Na dalende vaccinatiegraad en uitbraak mazelen: mag kinderopvang ongevaccineerde kinderen weigeren?

Wat moet de kinderopvang met ongevaccineerde kinderen als er besmettelijke ziekten uitbreken? Over die vraag wordt in politiek Den Haag al lang gesproken. Dinsdag kwam VVD-Kamerlid Sophie Hermans met een voorstel dat ongevaccineerde kinderen in bepaalde omstandigheden niet meer in de kinderopvang terecht kunnen. Aanleiding zijn de dalende vaccinatiegraad, een mazelenuitbraak in Eindhoven en het overlijden van vier kinderen aan kinkhoest.

Dinsdag moest staatssecretaris Maarten van Ooijen (Volksgezondheid, ChristenUnie) zich tijdens het vragenuur verweren tegen het verwijt dat de overheid te weinig doet tegen de dalende vaccinatiegraad. „We zijn door de ondergrens gezakt, er gaan kinderen dood,” zei Kamerlid Wieke Paulusma (D66).

Van Ooijen herhaalde dat hij wil inzetten op „het bestrijden van desinformatie over vaccins op sociale media”. Ook wil hij meer priklocaties realiseren en het maken van een afspraak vereenvoudigen.

In 2018 stelde D66 voor om opvangcentra het recht te geven ongevaccineerde kinderen te weigeren. Dat voorstel werd in februari 2020 met een ruime meerderheid door de Tweede Kamer aangenomen. Twee jaar later, toen de Eerste Kamer erover stemde, stemde alleen D66 nog voor het eigen voorstel.

Die draai kwam mede doordat ook coronavaccinaties onder het rijksvaccinatieprogramma vielen en het uitsluiten van kinderen zonder coronavaccin zeer gevoelig lag.

Vaccinatiebeleid

„Het voorstel van D66 was gewoon niet sterk”, vindt rechtsfilosoof Roland Pierik (Maastricht University), die onderzoek doet naar vaccinatiebeleid. „Dat gaf alleen de vrijheid te kiezen voor een plek waar wél of geen ongevaccineerde kinderen welkom zijn.” Kinderartsen vreesden dat in opvangplekken zonder vaccinatie-eis brandhaarden konden ontstaan.

Het plan van de VVD zou dat probleem moeten ondervangen. Het voorstel is dat ongevaccineerde kinderen niet meer worden opgevangen als de vaccinatiegraad onder een bepaalde graad daalt. In 2020 bereidde de VVD het voorstel al voor, samen met de SP. „Dat hebben we toen niet ingediend, omdat we bang waren dat het door elkaar zou gaan lopen met discussies rondom corona”, zegt Hermans. „We willen niemand verplichten een prik te nemen, maar stellen wel een grens. Als je ervoor kiest je kind niet in te enten en de vaccinatiegraad daalt te ver, is de consequentie dat het kind niet naar de opvang kan. Anders komen vooral kwetsbare jonge kinderen en kinderen die om medische redenen geen prik kunnen krijgen in gevaar.”

In 2019 adviseerde een commissie om vaccinaties te verplichten, zodra de vaccinatiegraad is gedaald „tot op of onder een door de overheid vastgestelde kritieke ondergrens”. Het vaststellen van die grens is waar het volgens Van Ooijen wringt. „Het RIVM kan die ondergrens niet wetenschappelijk aangeven. Een hogere vaccinatiegraad is altijd goed, maar een ondergrens van 90 of 95 procent is moeilijk te verantwoorden.”

Rechtsfilosoof Pierik vindt het geen sterk argument. „Het klopt dat het RIVM geen perfecte grens kan vaststellen, maar de politiek kan wel een geïnformeerde keuze maken. Hetzij 90, hetzij 85 procent, maar maak een keuze.”