William McKinley, de 25ste president van de Verenigde Staten, kreeg het inzicht kort voor zijn dood. „Niemand profiteert van handelsoorlogen”, zei hij op 5 september 1901 in Buffalo, New York. In zijn rede sprak hij zich uit voor handelsakkoorden: „Wederzijds profijtelijke handel schept respect, vertrouwen en duurzame relaties.” De volgende dag schoot een anarchist McKinley neer, die een week later overleed.
Het pleidooi voor vrijhandel in zijn laatste toespraak was een opmerkelijke wending voor de ooit rabiate protectionist. Maar die politieke draai is wat onderbelicht gebleven. Ook Donald Trump, groot bewonderaar van McKinley, roemt hem vooral om diens protectionistische beleid.
De huidige Amerikaanse president heeft McKinley bij herhaling genoemd in interviews en speeches. Daarin sprak hij van een „geweldige president”, die „Amerika zeer rijk heeft gemaakt door invoerheffingen”. In zijn inaugurele toespraak wijdde Trump twee alinea’s aan loftuitingen voor zijn vroege voorganger en hernoemde hij de hoogste berg van Noord-Amerika, de Denali, opnieuw tot Mount McKinley.
Mr. Tariff
McKinleys reputatie als protectionist is begrijpelijk. De Republikein deed zich vanaf het begin van zijn politieke carrière gelden als geharnast tegenstander van vrijhandel en verwierf al snel de bijnaam Tariff Man. Trump noemt zichzelf inmiddels Mr. Tariff.
In 1890 stelde McKinley als lid van het Huis van Afgevaardigden de McKinley Tariff Act voor, die de invoerrechten op alle buitenlandse goederen verhoogde van gemiddeld 38 naar 49,5 procent. Doel: de Amerikaanse industrie beschermen tegen buitenlandse concurrentie.
/s3/static.nrc.nl/images/gn4/stripped/data130001322-7fd327.jpg|https://images.nrc.nl/2ZuYAKmKJLJIY-dOwQ-keas8DW4=/1920x/filters:no_upscale()/s3/static.nrc.nl/images/gn4/stripped/data130001322-7fd327.jpg|https://images.nrc.nl/upWMex6qtDrY3_9QFHiwy3cPHrk=/5760x/filters:no_upscale()/s3/static.nrc.nl/images/gn4/stripped/data130001322-7fd327.jpg)
Naarmate de Amerikaanse economie groeide, veranderde McKinleys kijk op handel. Hij begon in te zien dat de binnenlandse markt niet groot genoeg was. Amerikaanse bedrijven produceerden meer dan hun land kon afnemen. Zonder export zou de groei stagneren. Dat maakte van de Tariff Man uiteindelijk een pleitbezorger van vrije internationale handel.
Deze flexibele geest lijkt vooralsnog minder aanwezig bij Trump. Hij voerde – ook in zijn vorige termijn als president – ondanks waarschuwingen van economen diverse heffingen in. De afgelopen weken ging het onder meer om een 20 procent hoger tarief op spullen uit China en 25 procent opslag op alle staal- en aluminiumproducten die de VS invoeren. Voor wijn uit de Europese Unie dreigde hij zelfs met een heffing van 200 procent.
Hardwerkende Amerikaan
Ondanks zijn achting voor McKinley vindt Trump misschien wel een betere historische bondgenoot in Herbert Hoover. De 31ste Amerikaanse president (1929-1933) zette met zijn protectionisme de wereldhandel op scherp.
De parallel begint in beider campagnetijd. Zowel Trump als Hoover richt zich op de ‘hardwerkende Amerikaan’, die gebukt gaat onder globalisering.
Bij Hoover ging het vooral om boeren – destijds goed voor een kwart van de Amerikaanse beroepsbevolking. Tot en met de Eerste Wereldoorlog konden zij hun productie goed kwijt in Europa, dat niet in zijn eigen behoefte kon voorzien. Maar na 1918 leefde de Europese landbouw op en kelderde de vraag naar agrarische producten uit de VS. Veel Amerikaanse boeren hadden fors geleend om hun productie op te voeren en stonden opeens voor een schuldenberg en dalende inkomsten.
/s3/static.nrc.nl/images/gn4/stripped/data130001364-88c85d.jpg|https://images.nrc.nl/f-SWfhamJUzPCimf8Q6Pe0xxiPM=/1920x/filters:no_upscale()/s3/static.nrc.nl/images/gn4/stripped/data130001364-88c85d.jpg|https://images.nrc.nl/7bfT9oEvaJKcNeXi3HExul1KCBM=/5760x/filters:no_upscale()/s3/static.nrc.nl/images/gn4/stripped/data130001364-88c85d.jpg)
Hoover bood een oplossing: met hogere invoertarieven zou hij de Amerikaanse boeren beschermen tegen concurrentie uit het buitenland. Dat ging voorbij aan het feitelijke probleem: de dalende Europese vraag naar Amerikaanse producten. Hoovers belofte viel niettemin in goede aarde. De kiezers omarmden zijn protectionistische boodschap en verkozen hem in 1928 tot president.
Trump zou in zijn campagnes ook de banen van de werkende Amerikaan als speerpunt gebruiken. „I’ll be the greatest jobs president that God ever created”, zei Trump in 2015, toen hij zijn kandidatuur bekendmaakte. Daarbij beschuldigde hij China ervan banen te „stelen” in de maakindustrie. Dat de meeste werkgelegenheid in dit deel van de economie was verdwenen door andere oorzaken, zoals automatisering, bleef onbenoemd. In 2016 werd Trump de 45ste president van de Verenigde Staten en vorig jaar de 47ste.
Repercussies
Hoover voerde als president de zogenoemde Smoot-Hawley Tariff Act in, omdat hij geloofde dat de daarop gebaseerde heffingen de Amerikaanse economie zouden beschermen tegen buitenlandse concurrentie. En dat zou weer tot behoud van werkgelegenheid in de VS leiden. De wet verhoogde bestaande invoerrechten op twintigduizend soorten goederen, gemiddeld met zo’n 20 procent.
De wet wekte sterke tegenstand, vooral uit vrees voor repercussies van handelspartners. Meer dan duizend economen ondertekenden een petitie tegen de wet. Robert Lamont, minister van Handel, ging in juni 1930 bijna op zijn knieën om Herbert Hoover te smeken die „idiote heffing” te vetoën, vertelde Lamont later. Zijn smeekbede mocht niet baten. De wet, die in mei 1930 werd ingevoerd, werd niet ingetrokken. De gemiddelde heffing op naar de VS geëxporteerde goederen steeg van 40 procent in 1929 tot 60 procent in 1932.
Bij Hoover wilde vooral de boeren ontzien, destijds een kwart van de Amerikaanse beroepsbevolking
De verhoging van de handelsbarrières viel midden in de economische crisis als gevolg van de beurskrach van 1929. Het is moeilijk te bepalen in hoeverre de heffingen die crisis precies verdiepten, maar economen zijn het erover eens dat ze de problemen in ieder geval hebben verergerd. Tussen 1929 en 1933 kromp de Amerikaanse economie met 29 procent, terwijl de export van het land van 7 miljard dollar daalde naar 2,5 miljard.
Ook versterkte de wet wereldwijd nationalistische tendenzen. Belangrijke handelspartners als Canada en de Europese landen reageerden door hun eigen invoertarieven te verhogen. Het resulteerde in een internationaal handelsconflict en een terugval van de wereldhandel met twee derde.
Vrijhandelszone
Door hun rol bij de crisis was de weerstand tegen handelstarieven sterk gegroeid. Hoover leed in 1932 een verpletterende nederlaag in de verkiezingsstrijd met Franklin D. Roosevelt. De nieuwe president nam afstand van het protectionistische beleid en zette Amerika daarmee op het pad naar economisch herstel.
Sindsdien hebben politici en economen vaak ‘Smoot-Hawley’ aangehaald om zich af te zetten tegen handelsbarrières. Zo toonde de Amerikaanse vicepresident Al Gore in 1993, tijdens een debat over de aanstaande vrijhandelszone van Canada, Mexico en de VS, vastgelegd in het NAFTA-akkoord, een foto van Smoot en Hawley als waarschuwing tegen protectionisme.
Lees ook
Volkswagen hard geraakt, Tesla juist niet: vier vragen over Trumps autoheffingen
Wat Donald Trump daarvan vindt, is inmiddels duidelijk. In zijn eerste termijn als president leidden nieuwe onderhandelingen over deze „ramp voor de VS” tot een aangepast verdrag, USMCA. En na zijn herverkiezing kondigde hij aan op de eerste dag van zijn presidentschap 25 procent te gaan heffen op „alle producten” uit Canada en Mexico. De woensdag aangekondigde heffing op buiten de VS geproduceerde auto’s zal de beide landen ook ernstig kunnen raken.
