Na de crisisjaren raken Grieken gewend aan het nieuwe normaal. Maar leuker is het niet geworden

Het uitzicht op de lege winkelruimte aan de andere kant van de straat vindt Dimitris Ambosidis „deprimerend”. De handel in modelvoertuigen die daar zat is ruim vijf jaar geleden failliet gegaan. Het bankroet werd gevolgd door een hartaanval bij de eigenaar. Sindsdien is er gedoe over de nalatenschap. Details kent Ambosidis niet, maar het einde van het liedje is dat van de zaak alleen de naam op de gevel (Kalfakis) nog over is. Achter het traliewerk liggen in de etalage dozen met miniatuurvliegtuigen en dinosauriërs te verbleken.

Van de acht winkels met modelvoertuigen in de straat Ippokratous, die van het centrum van Athene naar het noordoosten loopt, heeft alleen Fasma Models de financiële crisis in Griekenland overleefd. Dat is de zaak waar Ambosidis vanochtend achter de toonbank staat. „Vroeger was het in deze straat een soort markt. Nu zijn we alleen. Het is wrang, maar dat wij er nog zijn komt ook doordat de concurrentie er niet meer is.”

Een Israëlische man scharrelt rond op zoek naar een cadeau voor zijn twaalfjarige zoon en steekt zijn duim omhoog. „Amazing”, vindt hij het aanbod. Dat bestaat voor een groot deel uit militair materieel in mini-uitvoering. Russische raketlanceerinstallaties, Amerikaanse jeeps, Duitse tanks. Dat vinden kinderen nou eenmaal mooi, zegt Ambosidis.

Fasma Models is een van de gezichtsbepalende winkels in Ippokratous. Het is een doorgaande weg met eenrichtingsverkeer waar continu optrekkende auto’s en motoren te horen zijn. Een oranje Mercedes-busje van Molenaar Badkamers (‘klaar in een dag!’) uit Best in Nederland staat dubbel geparkeerd voor de bushalte. Het heeft nu een Grieks kenteken.

Veel Griekser dan deze straat kun je het niet krijgen. Je kunt er een uitvaart regelen, maar ook een cadeau vinden, sleutels laten bijmaken en voedsel kopen. De winkels zitten op de begane grond van dicht op elkaar gebouwde appartementengebouwen, waarin vaak de familie van de eigenaar woont. Vrijwel elk pand heeft een etalage. Dicht bij het centrum wordt de dichtheid van koffiebarretjes hoog.

Dimitris Ambosidis helpt ’s ochtends in de zaak van zijn vrouw en haar zakenpartner.

Foto’s Angelos Christofilopoulos

Dimitris Ambosidis (62) is met pensioen, maar helpt ’s ochtends in de zaak van zijn vrouw en haar zakenpartner. De Griekse economie bestaat voor een heel groot deel uit dit soort zaken. Bijna de helft van de Grieken werkt in een micro-onderneming. Bijna twee keer zo veel als gemiddeld in Europa. Het zijn in de regel familiebedrijven met hooguit een enkele medewerker die geen verwante is. Dat is niet veranderd door de financiële crisis.

Die begon in 2009 toen bleek dat de Griekse overheidsfinanciën er veel slechter voor stonden dan was voorgespiegeld. Financiële markten reageerden hevig en het werd onbetaalbaar voor Griekenland om geld te lenen. Het land dreigde bij herhaling de eurozone te moeten verlaten. Wat volgde waren jaren met ingrijpende bezuinigingen en hervormingen in ruil voor steunpakketten van het IMF en de ECB.

IMF en ECB eisten onder meer liberaliseringen. Het moest gemakkelijker worden nieuwe ondernemingen te starten en om als onderneming te groeien. Dat is gedeeltelijk gelukt. Er zijn minder vergunningen nodig. De belastingdienst is gedigitaliseerd. Het heeft het economische landschap niet ingrijpend gewijzigd. Kleine familiebedrijven vormen nog altijd de ruggegraat van de economie.


Lees ook

deze reportage over Ippokratous uit 2011

Kleine winkeliers in de Griekse crisis: veerkracht zonder winst

Vergeeld papier

Honderd meter naar het oosten zit al 35 jaar de boekhandel van Ioannis Panoutsopoulos (65). Er staat een klassieke zender op en het ruikt er naar vergeeld papier. De crisisjaren waren moeilijk en ook tijdens de coronalockdowns was het zwaar, maar nu gaat het iets beter met de omzet, vertelt hij. Trots: „Online hebben we inmiddels een aanbod van zeventigduizend boeken.”

De windvanger aan de deurknop tinkelt. Een klant? Nee, zijn neef Andreas Koufopoulos (33), die zwijgend achter een pc tussen stapels boeken kruipt. Hij werkt sinds tien jaar bij zijn oom en neemt een groot deel van de onlinehandel voor zijn rekening. Ze versturen zo’n tien pakketjes per dag.

Ioannis Panoutsopoulos en zijn neef Andreas Koufopoulos in de boekhandel van Ioannis.
Foto Angelos Christofilopoulos

„Het was niet mijn droom”, vertelt hij van tussen de boeken. Toen de crisis in 2009 begon, zat hij op de filmacademie. Tegen de tijd dat hij daadwerkelijk een film wilde maken, was het onmogelijk die gefinancierd te krijgen. Hij ging voor zijn oom werken en monteerde daarnaast filmmateriaal van anderen. „Lange dagen.” Hij week voor twee jaar uit naar het eiland Santorini en werkte in het toerisme. Dat voelde na de stress van Athene haast als een vakantie, vertelt hij. „Ik had het nodig.” Maar daar bouw je ook niets mee op.

En dus is hij weer terug. Er wordt voorzichtig gepraat over het opvolgen van zijn oom, maar hij schrijft intussen ook aan een script, want „die passie is niet weg”. De winkelruimte aan de overkant staat al zo lang leeg dat ze vergeten zijn wat er zat.

Net als in buurland Bulgarije

Naar allerlei standaarden gaat het beter met Griekenland. De werkloosheid is scherp gedaald: van meer dan een kwart naar minder dan tien procent. De economie groeide de afgelopen jaren met ruim twee procent per jaar en de verwachting van het IMF is dat dit doorzet. Dat is het dubbele van het gemiddelde in de eurozone. De groei wordt opgestuwd door de hoge aantallen toeristen en onder meer miljarden uit de Europese coronafondsen.

Sinds 2017 zijn er jaren geweest met begrotingsoverschotten en wordt er afgelost op de enorme staatsschuld. Behalve grote bezuinigingen en hoge belastingen kan dat ook doordat zwart betalen moeilijker is geworden. De kassa’s en pinapparaten in de winkels in Ippokratous hebben sinds een paar jaar een directe verbinding met de Griekse belastingdienst. In combinatie met de btw van 24 procent heeft dat tot meevallers voor de schatkist geleid.

Het regent complimenten van buitenlandse instanties zoals het IMF, de Europese Commissie en de Europese Centrale Bank. De clubs die eerst samen de strenge ‘trojka’ van crediteuren vormden, lijken nu trouwe fans. De afgelopen maanden werd Griekenland door alle kredietbeoordelaars positief beoordeeld. De rente die Griekenland moet betalen om kapitaal op te halen is nu lager dan die van Frankrijk. Dat was tijdens de crisis ondenkbaar.

Maar Griekse burgers profiteren niet mee. Salarissen in Griekenland liggen nog altijd onder het niveau van voor de crisis. Prijzen voor voedsel, woningen en brandstof zijn juist hoog. De koopkracht van Grieken is de laagste van de Europese Unie, op die van de Bulgaren na.

Het gaat met Antonia Pagkalou (30) nu niettemin stukken beter dan een paar jaar geleden, vertelt ze. Toen moest ze lange dagen maken in een naar eigen zeggen „ranzige bar” om haar studie te betalen. De redding kwam van haar oudere zus Maria, die succes heeft met de verkoop van tekeningen onder de naam ‘Little Miss Grumpy’. Dat begon vijf jaar geleden online.

In 2023 hebben ze het familierestaurant opgedoekt en hebben de zussen een kleine winkel aan Ippokratous geopend. In het zalmroze interieur staan onder meer posters, stickers, mokken en aantekeningenboekjes uitgestald. Het is geen cadeauwinkel, maar een ‘conceptstore’, verbetert ze.

Antonia Pagkalou in de ‘conceptstore’ die ze met haar zussen heeft geopend.
Foto Angelos Christofilopoulos

Antonia is directeur, haar moeder doet de financiën. Oma, die tot haar 87ste in de keuken van het restaurant stond, helpt nu af en toe met het inpakken van stickers. Ze hebben zelfs een verkoopmedewerkster. Antonia Pagkalou verdient 1.300 euro netto en betaalt 500 euro huur voor haar appartement. „Het gaat beter, maar ik heb wel stress over geld. Over onverwachte medische kosten bijvoorbeeld. Alles is heel duur.”

De grote hoeveelheid toeristen en andere buitenlanders zijn zowel een zegen als een vloek voor de economie. Ze geven geld uit, maar jagen ook de prijzen op. Dat komt deels door de speciale categorie buitenlanders die een ‘gouden visum’ heeft bemachtigd. Dat is een verblijfsvergunning voor vijf jaar die ook toegang geeft tot de Schengenzone, in ruil voor een investering van minimaal 250.000 euro. Tienduizenden Amerikanen, Chinezen, Israëliërs en Turken kochten via die regeling onroerend goed. Het minimumbedrag is inmiddels verhoogd naar 800.000 euro; dat stuwt de prijzen voor woningen ook verder op.

Er is geen gebrek aan baantjes in de horeca en schoonmaak. Ondernemers in het toerisme klagen zelfs dat ze niet genoeg personeel kunnen vinden. Maar het is seizoensarbeid, en voor salarissen die voor veel hoogopgeleide Grieken te laag zijn. Dan zoeken ze hun heil liever buiten Griekenland.

Een deel van de vriendinnen van Pagkalou werkt op afstand vanuit Athene voor bedrijven in Spanje en het Verenigd Koninkrijk. Dát is ideaal, zegt ze. Het salaris van het Westen, de zon en zee van hier.

Wie ging, blijft weg

De lange straat Ippokratous vormt ook de grens tussen twee buurten. Aan de ene kant ligt het chique Kolonaki, waar politici, expats en houders van ‘gouden visa’ wonen. Aan de andere kant Exarchia, van oudsher een anarchistenwijk vol graffiti, krakers, vluchtelingen en linkse studenten.

In Exarchia waren de confrontaties tussen de politie en mensen die tegen de bezuinigingen demonstreerden altijd het hevigst. De traangasdampen hadden tussen de betogingen door amper de tijd om op te trekken. Die sfeer heeft de afgelopen jaren plaatsgemaakt voor een soort boze berusting. In plaats van als ‘anarchistisch’ omschrijven Grieken Exarchia nu als een ‘artiestenwijk’.

De berusting uit zich ook politiek. Politici worden door veel Grieken onverminderd gewantrouwd. Maar na jaren waarin zowel populistisch links als extreem-rechts veel stemmen trok, gingen bij de afgelopen twee parlementsverkiezingen de meeste stemmen naar de conservatieven.

„We raken gewend aan de lagere levensstandaard”, verklaart boekhandelaar en schrijver Nikos Chryssos (53) de relatieve rust. Hij heeft zijn boekhandel een paar jaar geleden van Ippokratous naar een parallelstraat in Exarchia verhuisd. Tijdens de crisis schreef hij zijn tweede roman (Nieuwe dag), die goed ontvangen is. Chryssos omschrijft de stemming als een „compromis met de nieuwe realiteit” . „We zijn verloren wat we moesten verliezen en nu leven we met de nieuwe situatie.” En die is niet wat hij zou willen. De meeste mensen hebben geen geld om te reizen. Geen geld voor nieuwe kleding. „Het is niet erg om minder te consumeren, maar het zou leuk zijn als dat een vrije keuze was. Nu kan het gewoon niet.”

Veel van zijn kennissen en vrienden zijn in de crisisjaren naar het buitenland vertrokken. In totaal verlieten zo’n 600.000 jonge mensen Griekenland. Chryssos verwacht ze niet terug, hoewel ze vertellen over hun verlangen naar huis.

Behalve met het grote verschil in salariëring hangt dat samen met de problemen die Griekenland al voor de crisis had en die in tegenstelling tot de overheidsfinanciën níét verbeterd zijn. Justitie functioneert nog altijd extreem traag. Het ambtenarenapparaat is kleiner en digitaler geworden, maar niet merkbaar beter. De scholen in Duitsland, Nederland of Zweden zijn beter. „Mijn vrienden blijven daar”, concludeert Chryssos uit de telefoongesprekken die hij met ze voert. „Ze zijn Griekenland voorbij geleefd.”