N.B. Het kan zijn dat elementen ontbreken aan deze printversie.
Rechtszaak De man die in mei vorig jaar een vrouw en een meisje doodschoot op zorgboerderij Tro Tardi in Alblasserdam en twee jonge mensen zwaar verwondde, hoort in de zittingszaal slachtoffers en nabestaanden spreken.
Het is een rechtbankdag van diepe rouw en veel tranen. John S., de man die heeft bekend op 6 mei vorig jaar te hebben geschoten op de zorgboerderij Tro Tardi in Alblasserdam, sprak begin april in de rechtszaal. Hij wordt ook verdacht van de dood op een schoenmaker in Vlissingen een paar dagen voor de schietpartij op de zorgboerderij. Op deze zonnige maandag in juni spreken de slachtoffers en nabestaanden. Er zijn twintig sprekers.
Er is veel zorg en ruimte voor de slachtoffers. Ze kunnen vlakbij de verdachte staan, wat meer op afstand óf achter glas spreken, zegt voorzitter Jacco Janssen. Zijn collega Daphne van Dooren zal de zitting leiden.
Op Tro Tardi schoot S. de 16-jarige Ann-Sofie en medewerkster Nathalie (34) dood. Hij verwondde de toen 12-jarige Roan en de 20-jarige Fleur ernstig. Slachtofferadvocaten hebben 37 vorderingen ingediend voor schadevergoedingen voor in totaal meer dan een miljoen euro.
De eerste die John S. (39) van dichtbij kort toespreekt is Kirsten (23). John zit in roodzwart trainingsjack vooraan in de zaal met zijn gezicht naar de rechters en zijn rug naar de sprekers. Met Kirsten had John, die vrijwilliger was op de zorgboerderij waar Kirsten al jaren kwam, een korte relatie. Een relatie die ze nooit zelf had gewild, vertelt ze. Zij was toen 17, John 33. Kirsten heeft een verstandelijke beperking.
Ongewenste relatie
In het verhaal van haar moeder, die het daarna overneemt, klinkt naast verdriet vooral ingehouden woede door. Zij zou de relatie ongewenst hebben gevonden, zo werd eerder bericht in de media, wat bij John veel boosheid triggerde. Ze vond de relatie ook ongewenst, zegt ze, en zij stond daarin niet alleen. Ook Kirsten beschouwde de relatie als zeer beklemmend, maar was door haar beperking en leeftijd niet opgewassen tegen de overtuigingskracht van een volwassen man.
Kirsten beëindigde de relatie met hulp van haar moeder, zes jaar geleden. Na enkele weken van stalking verdween John uit haar leven. Tot hij zich ruim een jaar geleden grof aan haar opdrong, al wist ze aanvankelijk niet dat het om hem ging. Plotseling ontving ze op haar telefoon foto’s van een wapen en een briefje met haar naam. Kirsten schrok zich dood en meldde de foto’s bij de politie.
Kort erna kreeg ze gruwelijke foto’s van een verminkt lichaam. Zij en haar moeder dachten dat ze uit een horrorfilm waren geknipt, vertelt de moeder. Kirsten herkende John op beelden die de politie haar liet zien. Ze werd ondergebracht op een veilige plek en een klopjacht op John begon.
Voordat hij kon worden opgepakt, richtte hij op zorgboerderij Tro Tardi een bloedbad aan. ‘Mama, had hij mij maar vermoord, dan waren de anderen nu niet dood geweest’, riep Kirsten, vertelt haar moeder. Sinds die 6 mei is Kirsten angstig. Haar moeder richt zich tot John: „Ik hoop dat je in elke spiegel waarin je kijkt, je slachtoffers ziet. Elke dag weer.”
Ik hoop dat je in elke spiegel waarin je kijkt, je slachtoffers ziet. Elke dag weer
Moeder slachtoffer richt zich tot de dader
De nabestaanden en naasten van die slachtoffers laten in de rechtbank van zich horen. De vriend van Nathalie vertelt hoe hun relatie van 10 jaar bruut afbrak en hoe hij vecht om niet in de put te belanden. Haar zus zegt: „Mijn dagen zijn zwaar en donker zonder jou.”
Intens is het relaas van de moeder van Ann-Sofie. Ze vertelt tegen de onbewogen rug van John S. over haar dochter. Ze werd in 2005 geboren met een zeldzame chromosoomafwijking, die je niet zag, maar waardoor ze moeite had met spreken, lezen en schrijven. Ann-Sofie, was een vrolijk meisje met groot gevoel voor humor dat, met steun van haar ouders, haar weg vond.
Op de schermen in de zittingszaal worden foto’s getoond: Ann-Sofie lachend op een paard. Ann-Sofie knuffelend met een paard.
Het gemis is voelbaar voor alle aanwezigen. De zaal is doodstil. Tranen rollen over wangen. Haar ouders hielpen haar om haar droom om paardenverzorgster te worden, te realiseren. En zij overtrof alle verwachtingen door toch goed te leren spreken en te lezen.
Haar vader vertelt hoe hij dagelijks naar haar graf gaat en ‘weltrusten liefie’ zegt. Hij vertelt hoe hij zijn mooie dochter afzette bij de poort van Tro Tardi. Ze zwaaide met twee armen in de lucht. Hij zou haar niet meer kunnen ophalen. De schutter ontnam Ann-Sofie de glans in haar ogen. „En daarmee ontnam u de glans uit mijn leven.”
De welbespraaktheid van verschillende nabestaanden contrasteert met het onhandige geformuleerde antwoord van John, gevraagd door de rechtbankvoorzitter om een reactie op wat hij hoort. „Het is voor mij onwerkelijk wat er is gebeurd. Ik kan niet bevatten hoeveel pijn de mensen gehad hebben, niet alleen de slachtoffers, ook de nabestaanden.”
Er gaat een zucht door de zaal: Hoezo gehad?
De voorzitter zegt tegen John wat iedereen denkt – dat het leed voor de slachtoffers niet voorbij is maar voortduurt.
Fleur, die zwaar gewond raakte, vertelt hoe Nathalie naast haar in haar hoofd werd geschoten. Ze vertelt hoe ze wilde schuilen maar niet kon. En dat ze nu vaak hoort dat ze blij moet zijn dat ze het overleefd heeft. Maar dat ze elke ochtend moed moet verzamelen om de dag door te komen.
Roan (nu 13) is niet in de zittingszaal maar spreekt de verdachte toe via een filmpje. Ook hij worstelt met trauma’s en en angsten. Hij voelde zich thuis op Tro Tardi maar kan zich er niet meer veilig voelen. Hij heeft inmiddels een nieuwe plek maar mist zijn vrienden en Ann-Sofie en zou het liefst elke dag een kogelwerend vest aantrekken. „Ik hoop dat ik nooit meer zo bang hoef te zijn”, zegt hij.
Lees ookHoe het steeds slechter ging met de schutter van Alblasserdam
‘Er ligt allemaal rood spul’
De verdachte blijft op het oog onbewogen, als jonge mensen vertellen hoe ze in paniek de weilanden inrenden. Of als het gaat over de 12-jarige autistische jongen die zijn moeder belde op die zesde mei: „Mam, mam, er is een man met een pistool, en er ligt allemaal rood spul.” Zijn moeder vertelt dat haar zoon in de kantine was toen hij de schoten hoorde. Hij bleef hij op zijn stoel zitten en sloeg zijn handen tegen zijn oren. Daarna moest hij over Ann-Sofie heen stappen om weg te komen. Nu durft hij niet meer naar het Jeugdjournaal te kijken. Knallen, van een ballon tot vuurwerk, kan hij niet aan. En hij is niet de enige. Slachtoffers hebben PTSS-klachten, krijgen EMDR-therapie, lopen soms vast, hebben constante nachtmerries en kregen sondevoeding omdat ze moeilijk eten. Sommigen durven nauwelijks meer over straat.
Voorzitter Jacco Jansen, die aan het einde van de middag zegt onder de indruk te zijn, ziet zijn gezicht wel. „Ik kijk hem de hele dag recht in de ogen”, zegt hij. „Voor hem was het ook indringend.”