N.B. Het kan zijn dat elementen ontbreken aan deze printversie.
Verdwenen Colombiaanse kinderen De hoop was al aan het vervliegen, toen vrijdag toch nog de vier inheemse kinderen werden gevonden die veertig dagen lang door de jungle van Colombia doolden. Ze bleken 5 kilometer van hun gecrashte vliegtuig te schuilen onder een zelfgemaakt bladerendakje.
Colombia heeft zich dit weekeinde kunnen laven aan een viervoudig wonder. Met ingevallen gezichtjes, onder de insectenbeten, maar buiten levensgevaar, werden vrijdag de vier kinderen gevonden wier vliegtuigje op 1 mei neerstortte in een verlaten uithoek van het Amazonewoud. De drie volwassenen aan boord overleefden de crash niet, maar toen het toestel half mei werd aangetroffen, was er geen spoor van de drie zussen Lesly (13), Soleiny (9), Cristin (11 maanden) en broertje Noriel (4).
Het Colombiaanse leger begon na de vondst van het vliegtuigje samen met lokale inheemse bewoners het bos uit te kammen. Militaire vliegtuigen en twee Black Hawk-helikopters probeerden met hitte- en infraroodcamera’s door het dichte bladerdek te speuren. Op de grond werden overlevingspakketen met flesjes water, sandwiches en fariña (yuccagriesmeel) achtergelaten, die soms ook bleken te zijn aangesproken. Met luidsprekers werd een oproep van oma afgespeeld, die haar kleinkinderen in hun eigen inheemse taal opriep om toch vooral op een plek te blijven.
Verjaardagen in het woud
Hoewel de missie de naam ‘Operación Esperanza’ kreeg, was Colombia de hoop al een beetje aan het verliezen. Cristin en Noriel moesten hun eerste en vijfde verjaardag in de jungle beleven. De zoektocht domineerde gaandeweg minder het nieuws. De luchtmacht bracht het aantal vluchten terug. Enkele inheemse boslopers gaven het zoeken op en verscheidene militairen moesten afgelost worden, nadat ze jungleziektes opliepen.
Omdat soms nog een voorwerp van de kinderen of een mogelijk spoor werd gevonden, wilde ook niemand het zoeken opgeven. De kinderen zijn van inheemse komaf en kennen het bos goed, wat hun overlevingskansen veel groter maakt dan die van een stadskind.
Wel besloot het leger vorige week zijn zoekstrategie te wijzigen, meldden Colombiaanse media dit weekeinde in eerste reconstructies. Op basis van een kaart met daarop alle gevonden sporen, gingen de militairen er nu vanuit dat Lesly op zoek was gegaan naar een rivier, waarlangs vaak inheemse nederzettingen te vinden zijn. Vanuit deze nieuwe theorie werd weer dichterbij de plek van de crash gezocht.
Uiteindelijk bleken de kinderen inderdaad op slechts 5 kilometer van de crashplek te schuilen. Vrijdagochtend spraken de speurders inwoners van een inheems gehucht, die vertelden kinderen in het bos te hebben zien lopen. Inheemse leden van de zoekmissie vonden de vier een paar uur later: liggend op de grond onder een zelfgemaakt afdakje van bladeren. Ze keken gedesoriënteerd uit hun ogen en waren te zwak om te praten, maar na enkele tellen verbijstering begon de oudste opgelucht te huilen, vertelde een speurder aan nieuwssite Cambio.
Een zoeker bleef bij de kinderen, terwijl een ander naar de militairen rende. Die konden daarop viermaal het verlossende codewoord over hun radio’s laten klinken: ‘Milagro. Milagro. Milagro. Milagro.’ Een ‘wonder’ voor elk levend gevonden kind. Een legerhelikopter pikte de vier op om ze naar Calamar te brengen, een jungleplaatsje aan het eind van een snelweg die het woud inloopt. Hoe ze precies hebben kunnen overleven is nog niet duidelijk.
Herenigd met vader
De Colombiaanse president Gustavo Petro – net terug van vredesbesprekingen in Havana, waar hij een staakt-het-vuren met guerrillagroep ELN overeenkwam – jubelde vrijdag dat „we vandaag een magische dag beleven”. Over de kinderen zei de linkse president: „Ze waren alleen, ze hebben zelf een voorbeeld van overleven gegeven dat de geschiedenis in zal gaan. Deze kinderen zijn de kinderen van de vrede en de kinderen van Colombia.”
We beleven vandaag een magische dag
Gustavo Petro president Colombia
Dit weekeinde werden de kinderen naar een militair hospitaal in Bogotá gevlogen en kregen ze ook bezoek van Petro. Maar vooral konden ze in de hoofdstad worden herenigd met hun vader.
Hij was weken voor het vliegtuigongeluk zijn inheemse gebied ontvlucht na doodsbedreigingen van een gewapende groep. De rest van het gezin wilde hem begin mei nareizen om in de grote stad een nieuw leven te beginnen. Die kans krijgen de vijf nu alsnog, zij het zonder hun verongelukte moeder. En in een buitenwereld die – zodra ze zijn aangesterkt – van alles zal willen weten over hun veertig dagen in het woud.