Mogen busjes met een verbrandingsmotor de binnenstad nog in? Nee, zeggen gemeenten. Ja, zegt de Kamer

Mag de klusjesman vanaf 1 januari nog het stadscentrum in met zijn oude dieselbus?

Nee, zeggen veertien gemeenten waaronder Amsterdam en Rotterdam vanaf 1 januari. Niet overal. Want het centrum krijgt een zero-emissiezone. Al tien jaar werken overheden, bedrijven en organisaties aan duurzame stadslogistiek.

Ja, zei dinsdagmiddag een meerderheid in de Tweede Kamer. De invoering van uitstootvrije zones in de centra van grote steden moet worden uitgesteld voor bedrijfswagens. Pas in 2029 geldt een verbod voor de meest vervuilende busjes en trucks.

Een meerderheid in de Kamer, waaronder PVV, VVD en BBB, stemde dinsdag voor een motie van Tweede Kamerlid Hester Veltman (VVD). Coalitiepartij NSC stemde tegen, ook al staat in het hoofdlijnenakkoord met zoveel woorden dat de vier regeringspartijen de zero-emissiezones liever kwijt dan rijk zijn.


Lees ook

Elektrisch of toch maar weer een diesel? ‘Dit kan het verschil maken tussen een project wel of niet krijgen’

Een zakelijk busje laadt bij een station van Fastned langs de A15 bij  Hardinxveld-Giessendam.

1. Wat is er in 2014 precies afgesproken over duurzame stadslogistiek?

Kort en goed: ‘Verboden toegang’ tot de binnenstad voor bestelwagens en vrachtwagens met een verbrandingsmotor. Vanaf 1 januari 2025 mogen nieuw geregistreerde bedrijfswagens alleen de zero-emissiezones nog in als ze volledig uitstootvrij zijn. Voor oudere bedrijfswagens op diesel, benzine en lpg geldt dan een overgangsregeling.

Vanaf 1 januari 2025 moeten er emissievrije buurten komen in veertien steden in Nederland. Het gaat om de vijf grote steden – Amsterdam, Rotterdam, Den Haag, Utrecht en Eindhoven – plus provinciesteden als Maastricht, Nijmegen, Leiden en Zwolle. Tot 2030 komen daar nog eens zestien plaatsen bij.

Al sinds 2014 werken bedrijven, overheden en kennisinstellingen samen aan de verduurzaming van de stadslogistiek. De zero-emissiezones zijn deel van dat beleid. Daarnaast moet het openbaar vervoer in de stad uitstootvrij worden, evenals het doelgroepenvervoer (Wet maatschappelijke ondersteuning) en machines in de bouw.

2. Waarom?

Transport zorgt voor ongeveer een kwart van de totale CO2-uitstoot in de wereld. Verder zijn bedrijfswagens en vrachtauto’s verantwoordelijk voor de uitstoot van andere kwalijke stoffen zoals (ultra)fijnstof, zwavel en stikstofoxide. De afspraken over duurzame stadslogistiek moeten de opwarming van het klimaat vertragen en de luchtkwaliteit in de stad verbeteren.

In 2030 moeten de inspanningen van de dertig gemeenten die samen de stadslogistiek willen vergroenen, genoeg zijn voor de reductie van 1 megaton CO2 ten opzichte van 1990. Zo staat het in het Klimaatakkoord. Volgens de Vereniging Nederlandse Gemeenten (VNG) komt 1 megaton CO2 overeen met de totale jaarlijkse uitstoot door aardgasgebruik van alle huishoudens in Den Haag en Rotterdam samen.

3. Gelden de maatregelen voor alle bedrijfswagens?

Nee, niet meteen. Vanaf 1 januari 2025 mogen alleen de meest vervuilende dieselbusjes en vrachtwagens niet meer rijden in de veertien stadscentra. Het gaat in de eerste plaats om (diesel)klasse Euro 4 en Euro 5. Nieuwere busjes (Euro 6) mogen nog tot 2028 in de zero-emissiezones komen.

Uiteindelijk mogen in 2030 alleen nog bedrijfswagens zonder uitstoot van broeikasgassen (op elektriciteit of waterstof) in de binnensteden rijden. Maar er zijn uitzonderingen: bijvoorbeeld voor kermiswagens en voertuigen met een speciale laadkraan.

Ook kunnen ondernemers een ontheffing aanvragen, bijvoorbeeld als ze minder dan twaalf keer per jaar een zone ingaan of als ze financieel niet de overstap kunnen maken naar elektrisch rijden. Een installatiemonteur die een paar jaar voor zijn pensioen zit, zullen de betrokken gemeenten niet dwingen om een elektrische bus te kopen, stelt de Vereniging van Nederlandse Gemeenten (VNG).

Nederland telt ruim 1 miljoen bestelwagens. De meeste rijden op diesel (ruim 91 procent, aldus het Centraal Bureau voor de Statistiek). De rest rijdt op benzine, lpg en stroom. Op 1 januari stonden ruim 25.000 elektrische bestelauto’s geregistreerd. Van de 150.000 vrachtwagens (vaste wagens en trucks met oplegger) zijn er pakweg duizend elektrisch. Die e-trucks zijn relatief duur, ze kosten circa drie keer zoveel als een ‘fossiele’ wagen.

4. Wat wil de Kamer nu?

Een meerderheid in de Kamer (PVV, VVD, BBB, CDA, SGP, FvD, Denk en JA21) stemde dinsdag voor een motie van de VVD die oproept om de zero-emissiezones voor ondernemers pas in 2029 in te stellen. En niet al in 2025.

Volgens Hester Veltman (VVD) is er nog te veel onzekerheid rond de zones. Ze stelt onder meer dat de uitvoering per gemeente verschilt, laadinfrastructuur nog niet op orde is en de aanschafprijs van een elektrische bus nog te hoog ligt voor ondernemers. De betrokken gemeenten benadrukken juist dat hun beleid wel degelijk is ‘geharmoniseerd’.

Staatssecretaris Chris Jansen (Infrastructuur en Waterstaat, PVV) is al weken druk met de zero-emissiezones. Vorige week zei hij in de Kamer dat de zones er hoe dan ook kunnen komen, omdat gemeenten daar zelf over gaan. Maar het kan zijn, aldus Jansen, dat een aantal sectoren wordt uitgesloten die mogelijk nadeel van de emissievrije zones zouden kunnen ondervinden.

In het hoofdlijnenakkoord spraken PVV, VVD, NSC en BBB dat zij zouden bezien op welke manier het instellen kan worden uitgesteld, „onder andere om uitzonderingen voor bijvoorbeeld ondernemers landelijk te kunnen regelen”. Maar destijds stelden de vier al: „De instelling van zero-emissiezones blijft een gemeentelijk besluit.”

5. Hoe reageren overheden, bedrijven en organisaties?

Gemeenten, brancheorganisaties van vervoerend, bouwend en installerend Nederland en maatschappelijke organisaties zijn ontstemd over het dreigende uitstel. De gemeenten Amsterdam, Utrecht en Den Haag meldden dinsdag al dat zij hoe dan ook de zones gaan instellen.

„Twee maanden voor de invoering het beleid nog willen veranderen is een teken van slecht bestuur”, schrijft een brede coalitie van RAI Vereniging, Bovag, Natuur & Milieu, Transport & Logistiek Nederland, Techniek Nederland, Koninklijke OnderhoudNL en Evofenedex in een brandbrief. Zij maken zich „grote zorgen over de politieke strijd over zero-emissiezones voor zakelijke bestelwagens en vrachtauto’s”.

De organisaties pleiten voor steun van de landelijke politiek aan gemeenten bij de invoering van de zones. Zo zouden de opbrengsten van de binnenkort in te voeren vrachtwagenheffing (de ‘trucktaks’) moeten worden gebruikt voor aanschafsubsidies van elektrische bedrijfswagens.

Ook zou het kabinet meer subsidie moeten geven voor (publieke en private) laadpalen. Verder willen de organisaties dat de overheid logistieke bedrijven helpt om beter samen te werken. Denk aan het faciliteren van logistieke hubs aan de stadsranden: aanvoer van goederen door grote (minder schone) trucks, bezorging ervan in de stad per e-busje.

Eerder stelde de Verening Nederlandse Gemeenten (VNG) al dat uitstel „zeer nadelig zou zijn”. Volgens de VNG is er een zeer ruime overgangsregeling voor ondernemers die elektrisch moeten gaan rijden. De branche- en maatschappelijke organisaties wijzen ook op een rapport van adviesbureau Berenschot die het beleid rond zero-emissiezones „gebalanceerd” en „redelijk” heeft genoemd.

6. Zetten die zones kleinere ondernemers op achterstand?

Loodgieters, monteurs en timmerlui zouden opdrachten laten lopen omdat zij op termijn niet langer in de grote stad mogen komen – als de emissievrije zones worden ingesteld natuurlijk. Dus ja, die verbouwing van de keuken, installatie van de warmtepomp of plaatsen van een dakkapel in het grachtenpand of binnenstadsappartement gaat aan ze voorbij.

Worden de zero-emissiezones uitgesteld, dan vervalt voor kleinere ondernemers voorlopig de juridische prikkel om (sneller) te verduurzamen.

Grote bedrijven daarentegen kennen nog een andere prikkel. Al per 2025. Dan moeten zij uitgebreid rapporteren over hun impact op het klimaat en milieu, mensenrechten en sociaal bestuur. Dat betekent onder meer dat zij in kaart moeten brengen wat hun CO2-uitstoot in scope 1, 2 en 3 is (respectievelijk van henzelf, hun klanten en hun leveranciers). De elektrificatie van hun wagenpark is voor deze grote ondernemingen essentieel. Het is ‘laaghangend fruit’, een snelle, relatief eenvoudige maatregel om te verduurzamen.

Dat verklaart waarom binnenstadinwoners vanaf volgend jaar twee verschillende beelden kunnen gaan zien in het centrum: enerzijds de schone, elektrische bestelwagens van PostNL, DHL, AH en Picnic. En mogelijk een schonere aggregaat van een grote bouwer. En anderzijds de oudere, vieze busjes van de kleine klussers.