Zorgen? Ja, die zijn er genoeg, over de grillige boodschappen uit het Witte Huis, de toekomst van Europa’s exportindustrie en de kans op een wereldwijde recessie. Maar tussen de grijsgrauwe wolken in Warschau, waar ministers van Financiën en centrale bankiers uit heel Europa zich de afgelopen dagen verzamelden, was ook iets heel anders te zien: herwonnen zelfvertrouwen.
„Het Europese financiële systeem is een systeem geworden dat shocks absorbeert en ze niet produceert”, concludeerde Andrzej Domanski, de Poolse minister die de vergadering voorzat. Pierre Gramegna, die de miljarden in het financiële noodfonds ESM beheert, stelde al even tevreden vast dat de euro het de laatste dagen goed deed. „Europa moet de verschuivingen in de economische wereldorde als een kans aangrijpen.”
Het is niet lang geleden dat Europese politici vreesden dat ze de boot definitief gemist hadden in de concurrentiestrijd tegen de VS en China. Mario Draghi, de oud-directeur van de Europese Centrale Bank, schreef in een lijvig rapport dat Europa „een lange lijdensweg” wachtte als het zijn economie niet op orde kreeg. Toen de politieke en economische elite begin dit jaar neerstreek in Davos voor het World Economic Forum was de algemene verwachting dat de Amerikaanse economie de Europese economie ook in 2025 weer ver achter zich zou laten.
Verdwenen is die bezorgdheid allerminst. Maar de beursverwachtingen zijn bijgedraaid, Griekse staatsobligaties stonden afgelopen week te boek als minder risicovol dan Amerikaanse en de euro staat sterker tegenover de dollar. Na de verwarring en de schrik over het heffingsoffensief van het Witte Huis ziet Europa nu ook lichtpuntjes. De Amerikaanse economie drukt zijn stempel op de wereldeconomie, maar zal de EU niet automatisch meesleuren.
Grootste klappen
De grootste klappen vallen in de VS zelf, zo benadrukte de Eurocommissaris voor Economische Zaken, Valdis Dombrovskis, in Warschau. Volgens zijn berekeningen kan de Amerikaanse economie door de heffingen een tik krijgen van 0,8 à 1,4 procent van het bruto binnenlands product, versus 0,2 procent voor de EU-landen. Bij een escalatie met hogere heffingen zou de schade kunnen oplopen tot 3,3 procent in de VS en 0,6 procent in de EU.
Als de wereldhandel echt instort, wordt Europa vanwege zijn omvangrijke export het hardst geraakt van de grote handelsblokken, zegt econoom Sander Tordoir van denktank Centre for European Reform. Maar in de huidige situatie komt de grootste pijn terecht bij de VS en bij China. De export staat wel onder druk, maar veel van de goederen die uit de EU naar de VS gaan zijn niet zomaar te vervangen. „Denk maar aan gespecialiseerde Duitse machines en ASML.”
Het Europese financiële systeem is een systeem geworden dat shocks absorbeert en ze niet produceert
De eerste cijfers duiden er daarnaast op dat de Amerikaanse industrie vooralsnog niet profiteert van de handelsoorlog. Integendeel: de bouw van fabrieken, die de afgelopen jaren toenam door royale subsidies die de regering-Biden verstrekte, stokt vanwege de ontstane onzekerheid. Als Europa daarop inspringt, zegt Tordoir, kan het zijn eigen industrie nu juist versterken.
Cinzia Alcidi, werkzaam voor het Centre for European Policy Studies, ziet nog een andere bijkomstigheid. Zo lang de Amerikaanse heffingen op EU-goederen lager zijn dan op goederen uit China, hebben de Europese landen een concurrentievoordeel – bijvoorbeeld bij de export van elektrische auto’s. Alcidi: „Dat is een neveneffect dat positief kan uitpakken.”
Daartegenover staat wel het risico dat Europa te maken kan krijgen met grote hoeveelheden goederen die China straks niet meer winstgevend naar de VS kan exporteren. Ursula von der Leyen, de voorzitter van de Europese Commissie, zei afgelopen week dat ze in gesprek is met de Chinese regering om zo’n verlegging van de handelsstromen te voorkomen.
Sterke euro
In Warschau zag Jörg Kukies, de Duitse minister van Financiën, nog een andere kans die voor het oprapen ligt nu de dollar geen vanzelfsprekende veilige haven meer blijkt: „De EU, of eigenlijk de eurozone, heeft nu de kans om de euro een sterker gewicht te geven in de wereldhandel.” De EU moet daarom snel werk maken van handelsakkoorden met de rest van de wereld, zei Kukies.
De afgelopen jaren leek de klad in de vrijhandelsagenda van de EU gekomen, maar dat is inmiddels omgeslagen. Vlak na de verkiezing van Donald Trump in november ondertekende Von der Leyen een handelsverdrag met de Zuid-Amerikaanse Mercosurlanden. De EU heeft sindsdien ook onderhandelingen over het sluiten of uitbreiden van een akkoord gevoerd met India, Maleisië, Mexico, Thailand, de Verenigde Arabische Emiraten en Zwitserland. In Warschau schoven Zwitserland, Noorwegen en het VK tevens als gasten aan bij het economisch overleg.
Lees ook
Europese ministers broeden op nieuw defensieplan: een Europese wapenkoopclub
Misschien wel de meeste winst, zo zei de ene na de andere minister in Warschau, valt in eigen huis te boeken. De onderlinge handel tussen EU-landen wordt nog altijd belemmerd door tal van regels en andere barrières. Opgeteld pakken die zo duur uit dat ze voor bedrijven gelijkstaan aan een heffing van 45 procent voor goederen, zo berekende het Internationaal Monetair Fonds, en zelfs 110 procent voor diensten. „Vergeet de VS even: de EU is er in geslaagd zichzelf heffingen op te leggen”, sneerde Draghi onlangs in een opiniestuk in de Financial Times.
Vlak voordat hij naar Warschau afreisde deed Klaas Knot, de president van De Nederlandsche Bank, op een conferentie in Amsterdam een oproep om die belemmeringen nu snel af te bouwen. „Tussen de donkere wolken zou een lichtpuntje kunnen zitten: dat Europa zijn weerbaarheid zou verhogen door zijn interne cohesie te versterken”, aldus de centrale bankier.
Onderhandelingstafel
Het kwam de ministers goed uit dat de Europese Commissie een trits tegenheffingen te elfder ure introk. Dat gebeurde nadat Trump het merendeel van zijn heffingen op Europese goederen had teruggeschaald van 20 naar 10 procent, al blijven daarnaast ook heffingen op staal, aluminium en auto’s in stand. De Commissie krijgt van de landen alle ruimte om te onderhandelen, maar over de precieze koers wordt uiteenlopend gedacht.
Enige consternatie ontstond in Warschau nadat Kukies, de Duitse minister, zich uitsprak tegen een suggestie die Von der Leyen een dag eerder in het openbaar had gedaan: de Europese Unie zou als de advertentie-inkomsten van Amerikaanse techbedrijven kunnen gaan belasten om de druk op het Witte Huis te verhogen om tot een deal te komen.
Kukies is niet de enige criticus: ook Ierland, met zijn grote tech-sector, ziet er bijvoorbeeld niets in. Maar onder diplomaten uit andere landen was de irritatie voelbaar: de EU kan beter zijn eenheid naar buiten toe bewaren en niet van tevoren zijn kaarten open op de onderhandelingstafel leggen, vinden zij.
„Er is een gevoel van opluchting, maar nu moeten we als Europa ook tonen dat we geloofwaardig zijn”, aldus een van deze diplomaten. „We moeten als EU wel laten zien dat we grote jongens zijn en dat er niet met ons gesold kan worden.”
