebben heel veel hoofdpijn, zijn vaak misselijk.”
Het ethaan dat wordt opgepompt naast de tuin van Stonemark, gaat naar Shell. De oliereus maakt gebruik van de schaliegasboom die er sinds twee decennia is. Ethaan is daarvan een bijproduct en dat wordt naar de fabriek boven Pittsburgh getransporteerd met een pijpleiding. Shell moest 670.000 dollar boete betalen voor milieuovertredingen rond de pijpleiding waarmee het bedrijf dat doet en het niet op de hoogte brengen van de toezichthouder. In het heuvelachtige zuidwesten van Pennsylvania is schaliegas overdadig onder de grond aanwezig en dat maakt de fabriek Shell een dankbare bestemming voor ethaan.
Treinwagons vol plastic korrels
„Wat een prachtige dag”, zegt Evan Clark. „Met deze mooie herfstkleuren. En het water zo kalm.” Hij duwt zijn boot met zijn bruine laars van een kleine pier af.
Eens per maand gaat Clark hier vanaf Vanport op inspectie. Vandaag heeft hij Heather Hulton VanTassel meegenomen, die promoveerde op ecologisch onderzoek. Samen doen ze voor de non-profitorganisatie Three Rivers Waterkeeper onderzoek naar de vervuiling in de Ohio.
„Plastic blijft mij bezighouden”, zegt Clark. „Zeventien jaar geleden haalde ik al met vrijwilligers plastic afval uit de rivier. Nu kijk ik nog steeds naar plastic, maar dan naar de productie van plastic in onze regio.”
Zijn boot glijdt de Ohio over, langs de kade, in de richting van Shell. „Je kan hier al de grijze toppen van de treinwagons zien”, zegt hij op ruim een kilometer afstand van de fabriek. „Die laden ze vol met plastic korrels, iets kleiner dan een graankorrel. Die brengen ze naar andere fabrieken, waar ze er plastic spullen van maken.”
<figure aria-labelledby="figcaption-0" class="figure" data-captionposition="below" data-description="Rokende schoorsteenpijpen steken uit boven de bomen in herfsttinten. ” data-figure-id=”0″ data-variant=”row”><img alt data-description="Rokende schoorsteenpijpen steken uit boven de bomen in herfsttinten. ” data-open-in-lightbox=”true” data-src=”http://nltoday.news/wp-content/uploads/2024/11/oliereuzen-hebben-zich-op-massaproductie-van-plastic-gestort-hoe-shell-bij-pittsburgh-de-buurt-vervuilt-met-een-enorme-plasticfabriek-3.jpg” data-src-medium=”https://s3.eu-west-1.amazonaws.com/static.nrc.nl/wp-content/uploads/2024/11/22170820/data124664027-36748d.jpg” decoding=”async” src=”http://nltoday.news/wp-content/uploads/2024/11/oliereuzen-hebben-zich-op-massaproductie-van-plastic-gestort-hoe-shell-bij-pittsburgh-de-buurt-vervuilt-met-een-enorme-plasticfabriek-15.jpg” srcset=”http://nltoday.news/wp-content/uploads/2024/11/oliereuzen-hebben-zich-op-massaproductie-van-plastic-gestort-hoe-shell-bij-pittsburgh-de-buurt-vervuilt-met-een-enorme-plasticfabriek-13.jpg 160w, http://nltoday.news/wp-content/uploads/2024/11/oliereuzen-hebben-zich-op-massaproductie-van-plastic-gestort-hoe-shell-bij-pittsburgh-de-buurt-vervuilt-met-een-enorme-plasticfabriek-14.jpg 320w, http://nltoday.news/wp-content/uploads/2024/11/oliereuzen-hebben-zich-op-massaproductie-van-plastic-gestort-hoe-shell-bij-pittsburgh-de-buurt-vervuilt-met-een-enorme-plasticfabriek-15.jpg 640w, http://nltoday.news/wp-content/uploads/2024/11/oliereuzen-hebben-zich-op-massaproductie-van-plastic-gestort-hoe-shell-bij-pittsburgh-de-buurt-vervuilt-met-een-enorme-plasticfabriek-16.jpg 1280w, https://images.nrc.nl/EtnbuoA4f2k9iAvFJE9RIUcYk1g=/1920x/filters:no_upscale()/s3/static.nrc.nl/wp-content/uploads/2024/11/22170820/data124664027-36748d.jpg 1920w”>Rokende schoorsteenpijpen steken uit boven de bomen in herfsttinten.
<figure aria-labelledby="figcaption-1" class="figure" data-captionposition="below" data-description="Afvalwater van de Shell-fabriek dat in de rivier de Ohio wordt geloosd. De lucht ruikt er naar terpentine. ” data-figure-id=”1″ data-variant=”row”><img alt data-description="Afvalwater van de Shell-fabriek dat in de rivier de Ohio wordt geloosd. De lucht ruikt er naar terpentine. ” data-open-in-lightbox=”true” data-src=”http://nltoday.news/wp-content/uploads/2024/11/oliereuzen-hebben-zich-op-massaproductie-van-plastic-gestort-hoe-shell-bij-pittsburgh-de-buurt-vervuilt-met-een-enorme-plasticfabriek-4.jpg” data-src-medium=”https://s3.eu-west-1.amazonaws.com/static.nrc.nl/wp-content/uploads/2024/11/22170817/data124664031-029aa3.jpg” decoding=”async” src=”http://nltoday.news/wp-content/uploads/2024/11/oliereuzen-hebben-zich-op-massaproductie-van-plastic-gestort-hoe-shell-bij-pittsburgh-de-buurt-vervuilt-met-een-enorme-plasticfabriek-19.jpg” srcset=”http://nltoday.news/wp-content/uploads/2024/11/oliereuzen-hebben-zich-op-massaproductie-van-plastic-gestort-hoe-shell-bij-pittsburgh-de-buurt-vervuilt-met-een-enorme-plasticfabriek-17.jpg 160w, http://nltoday.news/wp-content/uploads/2024/11/oliereuzen-hebben-zich-op-massaproductie-van-plastic-gestort-hoe-shell-bij-pittsburgh-de-buurt-vervuilt-met-een-enorme-plasticfabriek-18.jpg 320w, http://nltoday.news/wp-content/uploads/2024/11/oliereuzen-hebben-zich-op-massaproductie-van-plastic-gestort-hoe-shell-bij-pittsburgh-de-buurt-vervuilt-met-een-enorme-plasticfabriek-19.jpg 640w, http://nltoday.news/wp-content/uploads/2024/11/oliereuzen-hebben-zich-op-massaproductie-van-plastic-gestort-hoe-shell-bij-pittsburgh-de-buurt-vervuilt-met-een-enorme-plasticfabriek-20.jpg 1280w, https://images.nrc.nl/ViOr2wl8zZBhAlENJ_UDAnSCd-M=/1920x/filters:no_upscale()/s3/static.nrc.nl/wp-content/uploads/2024/11/22170817/data124664031-029aa3.jpg 1920w”>Afvalwater van de Shell-fabriek dat in de rivier de Ohio wordt geloosd. De lucht ruikt er naar terpentine.
Foto’s: Quinn Glabicki
Minutenlang stuurt Clark de boot langs het Shell-terrein. Dit stuk land heeft een „geschiedenis”, vertelt Hulton VanTassel. „Er heeft lange tijd een loodbedrijf gezeten. Daarna een zinkbedrijf. Dat sloot rond 2015.” Shell koos het stuk land voor de fabriek en kreeg een belastingvoordeel van 1,6 miljard dollar van de staat Pennsylvania. Shell gaf weliswaar naar eigen zeggen 80 miljoen dollar uit om het terrein op te schonen, maar de experts zijn niet overtuigd.
„De bodem is nog zwaar vervuild”, zegt Hulton VanTassel. „Waarschijnlijk is het gekocht voor een fractie van wat een ander, schoon stuk land langs de Ohio zou kosten. We zouden gezien het proces van plasticproductie geen aluminium moeten terugvinden in het water dat van het Shell-terrein komt, of zink, of lood, maar dat hebben we wel gedaan.”
Langs de fabriek – overdag niet witverlicht, maar verschillende tinten grijs – vaart Clark naar een van de plekken waar Shell z’n afvalwater loodst op de rivier. Uit een grote buis komt dampend water, dat als een kleine waterval over de rotsen neerklettert, de rivier in. De lucht ruikt er naar terpentine. Vlakbij is een meneer in een kleine bruine boot aan het vissen. Hij zwaait beleefd.
Toezichthouder Department of Environmental Protection stelde acht keer overtredingen vast van de milieuvergunning van Shell wat betreft het afvalwater van de fabriek, zoals te hoge concentraties tolueen en de weekmaker dibutylftalaat.
Clark loopt naar de punt van zijn boot en buigt voorover. Uit het water pakt hij een dikke tak die vastzit vlak bij de uitstroom van het afvalwater van Shell. Hij plukt er een kleine, doorzichtige korrel vanaf, die hij tussen zijn vingers omhooghoudt. Een plastic korrel, precies zoals het eindproduct van deze fabriek. „Ik kan niet garanderen dat deze van Shell komt, want een andere plasticfabriek in de buurt lekt veel plastic korrels in de rivier. Ik heb wel honderden korrels gevonden vlak bij waar het afvalwater geloosd wordt van Shell, in allerlei formaten. Deze regio heeft een groot plasticprobleem.”
Ondanks het plastic in het water, milieuzorgen en de overlast, is niet iedereen negatief over de fabriek. In West-Pennsylvania sloten veel staalfabrieken, ooit de motor van de economie. Shell beloofde met z’n plasticindustrie de regio „een nieuwe rol” te geven. De mensen uit de dorpen in Beaver County reageerden dan ook niet meteen afwijzend op een nieuw, groot, industrieel complex in hun midden.
Aan de bouw van de fabriek werkten 9.500 duizend mensen, maar die vertrokken weer. Uiteindelijk bleven er 600 de machines aansturen; veel ingenieurs, vaak mensen van buiten Beaver County die in het nabijgelegen Pittsburgh gingen wonen. Uit een rapport van de lokale universiteit bleek dat de beloofde werkgelegenheid uitbleef.
„Er zijn veel verschillende standpunten over de fabriek in de gemeenschap”, zegt Hulton VanTassel. „Ik heb mensen horen zeggen dat ze niet meer in hun eigen slaapkamer kunnen slapen, omdat ze daar te veel last hebben van de herrie van de fabriek. Sommige mensen zijn erg bezorgd over hun gezondheid. Maar er zijn ook veel mensen die vinden dat alle extra industrie in de regio goede industrie is – ook al vallen de banen wel tegen.”
Weg verhuisd
Jackie Shock-Stewart besloot niet af te wachten hoe het zou zijn deze fabriek als buurman te hebben. Ze vertelt het 150 kilometer bij de fabriek vandaan, op een bruin gestoffeerde bank in Ohio. Net als twee bevriende families is ze weg verhuisd. Ze vertrok in 2022, vlak voordat de productie begon.
Met haar ranke vingers slaat ze de bladzijden om van een fotoboek dat ze nog maakte van hun oude thuis en tuin. Hun oude huis in Beaver noemt ze een „paradijs”, met een tuin op een dichtbeboste steile heuvel. In de lente plukten ze hun eigen kersen. Stenen hakten ze zelf uit een groeve en bouwden er wandelpaden mee. Ze deelden hun tuin met herten, wasberen, slangen en soms zelfs een coyote.
Toen de fabriek werd gebouwd schenen de witte lampen door de bomen heen haar tuin in. „Alsof er stadionlichten aan stonden. De hele dag en nacht.” Ze raakte bezorgd over haar gezondheid, en die van haar kinderen, die naar een basisschool gingen vlak bij de fabriek. Toen het haar man lukte een baan te vinden in Ohio, verhuisden ze.
„Ik zie ook dat plastic een handig product is, maar voor het milieu is het niet goed. Ik denk niet dat we nog meer van zulke kolossen van fabrieken nodig hebben om zoveel plastic te maken. Zouden we niet al dat geld moeten inzetten voor alternatieven voor plastic?”
Op de bruine tegelvloer speelt haar jongste dochter, haar rode haar in twee staarten, met een kleiset die ze kreeg voor haar vijfde verjaardag. Met een grote rode speelgoedmixer ‘bakt’ ze taartjes en koekjes. De set is van plastic.