Na een plotselinge beweging van de zeebodem kan een golf zich vrijwel ongeremd over de oceaan bewegen

In de oceaan voor de kust van het oostelijke Russische schiereiland Kamtsjatka vond woensdagnacht om even voor half twee Nederlandse tijd een zeer krachtige aardbeving plaats met een magnitude van 8,8. Onmiddellijk gaven de autoriteiten een tsunamiwaarschuwing af. Het epicentrum van de beving lag 130 kilometer uit de kust, in een gebied waar seismische activiteit overigens aan de orde van de dag is. Maar deze beving was wel uitzonderlijk krachtig, en komt op plaats zes van de krachtigste aardbevingen die ooit zijn gemeten.

„Dit is wel een opmerkelijk krachtige aardbeving ja”, zegt aardwetenschapper Rob Govers van de Universiteit Utrecht. „Bevingen van 8,5 of groter komen wereldwijd niet vaker voor dan een of twee keer per decennium. In de periode van 1964 tot 2004 was er zelfs geen enkele aardbeving die nabij een magnitude van 9 kwam.”

Berichten over dat de schade van deze beving lijkt mee te vallen, komen op Govers over als ongeloofwaardig. „Het epicentrum van de hoofdschok lag op niet meer dan 130 tot 150 kilometer van de dichtstbijzijnde stad, Petropavlovsk, met 200.000 inwoners. Het kan niet anders dan dat daar ook gebouwen zijn beschadigd en slachtoffers zijn gevallen. Daar komt bij dat het epicentrum eigenlijk niet één punt is. Het gaat om een zwerm van grotere en kleinere aardschokken die zich uitstrekt over een gebied van in totaal 400 bij 150 kilometer. Dan is die afstand tot bewoond gebied minimaal.”

Het gebied waar de aardbeving plaatsvond is een bekende subductiezone, een gebied waar de Pacifische aardplaat onder de Noord-Amerikaanse plaat schuift. Daar is op de zeebodem een diepe trog waar schuifspanningen tussen de over elkaar glijdende aardplaten optreden, en daarachter een ring van vulkanen waar magma omhoogkomt. „Geologen verwachten hier wel grote aardbevingen, zeker omdat de tektonische beweging hier behoorlijk snel gaat, met een verschuiving van wel acht centimeter per jaar. De spanning tussen de platen loopt snel op tot het losschiet met een aardbeving tot gevolg. Er zijn voortdurend kleinere bevingen, met soms een krachtige uitschieter, zoals nu. In 1952 was er ook bij Kamtsjatka een aardbeving met een magnitude 9. Op 20 juli was er in het gebied al een beving die we nu zien als voorschok, met een kracht van 7,5.”

Subductiegebieden zijn berucht omdat een aardschok daar in potentie tot een grote tsunami kan leiden. Plotselinge bewegingen van de diepe zeebodem brengen veel energie over op de waterkolom erboven, waardoor een golf wordt opgewekt. De tsunami verplaatst zich in het diepe water van de oceaan vrijwel ongeremd, wat verklaart dat er nu tot in Chili en Nieuw-Guinea tsunamiwaarschuwingen zijn afgegeven.

In diep water gaat de golf met duizend kilometer per uur, „net zo snel als een verkeersvliegtuig”, zegt Govers. Maar aangekomen bij een kust aan de overkant wordt het water ondieper en ontstaat een stuwing, „net als auto’s die in een file komen”. Waar de tsunami op de open oceaan nog een golfje was van enkele tientallen centimeters, kan hij aan de kust aanzwellen tot een metershoge golf. „De enige kant die het water daar op kan is omhoog”, zegt Govers. Vaak trekt de zee zich aan de kust eerst terug, om daarna in een grote vloedgolf of serie van golven terug te keren.

De enorme watermassa kan grote verwoesting aanrichten, ook nog aan de overkant van de oceaan. „Dat zagen we in 2004 ook bij de grote beving bij Sumatra, waarbij een tsunami ook nog heel veel slachtoffers maakte in het Afrikaanse land Somalië, aan de overkant van de Indische Oceaan.”

Overigens constateert Govers dat de informatievoorziening vanuit de Amerikaanse overheid veel kariger is dan normaal – het effect van bezuinigingen door de Amerikaanse regering-Trump, denkt hij. „Normaal krijgen we zo’n twee uur na zo’n krachtige aardbeving wel een gedetailleerde analyse over hoe het precies is verlopen. Heel belangrijk voor het inschatten van de ernst van een mogelijke tsunami is bijvoorbeeld of de breuk na de initiële schok op grote diepte zich heeft verplaatst naar dichter onder het oppervlak. Die informatie ontbreekt nu, waardoor het lastig inschatten is hoe het nu verder zal verlopen.”

De verplaatsing van de tsunami wordt nu nog wel in kaart gebracht door een beperkt aantal meetstations in de oceaan die de drukverandering op de zeebodem meten en zo de tsunamigolf van circa vijftig centimeter voorbij zien komen. Govers verwacht overigens dat grote rampen voorkomen kunnen worden doordat mensen langs de oceaankust nog op tijd gewaarschuwd kunnen worden om naar hoger gelegen gebieden te vluchten.