Na een turbulente week voor Arnhem, schrijft burgemeester Marcouch twee ministers: verbied koranverbrandingen

De Arnhemse burgermeester Ahmed Marcouch maakt werk van de belofte te gaan lobbyen voor een verbod op koranverbrandingen. In een brief aan de ministers van Binnenlandse Zaken en Justitie en Veiligheid, verzoekt Marcouch hen een verbod in te stellen „op het demonstratief verbranden en vernielen van religieuze en levensbeschouwelijke voorwerpen en symbolen in de openbare ruimte”.

De timing van de brief is niet vreemd, na een roerige week voor Arnhem. Marcouch legde dit weekend Pegida-voorman Edwin Wagensveld een verbod op, toen hij in de stad een koran wilde verbranden. Reden hiervoor was de veiligheid, aldus Marcouch. De politie adviseerde hem de demonstratie te verbieden, nadat ze had gehoord van mogelijke plannen voor een terroristische aanslag vanuit jihadistische hoek op de Pegida-leden.

Pegida is een rechts-radicale en anti-islamitische groepering, en Wagensveld vernietigt vaker korans. In januari kwam hij om die reden al naar Arnhem, wat escaleerde toen een grote massa tegendemonstranten stenen en vuurwerk gooiden naar de politie.

Denemarken

De belangrijkste argumenten van Marcouch voor een verbod zijn het beschermen van de „nationale veiligheid en democratische rechtsstaat”, zo schrijft hij in de brief. „Extremisten met een giftige, pyromane agenda van vernietiging en verbranding trachten het huis van de democratische rechtsstaat binnen te dringen”, aldus de burgemeester, die al sinds het incident in januari openlijk pleit voor een verbod.

In de brief verwijst Marcouch naar Denemarken. Daar werd eind vorig jaar een verbod ingesteld op het „ongepast behandelen” in de openbaarheid van „teksten die van belang zijn voor een religieuze groep”. Dit besluit was het gevolg van problemen met de veiligheid en verslechterde relaties met landen waar de islam veel aanhangers heeft. De situatie in Nederland kan inmiddels met die in Denemarken worden vergeleken, vindt Marcouch.

emeritus hoogleraar informatierechtEgbert Dommering Er wordt vrij snel gezegd dat iets een beperking is van de vrijheid van meningsuiting

In december verhoogde de Nationaal Coördinator Terrorismebestrijding en Veiligheid (NCTV) het dreigingsniveau voor terrorisme (uit verschillende hoeken) van drie naar vier (met als hoogste niveau vijf). Koranverbrandingen speelden daar onder meer een rol in, maar de NCTV kan niet zeggen hoezeer die het dreigingsniveau precies beïnvloedden. Hugo de Jonge (minister van Binnenlandse Zaken, CDA) schreef in een Kamerbrief september vorig jaar de ontwikkelingen in Denemarken „met interesse te volgen”.

Marcouch stelt in zijn brief ook dat de democratie wordt uitgehold als de „ruimhartige interpretatie” van de vrijheid van meningsuiting voor de één, onderdrukking of haat jegens de ander” aanzwengelt. Vrijheid betekent volgens hem ook in vrijheid een godsdienst kunnen aanhangen.

De burgemeester gebruikt een advies over het schrappen van het verbod op godslastering van de Raad van State uit 2009. De Raad schrijft hierin dat „in extreme gevallen van kwetsing van de godsdienstige gevoelens” bepaalde maatregelen vallen te rechtvaardigen. Het verbod op godslastering werd destijds wel ingetrokken.

‘Groepsbelediging’

„Ik pleit in mijn brief voor het verbieden van een handeling”, zegt de burgemeester desgevraagd, „dat tast het demonstratierecht niet aan”. „Haatzaaien en discriminatie mogen bijvoorbeeld ook niet, los van of dit in een demonstratie gebeurt”, zegt hij. Als het verbod op de vernietiging van religieuze uitingen er echt zou komen, is dat ook geen reden voor een burgemeester om vooraf een demonstratie te verbieden, aldus Marcouch. „Het is dan aan het Openbaar Ministerie om te beoordelen of de wet wordt overtreden, en de politie kan op hun verzoek ingrijpen.”

„Er wordt vrij snel gezegd dat iets een beperking is van de vrijheid van meningsuiting”, zegt Egbert Dommering, emeritus hoogleraar informatierecht aan de Universiteit van Amsterdam. „Maar er is een grens tussen een krachtige uiting en een poging iemand de mond te snoeren.” Een boekverbranding hoort volgens Dommering bij het tweede.

De burgemeester gebruikt een advies over het schrappen van het verbod op godslastering van de Raad van State uit 2009

Dommering: „Het argument vóór een verbod is dat je dit kunt zien als een vorm van groepsbelediging.” Maar dat brengt moeilijkheden met zich mee. Groepsbelediging is in Nederland gedefinieerd als een verbale handeling. „Het Europees Hof voor de Rechten van de Mens (EHRM) bepaalde eerder dat dit ook met anderen middelen kan”, zegt Dommering. „Bovendien moet je duidelijk maken dat het ook echt belediging van een volksgroep is. Ook hier lijkt jurisprudentie van het EHRM dat te ondersteunen.” Met het in 2009 opgeheven verbod op godslastering heeft het idee van Marcouch niets te maken, vindt Dommering. „Een verbod op godslastering is het beschermen van autoriteiten, bij een verbod op boekverbranding ben je bezig mensen in hun overtuigingen te beschermen.”

Wagensveld schrijft op X dat hij bezwaar heeft gemaakt bij de gemeente Arnhem tegen het verbod op de demonstratie. Ook heeft hij bij de voorzieningenrechter een verzoek ingediend vanwege zijn gebiedsverbod. De gemeente Arnhem laat weten dat Wagensveld inmiddels een nieuwe demonstratie heeft aangemeld, voor 30 maart aanstaande.


Lees ook
In Arnhem delen moslims de koran gratis uit: ‘Meer lezen over een ander geloof kan nooit kwaad, toch?’

Moslims delen zaterdagmiddag in Arnhem korans uit. Een week geleden probeerde Pegida-voorman Edwin Wagensveld in Arnhem een koran te verbranden. Foto: Dieuwertje Bravenboer