De Arnhemse burgermeester Ahmed Marcouch maakt werk van de belofte te gaan lobbyen voor een verbod op koranverbrandingen. In een brief aan de ministers van Binnenlandse Zaken en Justitie en Veiligheid, verzoekt Marcouch hen een verbod in te stellen „op het demonstratief verbranden en vernielen van religieuze en levensbeschouwelijke voorwerpen en symbolen in de openbare ruimte”.
De timing van de brief is niet vreemd, na een roerige week voor Arnhem. Marcouch legde dit weekend Pegida-voorman Edwin Wagensveld een verbod op, toen hij in de stad een koran wilde verbranden. Reden hiervoor was de veiligheid, aldus Marcouch. De politie adviseerde hem de demonstratie te verbieden, nadat ze had gehoord van mogelijke plannen voor een terroristische aanslag vanuit jihadistische hoek op de Pegida-leden.
Pegida is een rechts-radicale en anti-islamitische groepering, en Wagensveld vernietigt vaker korans. In januari kwam hij om die reden al naar Arnhem, wat escaleerde toen een grote massa tegendemonstranten stenen en vuurwerk gooiden naar de politie.
Denemarken
De belangrijkste argumenten van Marcouch voor een verbod zijn het beschermen van de „nationale veiligheid en democratische rechtsstaat”, zo schrijft hij in de brief. „Extremisten met een giftige, pyromane agenda van vernietiging en verbranding trachten het huis van de democratische rechtsstaat binnen te dringen”, aldus de burgemeester, die al sinds het incident in januari openlijk pleit voor een verbod.
In de brief verwijst Marcouch naar Denemarken. Daar werd eind vorig jaar een verbod ingesteld op het „ongepast behandelen” in de openbaarheid van „teksten die van belang zijn voor een religieuze groep”. Dit besluit was het gevolg van problemen met de veiligheid en verslechterde relaties met landen waar de islam veel aanhangers heeft. De situatie in Nederland kan inmiddels met die in Denemarken worden vergeleken, vindt Marcouch.
emeritus hoogleraar informatierechtEgbert Dommering Er wordt vrij snel gezegd dat iets een beperking is van de vrijheid van meningsuiting
In december verhoogde de Nationaal Coördinator Terrorismebestrijding en Veiligheid (NCTV) het dreigingsniveau voor terrorisme (uit verschillende hoeken) van drie naar vier (met als hoogste niveau vijf). Koranverbrandingen speelden daar onder meer een rol in, maar de NCTV kan niet zeggen hoezeer die het dreigingsniveau precies beïnvloedden. Hugo de Jonge (minister van Binnenlandse Zaken, CDA) schreef in een Kamerbrief september vorig jaar de ontwikkelingen in Denemarken „met interesse te volgen”.
Marcouch stelt in zijn brief ook dat de democratie wordt uitgehold als de „ruimhartige interpretatie” van de vrijheid van meningsuiting voor de één, onderdrukking of haat jegens de ander” aanzwengelt. Vrijheid betekent volgens hem ook in vrijheid een godsdienst kunnen aanhangen.
De burgemeester gebruikt een advies over het schrappen van het verbod op godslastering van de Raad van State uit 2009. De Raad schrijft hierin dat „in extreme gevallen van kwetsing van de godsdienstige gevoelens” bepaalde maatregelen vallen te rechtvaardigen. Het verbod op godslastering werd destijds wel ingetrokken.
‘Groepsbelediging’
„Ik pleit in mijn brief voor het verbieden van een handeling”, zegt de burgemeester desgevraagd, „dat tast het demonstratierecht niet aan”. „Haatzaaien en discriminatie mogen bijvoorbeeld ook niet, los van of dit in een demonstratie gebeurt”, zegt hij. Als het verbod op de vernietiging van religieuze uitingen er echt zou komen, is dat ook geen reden voor een burgemeester om vooraf een demonstratie te verbieden, aldus Marcouch. „Het is dan aan het Openbaar Ministerie om te beoordelen of de wet wordt overtreden, en de politie kan op hun verzoek ingrijpen.”
„Er wordt vrij snel gezegd dat iets een beperking is van de vrijheid van meningsuiting”, zegt Egbert Dommering, emeritus hoogleraar informatierecht aan de Universiteit van Amsterdam. „Maar er is een grens tussen een krachtige uiting en een poging iemand de mond te snoeren.” Een boekverbranding hoort volgens Dommering bij het tweede.
De burgemeester gebruikt een advies over het schrappen van het verbod op godslastering van de Raad van State uit 2009
Dommering: „Het argument vóór een verbod is dat je dit kunt zien als een vorm van groepsbelediging.” Maar dat brengt moeilijkheden met zich mee. Groepsbelediging is in Nederland gedefinieerd als een verbale handeling. „Het Europees Hof voor de Rechten van de Mens (EHRM) bepaalde eerder dat dit ook met anderen middelen kan”, zegt Dommering. „Bovendien moet je duidelijk maken dat het ook echt belediging van een volksgroep is. Ook hier lijkt jurisprudentie van het EHRM dat te ondersteunen.” Met het in 2009 opgeheven verbod op godslastering heeft het idee van Marcouch niets te maken, vindt Dommering. „Een verbod op godslastering is het beschermen van autoriteiten, bij een verbod op boekverbranding ben je bezig mensen in hun overtuigingen te beschermen.”
Wagensveld schrijft op X dat hij bezwaar heeft gemaakt bij de gemeente Arnhem tegen het verbod op de demonstratie. Ook heeft hij bij de voorzieningenrechter een verzoek ingediend vanwege zijn gebiedsverbod. De gemeente Arnhem laat weten dat Wagensveld inmiddels een nieuwe demonstratie heeft aangemeld, voor 30 maart aanstaande.
Lees ook In Arnhem delen moslims de koran gratis uit: ‘Meer lezen over een ander geloof kan nooit kwaad, toch?’
Burgemeesters van de zes grote steden gaan wisselend om met hun nieuwe bevoegdheid om woningen tijdelijk te sluiten na een explosie voor de deur, blijkt uit een inventarisatie van NRC.
Op 114 woningexplosies werden vorig jaar in Rotterdam 32 woningen gesloten. Dit terwijl in Amsterdam 4 woningen werden gesloten op een totaal van 191 woningexplosies in de regio.
Advocaten en de Rotterdamse Ombudsman zijn bezorgd over de wijze waarop woningensluitingen plaatsvinden. Bewoners kunnen zich namelijk niet verweren tegen de politierapportage waarop de sluiting mede gebaseerd wordt. Na een tijdelijke sluiting kan een verhuurder het huurcontract ontbinden.
Geconfronteerd met het verschil tussen 010 en 020 valt ze even stil, de Rotterdamse ombudsman Marianne van den Anker. In beide steden waren vorig jaar aanslagen met explosieven op woningen aan de orde van de dag. Maar waar de Rotterdamse burgemeester 32 woningen sloot na een aanslag – en de bewoners op straat zette – deed de burgemeester van Amsterdam dat slechts vier keer. „Deze cijfers laten zien dat het in veel gevallen ook anders kan”, zegt Van den Anker.
Als ombudsman vraagt ze al maanden aandacht voor de slachtoffers van de explosies. Toen die aanslagen – vooral gepleegd met illegaal vuurwerk zoals cobra’s – drie jaar geleden in zwang raakten, betroffen het vrijwel altijd afrekeningen in het criminele circuit. Algauw werden ook woningen van onschuldige familieleden doelwit.
Explosieven worden tegenwoordig ook op de deur geplakt bij vechtscheidingen en arbeidsconflicten
Anno 2025, ziet Van den Anker, is een criminele link überhaupt niet meer vanzelfsprekend. „Explosieven worden tegenwoordig ook op de deur geplakt bij vechtscheidingen, broodnijd, arbeidsconflicten en andere onenigheid.”
Ombudsmannen gingen dan ook anders kijken naar de explosies. En politie, justitie, gemeenten en woningcorporaties zouden dat ook moeten doen, vindt Van den Anker. Een cobra aan de voordeur kan tegenwoordig iedereen overkomen. „Er wordt nu bijna niet geredeneerd vanuit het idee dat je dan een slachtoffer bent.”
Lees ook
Het is wachten op een ramp: ‘Als zo’n voertuig of opslag met Cobra’s ontploft, is een halve woonwijk weg’
Keihard
Dankzij een verruiming van de gemeentewet kunnen burgemeesters sinds vorig jaar een woning sluiten als de openbare orde ernstig wordt verstoord door geweld – zoals bij een explosie. Door zo’n tijdelijke sluiting, vaak voor een maand, komen de bewoners op straat te staan. Hun woonruimte kunnen ze bovendien permanent kwijtraken, want na een sluiting mag de verhuurder het huurcontract buitengerechtelijk ontbinden.
Afgelopen jaren groeide het aantal aanslagen op woningen en bedrijfspanden in Nederland van 227 in 2022 naar ruim 1.100 in 2024. Voor burgemeesters die zich met de explosiegolf geen raad wisten, was uitbreiding van de sluitingsbevoegheid een vurige wens. Voorheen konden ze alleen sluiten als de aanleiding zich voordeed in de woning – zoals een drugs- of wapenvondst – en niet voor de deur.
Uit cijfers die NRC opvroeg bij de zes grootste steden blijkt dat burgemeesters hun nieuwe bevoegdheid wezenlijk anders aanwenden. Hoewel het aantal explosies in Amsterdam en Rotterdam elkaar weinig ontloopt, sloten de Rotterdamse burgemeester Ahmed Aboutaleb en diens opvolger Carola Schouten vorig jaar 32 woningen. In Amsterdam ging Femke Halsema slechts vier keer over tot sluiting. Zij kiest vaker voor lichtere maatregelen om de veiligheid te verbeteren, zoals cameratoezicht.
Ook de Utrechtse burgemeester Sharon Dijksma sloot verhoudingsgewijs veel woningen na een explosie: 9 op de 22, terwijl Jan van Zanen in Den Haag maar 6 op de 60 gevallen tot sluiting besloot. In Almere ging Hein van der Loo tot 8 sluitingen over op 44 explosies. Alleen de Eindhovense burgemeester Jeroen Dijsselbloem sloot geen enkele woning na een aanslag.
Dat Rotterdam met kop en schouders boven de rest uitsteekt, verbaast advocaat Burç Temeltasch uit de havenstad niets. „Keihard”, zo omschrijft hij het Rotterdamse beleid.
Recent was hij advocaat van een jong stel met kinderen op wier woning een aanslag werd gepleegd. Ze hadden geen antecedenten en het was niet zeker of ze überhaupt het doelwit waren, vertelt Temeltasch. Toch besloot de burgemeester tot sluiting. „En wat doet de woningbouwcorporatie? Die gebruikt die sluiting als wettelijke grondslag om de huurovereenkomst te ontbinden.”
Omdat het gezin niet meewerkte, ging de corporatie in oktober over tot een kort geding. Vol vertrouwen toog Temeltasch naar de rechtbank. Bij sluitingen leunt de burgemeester zwaar op een ‘bestuurlijke rapportage’ van de politie. „Daarin stond enkel: ‘Meneer heeft de aandacht van de politie’, zonder verdere toelichting. Vermoedelijk omdat hij werkt in de autoverhuurbranche.”
<figure aria-labelledby="figcaption-0" class="figure" data-captionposition="auto" data-description="Verschillende dichtgetimmerde ramen in de Rotterdamse Van Speykstraat.
Foto Phil Nijhuis / ANP
” data-figure-id=”0″ data-variant=”grid”><img alt data-description="Verschillende dichtgetimmerde ramen in de Rotterdamse Van Speykstraat.
Foto Phil Nijhuis / ANP
” data-open-in-lightbox=”true” data-src=”http://nltoday.news/wp-content/uploads/2025/04/een-explosief-voor-je-deur-dat-komt-al-lang-niet-meer-alleen-in-het-criminele-circuit-voor.jpg” data-src-medium=”https://s3.eu-west-1.amazonaws.com/static.nrc.nl/wp-content/uploads/2025/04/06211257/data128365189-64c8d0.jpg” decoding=”async” src=”http://nltoday.news/wp-content/uploads/2025/04/een-explosief-voor-je-deur-dat-komt-al-lang-niet-meer-alleen-in-het-criminele-circuit-voor-6.jpg” srcset=”http://nltoday.news/wp-content/uploads/2025/04/een-explosief-voor-je-deur-dat-komt-al-lang-niet-meer-alleen-in-het-criminele-circuit-voor-4.jpg 160w, http://nltoday.news/wp-content/uploads/2025/04/een-explosief-voor-je-deur-dat-komt-al-lang-niet-meer-alleen-in-het-criminele-circuit-voor-5.jpg 320w, http://nltoday.news/wp-content/uploads/2025/04/een-explosief-voor-je-deur-dat-komt-al-lang-niet-meer-alleen-in-het-criminele-circuit-voor-6.jpg 640w, http://nltoday.news/wp-content/uploads/2025/04/een-explosief-voor-je-deur-dat-komt-al-lang-niet-meer-alleen-in-het-criminele-circuit-voor.jpg 1280w, https://images.nrc.nl/wQ9DZIGEzpd5j-8I58odPs2jOiU=/1920x/filters:no_upscale()/s3/static.nrc.nl/wp-content/uploads/2025/04/06211257/data128365189-64c8d0.jpg 1920w”>Verschillende dichtgetimmerde ramen in de Rotterdamse Van Speykstraat.
Foto Phil Nijhuis / ANP
Verschillende dichtgetimmerde ramen in de Rotterdamse Van Speykstraat.
Foto Phil Nijhuis / ANP
<figure aria-labelledby="figcaption-1" class="figure" data-captionposition="auto" data-description="Een raam is dichtgetimmerd aan het Piet Paaltjesplein in de Rotterdamse wijk Spangen.
Foto Bas Czerwinski / ANP
” data-figure-id=”1″ data-variant=”grid” readability=”2″><img alt data-description="Een raam is dichtgetimmerd aan het Piet Paaltjesplein in de Rotterdamse wijk Spangen.
Foto Bas Czerwinski / ANP
” data-open-in-lightbox=”true” data-src=”http://nltoday.news/wp-content/uploads/2025/04/een-explosief-voor-je-deur-dat-komt-al-lang-niet-meer-alleen-in-het-criminele-circuit-voor-1.jpg” data-src-medium=”https://s3.eu-west-1.amazonaws.com/static.nrc.nl/wp-content/uploads/2025/04/06211300/data128365186-76dbb7.jpg” decoding=”async” src=”http://nltoday.news/wp-content/uploads/2025/04/een-explosief-voor-je-deur-dat-komt-al-lang-niet-meer-alleen-in-het-criminele-circuit-voor-9.jpg” srcset=”http://nltoday.news/wp-content/uploads/2025/04/een-explosief-voor-je-deur-dat-komt-al-lang-niet-meer-alleen-in-het-criminele-circuit-voor-7.jpg 160w, http://nltoday.news/wp-content/uploads/2025/04/een-explosief-voor-je-deur-dat-komt-al-lang-niet-meer-alleen-in-het-criminele-circuit-voor-8.jpg 320w, http://nltoday.news/wp-content/uploads/2025/04/een-explosief-voor-je-deur-dat-komt-al-lang-niet-meer-alleen-in-het-criminele-circuit-voor-9.jpg 640w, http://nltoday.news/wp-content/uploads/2025/04/een-explosief-voor-je-deur-dat-komt-al-lang-niet-meer-alleen-in-het-criminele-circuit-voor-10.jpg 1280w, https://images.nrc.nl/sgm_qu3mD6EXfH7lfrxW19KgoG4=/1920x/filters:no_upscale()/s3/static.nrc.nl/wp-content/uploads/2025/04/06211300/data128365186-76dbb7.jpg 1920w”>Een raam is dichtgetimmerd aan het Piet Paaltjesplein in de Rotterdamse wijk Spangen.
Foto Bas Czerwinski / ANP
Een raam is dichtgetimmerd aan het Piet Paaltjesplein in de Rotterdamse wijk Spangen.
Foto Bas Czerwinski / ANP
Toch verloren ze de zaak. De corporatie mocht de angstgevoelens van omwonenden en het belang van een leefbare wijk zwaarder laten wegen, dan het ‘woonbelang’ van het gezin. Hoger beroep zagen de cliënten niet zitten, mede vanwege de hoge kosten.
Temeltasch kent talloze soortgelijke voorbeelden. „Wat al deze gevallen gemeen hebben, is dat gewone mensen, zonder eigen schuld of betrokkenheid, geconfronteerd worden met een reeks besluiten die hun leven volledig ontwrichten.” Ze komen na de explosie op straat te staan, moeten zelf opvang regelen en raken vervolgens hun huis definitief kwijt – zonder recht op vervangende woonruimte.
Politierapportage
Voor het onderbouwen van een sluiting is de bestuurlijke rapportage van de politie cruciaal. Die maakt aannemelijk of de aanslag op de woning was gericht en mogelijk met een crimineel conflict samenhangt.
„Het probleem is dat die rapportages vol staan met speculaties en aannames”, vertelt advocaat Angelique Bhagwandin die meerdere ‘explosieslachtoffers’ als cliënt heeft. Om haar punt te illustreren, loopt ze met NRC de politierapportage van tientallen pagina’s langs die werd opgesteld na een explosie bij de woning van haar cliënte E.
Die deed zich vorig jaar juni voor om 00.20 uur. Nog dezelfde dag produceerde de politie een bestuurlijke rapportage en sloot burgemeester Aboutaleb de woning voor een maand. Mevrouw E., haar achttienjarige zoon en vijftienjarige dochter kwamen op straat te staan.
In de rapportage wordt de doopceel van de hele familie gelicht. Zo staat over mevrouw E. dat ze in 2019 op Marktplaats een gestolen elektronisch apparaat kocht, iets wat ze volgens Bhagwandin niet wist en waarvoor ze niet is vervolgd. Over haar dochter blijkt de politie een registratie te hebben gemaakt vanwege overlast en baldadigheid. Het betreft een incident van jaren geleden, toen ze op Nieuwjaarsdag naast haar neefje stond die vuurwerk afstak, aldus Bhagwandin.
Van de zoon van E. wordt in het rapport de indruk gewekt dat hij een van de grootste criminelen van de stad is. Hij komt 125 keer in de politiesystemen voor, onder meer vanwege verboden vuurwapenbezit, een gestolen scooter en het bezitten van tientallen grammen hasj. „Het is een probleemjongere van wie je er in Rotterdam en andere steden heel veel hebt”, erkent Bhagwandin. „Hoe hij in de rapportage wordt neergezet, is echter buiten alle proportie. Daardoor ontstaat een tendentieus beeld.”
Het probleem is dat die politierapportages vol staan met speculaties en aannames
In plaats van alleen veroordelingen te benoemen – E.’s zoon is volgens Bhagwandin twee keer veroordeeld – noteert de politie in het rapport iedere registratie en iedere observatie die ooit door agenten is gemaakt. De heftigste registratie betreft vuurwapenbezit. Dat de jongen daarvan is vrijgesproken vermeldt het rapport niet.
De slotsom van de politie over de aanslag luidt dat kennelijk sprake is van criminele onenigheid, mogelijk in de wereld van de zware criminaliteit of softdrugs. „Kennelijk, mogelijk. De politie weet nog helemaal niet wat speelt, maar speculeert wel over een samenhang met het criminele circuit. Moet je dat niet eerst even uitzoeken voor je de woning dichtgooit?”, zegt Bhagwandin.
Het wringt des te meer omdat maanden later een buurjongen voor de aanslag is aangehouden. Bij een tussentijdse zitting in de rechtbank Dordrecht, die NRC bezocht, hield hij de lippen stijf op elkaar. Voor Bhagwandin is echter duidelijk dat hier een burenruzie speelde, geen crimineel conflict.
Bij het verloren kort geding om de woningsluiting ongedaan te maken woog de bestuursrechter de politierapportage, die een crimineel conflict veronderstelt, echter zwaar mee.
De kritiek op bestuurlijke rapportages deelt ombudsman Van den Anker. Ze kent het dossier van mevrouw E. „Wij maken ons zorgen over welke informatie wordt gebruikt en hoe die wordt gewogen.” De ombudsman wijst erop dat burgers geen invloed hebben op wat agenten registreren en dat in de systemen makkelijk fouten sluipen. Bijvoorbeeld omdat een agent een verkeerde registratiecode gebruikt.
Een dichtgetimmerde portiek in de Crooswijkseweg.
Foto Phil Nijhuis / ANP
In een buurgemeente van Rotterdam kwam ze laatst een politieregistratie tegen van een profvoetballer die op een pleintje stond te kletsen met een blowende jongere. Vervolgens werd geregistreerd dat hij voor drugsoverlast zorgde. „Wanneer je wil dat een pand dichtgaat, worden dit soort registraties erbij gehaald.”
Van den Anker pleit daarom voor een „veel zorgvuldigere” werkwijze. Dat is extra belangrijk omdat niet zelden ook kinderen de dupe van een sluiting zijn. Ze stelt voor na een explosie de situatie te ‘bevriezen’, terwijl de bewoners tijdelijk elders verblijven en de politie zorgvuldig onderzoek doet voor een bestuurlijke rapportage. Zo zou ook hoor en wederhoor bij de bewoners toegepast kunnen worden over wat de politie noteert.
Aanvechten
Een burgemeesterssluiting heeft namelijk bijzonder veel impact. Niet alleen moeten bewoners een maand – of langer – op eigen kosten elders verblijven, ze lopen ook het risico hun huis voorgoed kwijt te raken. Want zodra een burgemeester een woning tijdelijk sluit, kan de verhuurder sinds vorig jaar het huurcontract buitengerechtelijk ontbinden.
In Rotterdam deed corporatie Hef Wonen dat het vaakst van de corporaties die cijfers wilden delen met NRC. Van de tien keer dat het kon na een explosie, ontbond deze corporatie zeven keer de huurovereenkomst – waaronder die van mevrouw E. Woningcorporatie Havensteder deed dat slechts na één van de twaalf woningssluitingen.
Bewoners plaatst dat voor een enorm probleem. Een opzegging aanvechten is daarnaast juridisch complex. Er bestaan twee routes. De eerste loopt via het aanvechten van de (tijdelijke) burgemeesterssluiting. Bewoners kunnen naar de bestuursrechter stappen om de sluiting van tafel te krijgen door te betogen dat die niet noodzakelijk en evenwichtig is geweest.
Burgemeesters verweren zich daar echter geregeld met succes tegen door erop te wijzen dat zij een belangenafwegingen hebben gemaakt tussen die van de bewoners en de openbare orde.
Bijkomend probleem, zo signaleren advocaten en ombudsman Van den Anker, is dat de rechter in zulke procedures kijkt of de burgemeester tot sluiting had kunnen overgaan gezien de informatie waarover hij toen beschikte – zoals de politierapportage. Dat de woningcorporatie de huurovereenkomst wil ontbinden en bewoners op straat zet, is latere informatie en wordt doorgaans niet meegewogen.
Je kunt je niet verdedigen over wat in de bestuurlijke rapportage staat en de verhuurder kan ook je huurcontact opzeggen
De tweede juridische mogelijkheid is de ontbinding van de huurovereenkomst aanvechten bij de civiele rechter. In het geval van mevrouw E. dient die zaak in juli, zegt Bhagwandin. Winst van zo’n zaak is niet vanzelfsprekend, omdat de woningcorporatie volgens de letter van de wet tot ontbinding kan overgaan als een burgemeester de woning heeft gesloten. „Ik zal de rechter erop wijzen dat de ontbinding in strijd is met de redelijkheid en billijkheid en zwaar leunt op een tendentieuze politierapportage die niet is gestoeld op feiten die door een onafhankelijk rechter zijn vastgesteld”, zegt Bhagwandin.
Hoewel het er volgens ombudsman Van den Anker onder de nieuwe Rotterdamse burgemeester Schouten zorgvuldiger aan toe gaat is het huidige systeem volgens haar onhoudbaar. Ze heeft er alle begrip voor dat de wet is aangepast om burgemeester en woningcorporaties meer mogelijkheden te geven om ondermijning te bestrijden. En in sommige gevallen waren woningsluitingen en huurcontractontbindingen volkomen terecht. In de praktijk wordt echter onvoldoende stilgestaan bij het feit dat explosies al lang niet meer alleen in het criminele circuit plaatsvinden en allerlei andere slachtoffers maken.
Van den Anker wijst erop dat onschuldige mensen nu vier keer gestraft kunnen worden. „Eerst omdat je onschuldig slachtoffer van een explosie kan zijn. Vervolgens heeft de buurt meteen een oordeel over je klaar. Daarna kun je je niet verdedigen over wat in de bestuurlijke rapportage staat en ten slotte kan de verhuurder ook nog eens het huurcontact opzeggen. ”
Patrick Stevens kan het bijna niet geloven. Hij werkt al een kwart eeuw in de cannabisindustrie en eindelijk hoeft hij niet meer geheimzinnig te doen. Zelfs als hij in de trein zit, neemt de teler telefoontjes van coffeeshophouders aan. „En heb je nog voorgedraaide joints nodig?”, horen medepassagiers Stevens dan vragen.
Stevens werkt bij Holigram, een van de legale cannabiskwekers die meedoen aan het langverwachte wietexperiment dat deze maandag van start gaat. Vier jaar lang kunnen gebruikers uitsluitend legale wiet en hasj kopen bij coffeeshops in de gemeentes Nijmegen, Arnhem, Groningen, Zaanstad, Almere, Voorne aan Zee, Heerlen, Maastricht, Breda en Tilburg. De proef moet uitwijzen of Nederland kan overstappen op de legalisering van softdrugs.
Het huidige gedoogbeleid is „een idiote, rare situatie”, vindt de Tilburgse burgemeester Theo Weterings. „Er worden bakken met geld verdiend in het illegale circuit, terwijl het eindproduct gewoon in een legale coffeeshop verkocht mag worden.” Ook zijn ambtsgenoot Paul Depla is een voorvechter van legalisering. „We hebben lange tijd de rode loper uitgerold voor de georganiseerde criminaliteit en illegale telers met de illegale achterdeur”, zegt de burgemeester van Breda.
Kwaliteit van de hasj
Het wietexperiment werd zevenenhalf jaar geleden aangekondigd in het regeerakkoord van kabinet-Rutte II. Anderhalf jaar geleden begonnen coffeeshops in Tilburg en Breda met de verkoop van de eerste legale producten, sinds vorige zomer zijn die ook beschikbaar in de andere acht gemeenten. In het najaar moest de daadwerkelijke start van het wietexperiment volgen, maar die werd uitgesteld omdat de kwekers er nog niet klaar voor waren.
Samples in Coffeeshop Smokery in Wormerveer. Op elke verpakking staat verplicht veel informatie over het product. Foto Olivier Middendorp
De regering heeft tien telers aangewezen om legale cannabis te produceren. Zij bouwden de afgelopen jaren kassen en fabrieken om plantjes te kweken. Nu zeven van de tien telers kunnen leveren, kan het experiment beginnen. Voor de experimenteerfase was bepaald dat telers minimaal 570 kilogram wiet en 160 kilogram hasj per week moeten kunnen leveren, met een voorraad van 6800 kilogram wiet en 2000 kilogram hasj.
Veel van onze klanten denken dat het gemaakt wordt door de staat. Dat de ministers met z’n allen in de kwekerij zitten om de jointjes te draaien
De telers kweken inmiddels voldoende, maar de kwaliteit van de hasj laat nog te wensen over. Dat was de voornaamste zorg van de 57 coffeeshophouders uit deelnemende gemeenten, die vorige maand om uitstel van het experiment vroegen in een brandbrief aan hun burgemeesters. Ze vrezen dat klanten naar andere gemeenten of de illegale markt trekken als de legale producten niet goed zijn. Het uitstel kwam er niet, besloot het kabinet. Wel mogen de coffeeshophouders tot 10 juni gedoogde hasj blijven verkopen. Zo’n twintig procent van de verkoop van coffeeshops bestaat uit hasj.
Op dit moment heeft slechts één kweker altijd hasj op voorraad: CanAdelaar, een van oorsprong Oostenrijkse producent die in Hellevoetsluis de grootste legale cannabiskas van Europa heeft. Gebruikers roken liever gedoogde Marokkaanse hasj dan deze legale nederhasj, zegt coffeeshophouder Maikel van Nieuwkasteele van Smokery uit Wormerveer (Zaanstad). Die legale hasj is „niet van de kwaliteit die klanten van ons gewend zijn”. Volgens Max Scherder van CanAdelaar zullen gebruikers gewend raken aan nederhasj en is die wel degelijk „van erg goede kwaliteit”. Marokkaanse hasj kan in Nederland niet nagemaakt worden, zegt Karina Zuidinga van Q-Farms uit Veendam, al werkt deze kweker aan een soort die in de buurt moet komen. De hasj uit Marokko is ook goedkoper, zeggen beide telers. „Marokkaanse hasj kost 6 tot 10 euro per gram in de shop, dan zit je al op of onder de kostprijs van nederhasj”, zegt Zuidinga.
Voorgedraaide joints in Coffeeshop Smokery. Foto Olivier Middendorp
Er zijn ook andere zorgen, blijkt uit een rondgang van NRC. Sommige telers kampen met personeelstekort voor het inpakken van hasj en wiet. Op elke verpakking zit een unieke code, waarmee de overheid die kan traceren tot aan de verkoop. Coffeeshophouders moeten op hun beurt de zaak inrichten op de verschillende formaten die telers leveren. Als het traceersysteem uitvalt, zoals al een keer gebeurd is, moeten ze foto’s maken van alle producten die over de toonbank gaan, om ze later alsnog te scannen.
Begint het experiment te vroeg? „De een maakt zich heel erg zorgen. De ander zegt: het zal misschien een jaar duren voordat de hele keten op elkaar aangesloten is, maar ik wil wel m’n schouders eronder zetten”, zegt Margriet van der Wal, voorzitter van de vereniging van Actieve Bredase Coffeeshopondernemers. Niet alle coffeeshops die de brandbrief hadden ondertekend, waren daadwerkelijk voor uitstel, laten enkele eigenaren aan NRC weten. Wel deelden ze de zorgen.
Vrij van bestrijdingsmiddelen
Over die zorgen is burgemeester Depla (Breda) sceptisch. „Alle beren op de weg zijn in de praktijk een klein beertje gebleken, of angstbeelden die helemaal niet zijn uitgekomen. Niet alle problemen die naar voren worden gebracht doen zich werkelijk voor. Als burgemeester moet ik oppassen dat ik niet wordt gebruikt als lobby voor gigantische financiële belangen”, zegt hij. Met dat laatste doelt hij op klachten uit het illegale circuit.
Gebruikers gaan er in alle opzichten op vooruit, zeggen telers en coffeeshophouders
Gebruikers gaan er in alle opzichten op vooruit, zeggen telers en coffeeshophouders. Niet alleen is legale, schone wiet vrij van bestrijdingsmiddelen en zware metalen, ook zijn de prijzen volgens hen vergelijkbaar met gedoogd spul. „Eén kilo amnesia kost via de achterdeur drieënhalf tot vierduizend euro. Bij ons is het ongeveer viereneenhalf duizend per kilogram”, zegt kweker Stevens. „En als er meer telers bij komen, gaat het aanbod omhoog en de prijs naar beneden.”
Vaste klanten bij coffeeshop Smokery in Wormerveer moeten nog wennen aan legale wiet. Van Nieuwkasteele schat dat hij op dit moment zestig procent van zijn omzet uit legale producten haalt. „Veel van onze klanten denken dat het gemaakt wordt door de staat. Dat de ministers met z’n allen in de kwekerij zitten om de jointjes te draaien, bij wijze van spreken.” Dus vertelt de coffeeshopeigenaar hoe het wel zit, biedt hij samples van legale wiet aan en krijgen klanten geld terug „als ze het niks vinden”.
De opslag van coffeeshop Smokery. Coffeeshops mogen onder de oude regelgeving 500 gram aan voorraad hebben, in de nieuwe situatie mag dat veel meer zijn. Foto Olivier Middendorp
Van Nieuwkasteele verwacht „een rommelige markt” in de eerste maanden van het experiment. Hij zette teeltbedrijven op in Californië, waar cannabis in 2010 gelegaliseerd werd, en in Canada, waar dat in 2018 gebeurde. Ook in Nederland kent Van Nieuwkasteele de keten van begin tot eind. Hij is niet alleen coffeeshophouder, maar verzorgt als cannabiskoerier ook het transport vanaf de telers.
Burgemeester Depla roept minister Van Weel op „marktverstoring te voorkomen” tijdens het experiment. Hij doelt op geheime prijsafspraken tussen telers en coffeeshops, ook al is er een beperkt aantal dat meedoet. Dat het kabinet daarop beducht is, blijkt uit het feit dat het de Autoriteit Consument & Markt (ACM) op 12 maart een presentatie over marktwerking en concurrentie liet geven aan coffeeshophouders en telers.
Landelijke schaal
Het experiment duurt ‘in principe’ vier jaar, met een mogelijke verlenging van anderhalf jaar. Coffeeshophouder Van Nieuwkasteele verwacht dat de proef al eerder uitgebreid wordt. „Ik voorspel dat het een jaar of twee jaar duurt voordat andere gemeenten mee willen doen. Dan heb je toch overproductie.” Burgemeester Weterings (Tilburg): „Ik sluit niet uit dat we halverwege zeggen: hebben we niet genoeg geleerd? Dat kan betekenen dat we het experiment eerder naar landelijke schaal brengen.”
Alle beren op de weg zijn in de praktijk een klein beertje gebleken
Binnen de huidige regeringspartijen heerst terughoudendheid. De PVV is fel tegen en probeerde het experiment in maart 2024 via een motie stil te leggen. NSC vreest dat het experiment cannabisgebruik normaliseert en daarmee leidt tot een toename onder jongeren. De BBB erkent dat het huidige beleid criminele verdienmodellen in stand houdt, maar wil eerst afstemming op Europees niveau. Ook de VVD is afwachtend en wil eerst de resultaten van het experiment zien voordat er conclusies worden getrokken.
Als Nederland softdrugs volledig zou legaliseren, zou dit niet per se in strijd zijn met het internationaal recht, concluderen strafrechtgeleerden Masha Fedorova en Piet Hein van Kempen in hun onderzoek naar cannabisregulering en internationale verdragen. Hoewel de VN-drugsverdragen staten verplichten cannabis te verbieden, biedt het internationaal recht ruimte voor gereguleerde legalisering, vooral wanneer dit helpt om aan mensenrechtenverplichtingen te voldoen. Steeds meer landen, zoals Luxemburg en Duitsland, reguleren de teelt, wat de druk op hervormingen in het internationale beleid vergroot.
„Wij zijn de enige die nog krampachtig vasthoudt aan het boekje”, zegt Weterings. „Dat is toch een bizarre situatie? Dat wij hier in Nederland nog steeds tegen dezelfde muren aanlopen, terwijl andere landen al stappen hebben gezet.”
Teler Stevens verwacht dat het wietexperiment zijn werk voorgoed legaal zal maken. „Ik ga ervan uit dat ik tot aan mijn pensioen, en hopelijk nog een paar jaar daarna, lekker wiet aan het verkopen ben.”
‘Met sommige foto’s wil ik aan mijn familie vertellen hoe moeilijk het was om mijn gevoel van verantwoordelijkheid voor hen los te laten”, vertelt fotograaf Dominique de Vries (27). Meer dan drie jaar lang fotografeerde hij het landschap achter zijn ouderlijk huis, een sociale huurwoning, gelegen tegen de polder bij Hellevoetsluis (Zuid-Holland). Niet met een expositie of boek in gedachten, maar om voor zijn verhuizing naar Rotterdam afscheid te nemen.
Toch kwam er een project uit voort, Now I Know How to Tell You. Het is ingetogen werk dat toont wat De Vries niet in woorden wist uit te drukken: gemis, schuldgevoel, maar ook de lichtheid van jong zijn tussen de modderpoelen en groene sloten.
„Ik was zeven toen mijn ouders scheidden”, vertelt hij aan de telefoon. Hij wil over de omstandigheden weinig kwijt, wel vertelt hij dat zijn vader vanaf toen niet meer bijdroeg aan het gezin.
Hij bleef achter met zijn moeder en broertje. Als puber voelde hij druk om er voor hen te zijn. „Mijn moeder besprak alles met mij – hoe we de zorg voor mijn broertje moesten aanpakken, bijvoorbeeld. En als zij het emotioneel zwaar had, zag ik het als mijn taak om haar te steunen.”
Foto Dominique de Vries
Foto’s Dominique de Vries
Ze leefden van het minimumloon van zijn moeder. „Ik was me constant bewust van onze situatie. Toen ik naar de middelbare school ging, wilde ik wel hangen en puberen met vrienden, maar nog meer dan dat voelde ik me geroepen om thuis te helpen. En zo was de polder nauwelijks een plek waar ik mijn jonge jaren beleefde, maar gewoon een uitzicht uit mijn raam. De weg waar ik reed, van en naar huis.”
Totdat zijn vertrek in zicht kwam. Hij kreeg een vaste baan kreeg en wilde een eigen thuis. Het leven zoals dat jarenlang vanzelf had doorgedraaid, maakte plaats voor een gevoel van onvoldaanheid. „Als ik later aan deze plek zou terugdenken, wat moest ik me dan voor de geest halen?” Met de camera kon hij in beeld brengen wat hij eerder niet had kunnen vastpakken. „Ik kwam mijn jeugd tegen – juist ook het deel dat ik gemist had.”
Op foto’s: een boomhut, een mandje met appels. Een sloot vol drab. „Als kind zat ik bij zulke sloten te vissen en te prutsen. Ik kijk naar het plaatje en voel me weer speels. Maar ik zie ook een troosteloze plek in een verlaten landschap.”
Foto Dominique de VriesFoto Dominique de Vries
Zijn moeder en oma hadden in Polen hun familie en hun kansen om zelf door te leren achtergelaten. Het was midden jaren negentig, Polen was al een paar jaar een democratie, maar het land leefde nog met de naweeën van het communistische bewind. Er was weinig werkgelegenheid en de koopkracht was laag.
Beiden begonnen ze in Nederland als schoonmaakster. Hun afscheid daar werd een erfenis voor zijn toekomst hier. „Ik kon het niet maken om niet te gaan studeren, of om niet een stabiele baan te vinden [in de GGZ, red.]. Als ik alleen maar fotograaf was geworden, had ik het gevoeld alsof ik niet genoeg had gedaan met de kansen die zij met hun opofferingen voor mij mogelijk hebben gemaakt.
„Als jonge gast stond ik soms vol spanning met mijn camera tegenover boeren. Zo was er een meneer die in zijn eentje op een enorm stuk land leefde. Tussen de modder en de kou. Zijn vrouw en kinderen waren bij hem weggegaan. Ik herkende de situatie: een volwassen man, in een harde omgeving, die in zijn eentje alle zorgen op zijn schouders droeg. Ik besefte toen dat ik niet zo wil worden.”