Moet de financiële sector een leidende rol spelen in de verduurzaming van de economie? Voor economen Barbara Baarsma en Maarten Biermans, beiden voorheen werkzaam bij de Rabobank, is dat geen vraag, maar een gegeven.
„We gaan op dit moment over de grenzen van onze planeet heen”, vertelt Baarsma aan de eettafel in haar huis in Amsterdam. Biermans, naast haar: „Dat levert linksom of rechtsom financiële risico’s op voor ondernemingen en voor de economie als totaliteit.”
Baarsma: „Daarom hebben we nu echt leiderschap nodig. Van dit verlamde, versplinterde politieke landschap gaat het onvoldoende komen. Dus zeggen wij tegen de financiële sector: vanwege jullie kapitaalkracht, de grote rol die jullie hebben in de economie, pák die leidende positie en doe meer dan de regelgever vraagt.”
Om de sector in beweging te krijgen, te laten zien hoe het wel kan, maar ook om de „geïnformeerde krantenlezer” handvatten te geven om zijn bank, verzekeraar of pensioenfonds kritisch te bevragen, besloten Baarsma en Biermans een ‘basishandboek’ te schrijven. Dat werd het eind vorige maand verschenen Duurzame financiering. Hoe de financiële sector vergroening van de economie kan sturen.
In het boek leggen de aan de Universiteit van Amsterdam verbonden economen – Baarsma is hoogleraar, Biermans docent – uit hoe de financiële sector werkt, hoe die geld verstrekt aan bedrijven en burgers. En hoe verschillende instrumenten bruikbaar zijn voor verduurzaming van de economie – en waar dat juist niet kan.
Biermans: „Als ik met mensen binnen de financiële sector spreek, maar ook daarbuiten, merk ik dat ik dingen opnieuw aan het uitleggen ben. Waarom de financiële sector een rol zou hebben – ik denk dan: dat zie je toch zelf wel? Kennelijk niet. Daarom dit boek.”
Wat is duurzame financiering?
Baarsma, terwijl ze haar iPad erbij pakt alsof ze college gaat geven: „Dat is de financiering waarbij duurzaamheid – zorg voor het milieu, de planeet, het klimaat – in financiële besluitvorming van banken, investeerders en institutionele beleggers is geïntegreerd. En waarbij sprake is van rentabiliteit: het is prima om geld te verdienen met duurzame financiering, met vernieuwende financiële producten. Sponsoring of donaties kunnen heel goed zijn voor de vergroening, maar dat is geen duurzame financiering. Duurzaamheid moet in het verdienmodel van de financiële instelling zitten, anders beklijft het niet, denken wij.”
De twee pleiten dan ook niet voor ‘ontgroeien’ zoals andere duurzaamheidscritici. „Krimp is geen garantie dat de economie binnen de draagkracht van de aarde geraakt, terwijl krimp wel ten koste zal gaan van het draagvlak voor vergroeningsbeleid bij de burgers”, schrijven ze in het eerste hoofdstuk van hun boek.
Baarsma: „Daarnaast moet je als financier doelbewust met je financiering de vergroening willen sturen: het moet geen bijvangst zijn. En tot slot: het moet gaan om extra vergroening, niet om wat al wettelijk verplicht is.”
Biermans: „Wat voor mij ook belangrijk is: het gaat niet alleen om donkergroene projecten – zonnepanelen, windmolens, boeren die al biologisch boeren. Er zijn mensen die zeggen: alleen dan kan je spreken van duurzame financiering. Wij zeggen: wacht even, als je wilt dat de economie vergroent, moet je ook bedrijven in transitie – die hun productieproces vergroenen bijvoorbeeld – onderdeel laten zijn. Want als die niet bewegen, komen we nergens.”
Baarsma: „Dat is waar het spannend wordt. De weg van grijs naar groen is risicovol. Je weet niet of vergroenen lukt, of er wel vraag is naar een mogelijk duurder product. Dus je weet niet of je financiering rendeert. Juist dáár is het nodig dat financiële instellingen een stap naar voren zetten. Dat ‘diep donkergroen’ geloven we wel. Het gaat juist om de transitie.”
Het belang van financiële instellingen voor de verduurzaming staat centraal in een rechtszaak die Milieudefensie voert tegen ING, de grootste bank van Nederland. De actiegroep stelt dat financiële instellingen met hun financiering in belangrijke mate bepalen waar de economie naartoe gaat. ING zegt als bank nu eenmaal een weerspiegeling te zijn van de economie. En omdat die nog altijd grotendeels ‘grijs’ is, is de bank dat ook.
Baarsma en Biermans horen dat ook vaak van financiële instellingen. Baarsma, die als hoofdeconoom van accountant en adviesbureau PwC bedrijven adviseert over vergroening: „De financiële sector ziet zich als dienaar van de reële economie. Dat is ook logisch: in de economie hebben partijen een financieringsvraag, willen partijen investeren, zich verzekeren, sparen voor een pensioen. Daarmee komen ze bij een financiële instelling. Die werkt daarmee op ‘bestelling van de economie’. Maar je bent niet alleen dienaar in de zin van volger, je bent ook dienaar in de zin van leider. Daarom: doe meer dan van je wordt gevraagd. Doe dat omdat de maatschappij en toekomstige generaties dat van je vragen.”
Kan de financiële sector dat wel, leiderschap tonen? In het verleden waren flinke boetes nodig om banken hun rol in criminaliteitsbestrijding op te laten pakken.
Baarsma: „Ja. Er zijn nu al instellingen die dat doen, zoals de pensioenfondsen die aankondigen dat ze willen investeren in het Nederlandse energienet. Dat is niet omdat het per se moet, er was geen wet die hen daartoe dwong of zo. Ze doen dat omdat ze weten: daarmee investeer ik in een maatschappij waar wij later ook onderdeel van willen zijn.
„Aan de andere kant: er komt steeds meer wetgeving die via de financiële sector op vergroening zal sturen. Dat gebeurt nu al. Het is voor politici gemakkelijker te verkopen dat een bankier, verzekeraar of pensioenbelegger groene eisen oplegt, dan dat de politiek die eisen zelf aan burgers en bedrijven stelt. Wees dat als financiële instelling voor; maak je bedrijf er klaar voor, bedenk nieuwe duurzame financiële diensten. Dan ben je beter voorbereid op wat de toezichthouder van je gaat vragen. En als de sector dit goed doet, is zo ook het vertrouwen dat tijdens de financiële crisis verloren ging en maar mondjesmaat is hersteld, weer op een gezond niveau te krijgen.”
Biermans: „En nog over die boetes – de Europese Centrale Bank heeft een paar jaar geleden al gezegd: zorg dat je die klimaatrisico’s in je risicomodellen gaat opnemen. Banken die dat niet doen, gaan gewoon hele dikke boetes krijgen. Die komen eind dit jaar al.”
Gaan daar Nederlandse banken bij zitten?
Baarsma: „Nee, die doorstaan de klimaatstresstesten best goed. Nederland loopt ook wel voorop.”
Biermans: „Er gebeurt best veel, en natuurlijk moet het sneller. Maar Nederland doet het niet slecht. En dat zeggen we niet omdat we een overgrote liefde hebben voor het Nederlandse bankenlandschap. Als je gaat kijken naar duurzame financiering en de geschiedenis daarvan, dan zijn veel innovaties hier begonnen of versneld. Neem de groene obligatie – niet hier verzonnen, wel door Nederlandse partijen heel groot gemaakt. Aan duurzaamheid gelinkte leningen [met korting of renteopslag naar gelang de duurzame prestatie] zijn hier uitgevonden.”
In koor: „ESG-ratings”, de beoordelingen waarbij bedrijven gewaardeerd worden naar hun prestaties op gebied van klimaat en milieu, sociaal beleid en goed bestuur. Nederlandse pensioenfondsen, assetmanagers en banken waren vroege opstellers, voorstanders en afnemers van dat soort beoordelingen. Baarsma: „De Nederlandse financiële instellingen hebben al laten zien dat ze leiders kunnen zijn. Wees daar ook trots op, vertel dat verhaal aan de samenleving.”
Wat is dan nu het probleem? Want jullie constateren ook: het gaat niet snel genoeg.
Biermans: „Bij heel veel mensen in de financiële sector is een kennisgat. Heel erg plat: ze weten niet altijd hoe ze duurzaamheid in hun spreadsheet moeten duwen.”
Baarsma: „In hun risicomodellen. En die bepalen veel: daarmee wordt de hoogte van een rente en andere financiële voorwaarden bepaald.”
Biermans: „Aanpassen van een risicomodel is geen sinecure. De toezichthouder moet het ook goedkeuren. Maar dat gebeurt nu. En dat betekent dat op een gegeven moment duurzaamheid gewoon verankerd is.”
Jullie zijn weg bij de Rabobank. Hadden jullie daar niet veel meer impact kunnen hebben dan door nu een boek te schrijven?
Baarsma: „Financiële instellingen besteden nu erg veel tijd aan het oplossen van dingen uit het verleden: te hoge kosten, te lage productiviteit, oude IT-systemen, achterstanden in het voldoen aan regelgeving. Dan blijft te weinig ruimte over om na te denken over de toekomst. In de positie die ik nu heb, bij PwC en als hoogleraar, kan ik met bedrijven wel werken aan de toekomst.”
Kunnen consumenten, klanten iets doen?
Biermans: „Niet alleen consumenten, ook actiegroepen, ook journalisten. Stel vragen. Wat doen jullie? Waarom doen jullie dat? Ik geloof dat mensen niet helemaal beseffen hoe groot de impact van vragen is.”
Baarsma: „Als je in een krant iets leest over jouw bank of verzekeraar, bel dan op. Dat hoeft niet altijd boos. Vraag gewoon: leg het me uit. Daar heeft de bank wat aan. Die ziet dan ook: dit leeft in de maatschappij. En dat kan ook via de app van je bank. Daar zit een knop om contact te leggen.”
Duurzame financiering. Hoe de financiële sector vergroening van de economie kan sturen is verschenen bij uitgeverij Pluim.