Zelfs je grootste vijand wens je niet toe dat hij in een Keniaanse gevangenis belandt. „Alles is er slecht. Alles is een hel. Van wat je eet tot het toilet dat je gebruikt”, vertelt Timothy (24, zijn achternaam is bekend bij de redactie), die net is vrijgekomen.
Willy Mutunga (77) bevestigt de slechte omstandigheden, en in het bijzonder die voor gevangenen in voorarrest die er jaren op hun rechtszaak wachten. Mutunga is voormalig politiek gevangene en werd later voorzitter van het Keniaanse hooggerechtshof. „Het is er onmenselijk”, zegt hij over de beruchte gevangenis Makadara, waar hij zelf begin jaren tachtig verbleef voor hij in 2011 werd benoemd tot hoofd van de rechterlijke macht.
De gevangenis uit 1911 is gebouwd voor tweeduizend gevangenen, maar op dit moment zitten er 4.317 mensen opgesloten. Het detentiecentrum ligt in het industriegebied van Nairobi, achter een hoge muur en prikkeldraad.
Timothy, een herder van de open vlaktes uit Noord-Kenia, is beperkt geschoold en werkte in de hoofdstad als nachtwaker bij een bouwbedrijf. Hij zat een jaar opgesloten in Makadara. Op een dag in 2023, rond drie uur ’s nachts, kwamen de boeven, vertelt hij. Maar Timothy lag te slapen en ongehoord gingen ze er vandoor met zware machines en een aanhangwagen. Nadat hij was ontwaakt en de diefstal had opgemerkt, rende hij in paniek weg. Nog dezelfde dag arresteerde de politie hem. Die beschuldigde hem van de diefstal.
De gevangenis is voor mensen in voorarrest een schreeuwende ondermijning van de mantra dat we onschuldig zijn totdat het tegendeel bewezen is
De regering wees hem een advocaat toe. „Eerst wilde die 1.000 euro smeergeld, daarmee zou hij de rechter omkopen”, vertelt Timothy. „Maar dat soort bedragen heb ik nog nooit gehad.” Zijn advocaat raadde hem aan zich dan maar schuldig te verklaren in ruil voor strafvermindering. „Zou ik dat niet doen, dan moest ik vele jaren in voorarrest op mijn vonnis wachten. Dus het was maar beter me schuldig te verklaren. Mijn rechtszaak duurde nog geen half uur en er werden geen getuigen opgeroepen.”
Voormalig opperrechter Willy Mutunga bevestigt dat veel onschuldige mensen akkoord gaan met een schikking – geïnitieerd door de verdedigende raadsman, of de aanklager, of de magistraat – en zichzelf schuldig verklaren voor strafvermindering of een boete. „Anders zou je wel eens zeven jaar moeten wachten op de behandeling van je zaak”, zegt hij. „De gevangenis is voor mensen in voorarrest een schreeuwende ondermijning van de mantra dat we onschuldig zijn totdat het tegendeel bewezen is.”
Elitebehandeling
Michael (achternaam bekend bij de redactie) is kapelaan. Een paar jaar geleden begon hij aan een opleiding tot priester, maar hij verkoos al snel het bestrijden van sociaal onrecht boven het spreken vanaf de kansel. Iedere week bezoekt hij gevangenissen. „De advocaten van de overheid doen het alleen om het geld”, foetert hij. „Ze beloven van alles, nemen het smeergeld in ontvangst en laten dan nooit meer van zich horen. Velen zijn onschuldig, maar omdat er zo’n achterstand bestaat in het verwerken van zaken verkommeren ze in de hel van Makadara. Beesten in een kooi leiden een beter bestaan.”
Timothy liep op de dag van zijn arrestatie op plastic sandalen zonder sokken. Hij droeg een oude broek zonder ondergoed. Zo ging hij de gevangenis in, zo kwam hij er een jaar later uit. „Ik heb in al die tijd nooit andere kleren gedragen, want die krijg je niet in Makadara.”
Opeengepropt met ruim honderd anderen zat hij in een cel voor verdachten van diefstal en seksueel misbruik. „Ik maakte mijn slaapplaats op de grond, zonder matras, zonder mat, op de cementen vloer, vlak naast een buurman, met mijn rug naar hem toegekeerd.” Net als buiten de gevangenismuren was niet iedereen gelijk. „De rijken sliepen in wat we het presidentiële paleis noemden: zij hadden wel een matras en ze mochten televisie kijken.”
Willy Mutunga vertelt dat zo’n ‘presidentieel paleis’ achter de tralies dateert uit de koloniale tijd. Gevangenissen waren gescheiden en het ‘paleis’ was gereserveerd voor witte gedetineerden. „De Makadara-gevangenis is, net als alle andere detentiecentra in Kenia, gebouwd onder het kolonialisme. Vroeger was er ook zo’n speciale behandeling voor de elite, destijds voor de witte kolonialen, zij kregen wel beddengoed.”
De gewone gevangenen moeten het zonder zeep en zonder toiletpapier stellen. „Als ik niet soms toiletpapier had gebracht en zeep, had Timothy zijn kont nooit kunnen schoonmaken”, zegt kapelaan Michael met een Mona Lisa-glimlach. „Ook vergeet ik nooit reinigingsspullen voor het toilet mee te nemen, de geur van urine is er niet om uit te houden.”
Extra kleren zijn niet toegestaan, dus als je de kleren aan je lijf wil wassen, sluit je een deal met een andere gevangene. Timothy: „We trokken dan beiden onze kleren uit, ik deed die van hem aan en ging de mijne wassen. Zonder wasmiddel. Als tegemoetkoming moest ik dan later zijn kleren wassen.”
Gillende katten
De dagelijkse routine in Makadara is om zeven uur een kop slappe pap als ontbijt, om elf uur slecht gekookt maïsmeel en het water van spinazie en om drie uur avondeten met een bordje bonen. Alle maaltijden worden geserveerd op de grond. „Omdat het zo weinig was, kon je de serveerder benaderen om wat meer te vragen”, gaat Timothy verder. „Of je vroeg om wat extra in het presidentiële paleis. Maar daarvoor moest je een prijs betalen: je verkocht je kont voor een extra hap.” Kapelaan Michael geeft gevangenen psychische hulp. „Het eerste probleem dat ze te berde brengen is dat ze zijn aangerand. Er vindt zoveel seksueel geweld plaats”, zegt hij.
Soms klonk in de nacht een gillend geluid, als dat van strijdende katten. Dat maakte Timothy bang. „We dachten dan dat er de volgende ochtend iemand zou overlijden.” Vaak was dat ook het geval. „Bij hoofdpijn kreeg je een tabletje voor wormen in je maag. Regelmatig stierven er zieke gevangenen.”
Hoe houd je het vol in een wereld zonder ramen, zonder verse lucht, zonder nieuws van buiten? Timothy is stevig afgevallen, zijn huid is dof en grijs. „Soms bad ik tot God om me te komen halen, dan was alle moed me ontschoten. Vaak wilde ik alleen maar dood zijn.” Een jaar later stond hij weer op straat – als een zombie, niet in staat zich in de massa te mengen. „Ik zweette als een rund en mijn benen beefden.” Kapelaan Michael: „Na hun vrijlating kunnen sommigen niet meer praten, ze zijn volledig gedesoriënteerd. Hun verstand lijkt weggevaagd. En als ze zich herstellen worden ze door hun ervaringen in Makadara vaak hardcore criminelen.”
Beesten in een kooi leiden een beter bestaan
Waarom behandelt een toch redelijk democratisch land als Kenia zijn gevangenen in Makadara alsof er wraak op hen wordt genomen, alsof ze niet meer horen bij een land met rechten en waarden? Kapelaan Michael haalt zijn schouders op. „Als ik dit ter sprake breng bij de directeur van Makadara, dan klaagt hij over onvoldoende middelen voor een goed dieet en hygiëne.”
Zebra-uniform
Onder het bewind van de autocraat Daniel arap Moi (1978-2002) vonden er volgens een rapport van Amnesty International in 1999 folteringen plaats en overleden er ieder jaar tientallen gedetineerden. Na het vertrek van Moi begon de nieuwe regering met hervormingen, geleid door de toenmalige vicepresident Moody Awori (2003-2008). „Gevangenen zijn mensen, mensen die gerehabiliteerd moeten worden. Ze zijn geen uitschot, verstoken van enige aanspraak op mensenrechten en liefde”, zei hij.
Eenmaal veroordeeld verlangen gevangenen bijvoorbeeld naar het zebra-uniform. Dat gestreepte pak geeft ze recht om onder begeleiding buiten de gevangenismuren openbare werken te verrichten. Zo kunnen ze een centje bijverdienen. Maar na het vertrek van Moody Awori kwamen dergelijke hervormingen tot stilstand en over het algemeen blijft de gevangenissector in Kenia, en in breder verband in vrijwel alle Afrikaanse landen, sterk onderontwikkeld.
Willy Mutunga is nu met pensioen en nog steeds mensenrechtenactivist. „De situatie in de gevangenissen weerspiegelt de onmenselijkheid van onze samenleving”, zegt hij. „Ze zouden moeten worden afgeschaft.”