Motoragent omgekocht? OM eist tot 9 jaar cel

Tegen twee verdachten uit Rotterdam die volgens justitie handelden in geheime politie-informatie heeft het Openbaar Ministerie van Midden-Nederland dinsdag celstraffen geëist van 9 en 5,5 jaar.

De verdachten van 38 en 32 jaar oud voorzagen handlangers in de onderwereld van politie-informatie die ze tegen betaling kregen van onder anderen een motoragent van de politie in Utrecht, aldus het OM. De agent die ze zouden hebben omkochten, Orm K. uit Vianen, werd in september 2020 al tot vier jaar cel veroordeeld voor corruptie en het verkopen van politiekleding.

Het voornaamste bewijs tegen de twee mannen bestaat onder meer uit ontcijferde chatberichten. Justitie zegt over een periode van vele maanden de communicatie tussen de diverse verdachten te hebben kunnen volgen. „De verdachten waanden zich onbespied en spraken dus onverbloemd over wat ze aan het doen waren. De chats maken dat de rechtbank nu achteraf een ongekend groot gedeelte van de puzzel kan gaan leggen”, zei de officier van justitie op de zitting.

Daarnaast is er bewijs gevonden in de versleutelde PGP-telefoon die werd gevonden op het nachtkastje van de eerder veroordeelde agent. Ook lagen er vertrouwelijke stukken in het kluisje van de agent, die opgevraagd waren door de verdachten. Bovendien bevestigen de verklaringen van de agent zelf de rol van de verdachten in deze zaak.

EncroChat

De veroordeelde politieagent zou zo’n twee jaar lang vertrouwelijke politie-informatie hebben verkocht. Het zou zijn begonnen toen een kennis op de voetbalclub de agent benaderde met de vraag of hij geld wilde verdienen door informatie te verstrekken. De politieman communiceerde met de verdachten via een aan hem door de onderwereld verstrekte cryptofoon van EncroChat, aldus het OM. Deze telecomdienstverlener was populair bij criminelen, tot de politie de systemen van het bedrijf wist te hacken.

De arrestatie van Orm K. was een enorme schok voor de politie. Zijn vader werkte ook bij de politie. K. was twee jaar oud toen zijn vader Arie in 1977 werd doodgeschoten bij de arrestatie van RAF-terrorist Knut Folkerts.

De 38-jarige verdachte zou hebben gefungeerd als een soort makelaar tussen criminelen die informatie zochten en agenten die zich lieten omkopen. De 32-jarige verdachte werd er door zijn medeverdachte op uit gestuurd om de informatie op te halen in ruil voor contant geld. De agent kreeg per bevraging meestal 250 euro. Voor een compleet dossier ontving hij 500 euro en een kenteken was 100 euro waard, aldus justitie.


Lees ook
Topcriminelen spraken in chat openlijk over wens te martelen

De tandartsstoel in een martelcontainer in het Brabantse Wouwse Plantage. Volgens justitie is Robin van O. verantwoordelijk voor de bouw van deze martelkamers.

Politiekleding

Ook is volgens het OM vast komen te staan dat de agent politiekleding verkocht voor criminele doeleinden. Gestolen politiekleding is gevonden in de zogeheten martelcontainers in Wouwse Plantage. Dit waren omgebouwde zeecontainers die in een loods waren geplaatst en die een criminele bende volgens justitie wilde gebruiken voor het opsluiten en martelen van mensen.

Het dossier bevat niet alleen bewijs dat de verdachten meerdere keren informatie opvroegen bij de agent, maar laat volgens de officier van justitie „ook de ernstige gevolgen daarvan zien”. Zo zijn een aantal woningen in Rotterdam beschoten die vermoedelijk geselecteerd werden met behulp van de opgevraagde politie-informatie. „Het omkopen van een politieman ondermijnt onze rechtsstaat op een indringende manier”, aldus de officier van justitie.

Het OM neemt het de verdachten kwalijk dat ze geen enkele verantwoordelijkheid nemen voor hun daden. De 32-jarige verdachte blijft zwijgen en de oudste verdachte woonde de strafzaak niet bij. Hij is volgens het OM voortvluchtig en bevindt zich waarschijnlijk in Dubai.

De twee verdachten zijn volgens het OM ook actief geweest in de internationale handel in cocaïne en heroïne. De oudste verdachte zat volgens de officier van justitie „tot over zijn oren in de internationale drugshandel”.

De rechtbank doet op 9 april uitspraak.