N.B. Het kan zijn dat elementen ontbreken aan deze printversie.
WK voetbal Saoedi-Arabië is al een tijd lang bezig invloed te verwerven in het internationale topvoetbal. Newcastle United werd gekocht, een Saoedische club aast op Cristiano Ronaldo. En dan was het WK in Qatar ook nog eens een succes, door de zege op Argentinië.
Tien uur voor de aftrap is het al druk op busstation Al Messila, niet ver van het centrum van Doha. Saoedische voetbalfans – vrijwel uitsluitend mannen – trekken rolkoffers achter zich aan en zwaaien met groene vlaggen terwijl ze zich bewegen naar de ingang van de metro, die hen naar hotels, fanzones of de oude souq brengt. Later, aan het begin van de avond, zullen ze in stoet vertrekken naar het Lusail-stadion in het noorden van de stad, waar de laatste en beslissende groepswedstrijd wacht tegen Mexico.
De uitslag is niet het belangrijkste, zegt Ahmed Boukahn, een 33-jarige ingenieur uit de Saoedische stad Koepang in het oosten van het land: „Als ons team maar met waardigheid en passie speelt.” Boukahn is ’s morgens vroeg naar het plaatsje Abu Samra gereden, de enige grensovergang tussen Saoedi-Arabië en Qatar. Van daaruit brachten honderden felgekleurde bussen Boukahn en zijn medesupporters naar Doha, negentig kilometer over een kaarsrechte vijfbaansweg door de woestijn.
Aan passie geen gebrek bij het Saoedische elftal, blijkt ’s avonds. Maar het is niet genoeg. Het team van de Franse bondscoach Hervé Renard verliest van Mexico (1-2). Daardoor is Saoedi-Arabië uitgeschakeld. Opnieuw. Sinds 1994, toen het land na overwinningen op Marokko en België verrassend de achtste finale haalde waarin het werd uitgeschakeld door Zweden (1-3), is het de Saoediërs niet meer gelukt de poulefase door te komen.
Toch is dit WK in Qatar óók het toernooi van Saoedi-Arabië geworden. Sportief: door de sensationele overwinning op Argentinië in de eerste groepswedstrijd. Voor Boukahn was het WK daarmee al geslaagd. „Dat was een historisch moment”, zegt hij op busstation Al Messila. „Nooit eerder won een Arabisch land van een topland als Argentinië. We begonnen als de underdog, maar de hele wereld heeft gezien waar Saoedi-Arabië toe in staat is.
Bin Salman in de ereloge
Ook buiten het veld is het WK in Qatar in hoge mate een Saoedisch feestje. Dat merk je in Doha, waar Saoediërs de grootste supportersgroep vormen. En het is zichtbaar in de ereloges van de stadions. Tijdens de openingsceremonie zat de Saoedische kroonprins en premier Mohammed bin Salman, naast emir Tamim al-Thani van Qatar en FIFA-voorzitter Gianni Infantino. Later verscheen de emir met een Saoedische vlag over zijn schouders bij de wedstrijd die het buurland speelde tegen Argentinië.
Vanzelfsprekend, vinden Saoedische voetbalfans. Qatarezen en Saoediërs zijn „familie”, zegt Mehdi Aldhamin, een negentienjarige student die met zijn vader naar Qatar is gereisd voor de wedstrijd tegen Mexico. Vaak letterlijk, bedoelt hij. Qatarese en Saoedische families zijn nauw met elkaar verbonden, er wordt vaak ‘over de grens’ getrouwd. Tel daarbij op dat Saoedi-Arabië een voetbalgek land is met 35 miljoen inwoners én de enige staat die een landsgrens deelt met Qatar, en je begrijpt dat de WK-tribunes vol zitten met Saoedische supporters.
Toch was de Saoedische alomtegenwoordigheid op het WK in Qatar kort geleden nog onvoorstelbaar. Vanaf de zomer van 2017 was het gastland bijna vier jaar lang verwikkeld in een fel conflict met de rest van de Golfregio, aangevoerd door Saoedi-Arabië. Qatar vormde door zijn steun aan de moslimbroederschap en goede banden met Iran een gevaar voor de regio, vonden de andere Golfstaten. Daarom probeerden ze het land te isoleren. De grenspost met Saoedi-Arabië ging dicht, diplomaten en Qatarese expats werden uitgezet en vliegtuigen met bestemming Doha moesten omvliegen.
Begin 2021 is de ruzie bijgelegd. Volgens de Britse sportwetenschapper Simon Chadwick speelde het naderende WK daarin waarschijnlijk een belangrijke rol. Qatar kon het zich niet permitteren als vijand van de regio aan het toernooi te beginnen, onder meer omdat het afhankelijk was van Saoedische supporters om de stadions te vullen. Chadwick: „Zij zouden de levensader van het WK worden. Dat wist de toernooiorganisatie.” Tegelijkertijd, zegt hij, was het ook ondenkbaar dat Bin Salman een mega-event in de Golfregio voorbij zou laten gaan zonder zichtbaar te zijn. Zeker omdat het om voetbal ging, de sport waarin de Saoedische leider een grote rol wil spelen.
Cristiano Ronaldo
Qatar en de Verenigde Arabische Emiraten waren de eerste Arabische landen die ontdekten hoe een land via het voetbal, een sport die wereldwijd miljarden kijkers trekt, status en politieke-economische invloed kan winnen.
Onder leiding van Bin Salman doet Saoedi-Arabië hard zijn best die achterstand in te lopen. Vorig jaar kocht het Saoedische staatsinvesteringsfonds Newcastle United, daarnaast haalde het land de Spaanse Supercup naar Ryad en investeerde het fors in het lokale voetbal. Ook trok Saoedi-Arabië Lionel Messi aan als ‘toerisme-ambassadeur’, terwijl Cristiano Ronaldo volgens internationale media het aanbod heeft gekregen om voor een salaris van ruim zeventig miljoen euro per jaar voor de Saoedische topclub Al Nassr te komen spelen.
Daarmee maakt Bin Salman zich volgens Chadwick populair bij zijn eigen bevolking, die voetbalgek is én jong. Maar het past vooral in een strategie om Saoedi-Arabië aantrekkelijk te maken voor toeristen – onderdeel van de ambitie minder afhankelijk te worden van olie-inkomsten – en de reputatie van het land en zijn regime op te poetsen. Nog maar vier jaar geleden werd Bin Salman de paria van de internationale gemeenschap na de brute moord op de Saoedische journalist Jamal Khashoggi. Amerikaanse inlichtingendiensten hielden Bin Salman verantwoordelijk. Inmiddels komen wereldleiders als president Joe Biden weer bij hem op bezoek.
Het WK 2026 vindt plaats in de Verenigde Staten, Mexico en Canada. Het hardnekkige gerucht doet de ronde dat Bin Salman aast op de volgende editie, in 2030, samen met Griekenland en Egypte. De Saoedische voetbalfan Ahmed Boukahn verheugt zich er al op, zegt hij. „Kijk naar Qatar, dat heeft een enorme sprong voorwaarts gemaakt en iedereen heeft het over het land. Voor ons zou dat ook geweldig zijn.”