Muziek luisteren met de oren van de Romantiek

Recensie

Boeken

Muziekgeschiedenis De muziek van de Romantiek is nog steeds zeer geliefd. Maar het is een uitdagende opgave om greep te krijgen op zo’n brede, veelomvattende en diverse muzikale stroming.

Franz Liszt aan de piano in 1840, omringd door bewonderaars. Illustratie Alte Galerie

De Romantiek kan geschiedschrijvers tot wanhoop drijven. Waar begint die periode eigenlijk precies en wanneer houdt de Romantiek op? Dan is er ook nog het praktische probleem dat er zovéél Romantiek is; zeker in de muziek valt die min of meer samen met de hele negentiende eeuw – van Franz Schubert tot Gustav Mahler. Hoe valt daar in hemelsnaam in het algemeen iets over te zeggen?

In schoolboeken zijn natuurlijk lijstjes te vinden van kenmerken waaraan de romantici zouden voldoen, zoals hun cultus van het scheppende genie, liefde voor natuur, scepsis ten aanzien van de rede, cultivering van gevoelens en de vervreemding van de kunstenaar van de burgerlijke maatschappij. Dan zijn er nog de bekende thema’s als de nacht, de droom en het bovennatuurlijke en niet te vergeten de fameuze ‘romantische ironie’: de dubbele bodem die de kloof zichtbaar maakt tussen het romantische ideaal en de vaak bittere werkelijkheid.

Allemaal tot uw dienst – maar hét kenmerk van de Romantiek, zoals historica Andrea Wulf onlangs onderstreepte in haar veelgelezen boek Rebelse genieën was de ‘ontdekking van het ik’: de nieuw verworven vrijheid voor kunstenaars om hun eigen weg te gaan en zich niet langer te conformeren aan maatschappelijke voorschriften en artistieke regels. Wulf ziet daarin zelfs de geboorte van het moderne individu.

Als dat waar is, zijn niet zozeer de overeenkomsten tussen al die romantische schrijvers, kunstenaars en componisten van belang, maar eerder hun onderlinge verschillen; juist hun allerindividueelste kenmerken maken romantici tot romantici. Heeft een algemeen etiket zoals Romantiek dan nog zin?

Ga er maar aan staan. In zijn levenslustige overzicht The Beloved Vision. Music in the Romantic Age kiest musicoloog Stephen Walsh voor de vlucht naar voren. Hij omarmt de veelzijdigheid van de Romantiek met Schwung en brille. Walsh probeert niet in hokjes te timmeren wat niet hokjes past. Eerder schreef hij al veelgeprezen biografieën van Igor Strawinsky en Claude Debussy. In een boek met zo’n grote greep als The Beloved Vision scheert hij noodgedwongen meer langs de oppervlakte. Maar zijn vermogen om in enkele bladzijden de kern van een componist te raken – en van een waardeoordeel te voorzien – is bewonderenswaardig.

Bevlogenheid

Walsh kijkt zowel met bevlogenheid als met de nuchterheid van de muzikale vakman naar de geschiedenis. Anders dan het ideaal van directe en spontane inspiratie van de Romantiek zou doen vermoeden, weet Walsh dat een compositie van blijvende waarde onmogelijk kan ontstaan zonder veel studie, vakmanschap en, jawel, regels. De innovatie van de Romantiek was niet zozeer dat er ineens geen regels meer zouden zijn, maar dat de componist de regels zelf kon bedenken.

Het publiek ging daar soms moeizaam in mee. Maar de breuk van componisten in de negentiende eeuw met het concertpubliek was nooit compleet, hoe moeilijk luisteraars aanvankelijk ook hun weg vonden in veeleisende composities van Beethoven, Wagner, Berlioz en Bruckner. Dat is volgens Walsh ook meteen het voornaamste verschil met veel modernistische muziek van de twintigste eeuw, toen zo’n scherpe breuk wel ontstond en nooit helemaal is hersteld.

Walsh biedt een voortreffelijke introductie, zijn typeringen van componisten zijn raak, maar in de grote lijnen is zijn visie op de Romantiek conventioneel; zelfs gedateerd. Hij gaat nog steeds uit van het traditionele uitgangspunt dat de romantische beweging eerst van zich deed spreken in de literatuur – pas in latere decennia zouden de componisten zijn gevolgd. De Romantiek zou in de eerste plaats een reactie zijn geweest op het eenzijdige rationalisme van de Verlichting.

Maar daarover is inmiddels veel debat ontstaan. Er was een tijd dat de Romantiek simpelweg bekend stond als de ‘anti-Verlichting’. Maar het probleem is dat veel romantici tegelijkertijd vurige aanhangers waren van de idealen van de Franse revolutie – romantische kunstopvattingen en pal staan voor de progressieve idealen van de Verlichting sloten elkaar in de praktijk niet uit.

Componisten als Berlioz, Wagner en Liszt waren gedurende bepaalde fasen van hun leven gefascineerd door de idealen van het vroege socialisme – Wagner stond in 1849 in Dresden op de barricades om een revolutie te maken. De Romantiek was in de eerste plaats een progressieve en moderne kunstbeweging; geen irrationele uitbarsting van ressentiment tegen de moderniteit. Romantiek en Verlichting hoeven helemaal niet voortdurend in tegenspraak met elkaar te zijn.

Muziekhistorica Christiane Wiesenfeldt laat dat goed zien in Die Anfänge der Romantik in der Musik. Ze concentreert zich op een beperkte periode: van 1770 tot 1810. Door haar aandacht exclusief te richten op het begin van de Romantiek toont Wiesenfeldt dat muziek wel degelijk een cruciale rol speelde bij het ontstaan van de romantische ideeën over kunst; niet alleen als een soort abstract ideaal – muziek gold voor beroemde literaire romantici als Novalis als de hoogste kunstvorm. Door in de bronnen te duiken laat ze zien dat concrete muzikale ervaringen vormend zijn geweest voor de eerste generatie romantici.

Daarbij keren twee componisten steeds terug: Joseph Haydn en Wolfgang Amadeus Mozart. De generatie schrijvers die is geboren rond 1770 – de generatie van Beethoven – beschouwden hen als geestverwanten, die ze graag de eretitel ‘romantisch’ meegaven. Dat is geen nieuws, maar die benaming is vaak afgedaan als een poging van literatoren om de componisten van het ‘Weense classicisme’ in te lijven voor hun romantische idealen. Met de muziek zelf zou dat niet veel te maken hebben gehad.

Maar is dat echt zo? Wiesenfeldt laat zien hoe goed sommige werken van Haydn, Mozart en Beethoven passen in de esthetische categorieën, die de romantici ontwikkelden. Composities van Mozart en Haydn zijn voor oren in de 21ste eeuw misschien wonderen van orde, regelmaat, transparantie en structuur – voor de tijdgenoten was dat vaak niet het geval.

Romantische sensibiliteit

Een symfonie van Haydn kon voor een tijdgenoot met een romantische sensibiliteit een overweldigende ervaring zijn. Zo speelden muzikale ontwikkelingen wel degelijk een sturende rol bij het ontstaan van de Romantiek; romantische muziek is misschien toch niet louter een aanzienlijk latere uitvinding van ‘componisten veel boeken lazen’, zoals Walsh schrijft.

Voor geen werk geldt dit meer dan voor Mozarts opera Don Giovanni – met zijn demonische afgronden, psychologische nuances, emotionele ambiguïteit en vermenging van tragische en komische elementen. Maar Wiesenfeldt laat ook zien hoe een pianostuk van Haydn of een adagio uit een strijkkwintet van Mozart past in de nieuwe esthetiek van de Romantiek. Hoe dan ook is moeilijk voorstelbaar hoe er zoiets als de Romantiek in de muziek kon ontstaan zonder de ontwikkeling van ‘sonate-vorm’, die aan muziek van Haydn, Mozart en Beethoven een compleet nieuwe dramatisch en verhalende zeggingskracht gaf.

Wiesenfeldt gaat ook weer niet zo ver te beweren dat Haydn, Mozart en Beethoven dan maar simpelweg tot de Romantiek moeten worden gerekend. Ze pleit ervoor om de periode van het ‘Weense classicisme’ te zien als een ‘overgangstijd’, waarin zowel elementen van de muziek van Verlichting als van nog de jonge Romantiek samenkomen.

Zijn al dergelijke etiketten überhaupt van belang? Je kunt toch ook gewoon de muziek beluisteren zonder al te veel tijd te besteden aan de vraag of de muziek ‘romantisch’ of ‘klassiek’ moet worden genoemd? Toch wel. Concepten en categorieën in de hoofden van luisteraars kunnen bepalend zijn voor hun luister-ervaring. Het hoofd stuurt het oor.

De twintigste eeuw was grotendeels een eeuw van anti-Romantiek, na de doorbraak van de nieuwe zakelijkheid en het neo-classicsme van Igor Strawinsky en anderen in de jaren twintig. Na de catastrofe van de Eerste Wereldoorlog moest alles weg – de Romantiek voorop. Alleen in popmuziek en filmmuziek leefde de Romantiek volgens Walsh in de twintigste eeuw nog voort.

Daar komt nu stap voor stap verandering in – de Romantiek is rijp voor herwaardering. Dat blijkt alleen al uit het grote succes van het boek van Wulf. De muziek van Mozart, Haydn en Beethoven staat inmiddels vaak op behoorlijk grote psychologische afstand, is omgeven door een museale en bedachtzame sfeer. Door alert te zijn op de romantische – persoonlijke, individuele en affectieve – elementen van de muziek krijgt de luisteraar een kans de muziek terug te halen naar zichzelf.


Lees ook dit interview met Andrea Wulff