Missie: Limburg leefbaar houden. Geleen en Meerssen pakken het allebei anders aan

Reportage

Leegstand

Kleine en middelgrote gemeenten bezinnen zich op de toekomst van hun winkelgebieden. Hoe kan de knagende leegstand bestreden worden? Twee praktijkvoorbeelden in Geleen en Meerssen.

Een Hema in Geleen. De Limburgse stad kampt met veel leegstand.
Een Hema in Geleen. De Limburgse stad kampt met veel leegstand. Foto Chris Keulen

Op een doodgewone vrijdagmiddag is het stil in hartje Geleen, om niet te zeggen vrijwel uitgestorven. De Markt oogt kolossaal en verlaten. In de winkelstraten staan veel panden leeg.

Voorbij zijn de tijden van decennia geleden dat het publiek als vanzelf leek te komen, klanten de neuzen tegen de etalages drukten en nieuwsgierig de schappen en rekken indoken. Grootwinkelbedrijven sloten hun deuren. Kopen kan ook op internet. De wereld van klanten is groter geworden: de winkelstraat concurreert met steeds meer evenementen en vormen van vrijetijdsbesteding.

Corine Noordhoff, bijzonder hoogleraar retail marketing aan de Rijksuniversiteit Groningen, ziet middelgrote gemeenten als Geleen het hardst worstelen met de leegloop. „Het winkelaanbod verschraalt. Daardoor neemt ook het winkelplezier van de bezoeker af, waarna de teruggang dubbel zo hard kan gaan. En corona en inflatie hebben het er natuurlijk niet beter op gemaakt.”

In Limburg zou het ertoe kunnen leiden dat op niet al te lange termijn alleen Maastricht met zijn aantrekkelijke, historische centrum en Roermond, dat een oude binnenstad combineert met een jaarlijks door miljoenen mensen bezochte merkenoutlet, overblijven als echte winkelsteden. „Ik ga u dat niet nazeggen, maar ik kan die gedachtegang volgen”, zegt Leon Geilen, wethouder Stedelijke Ontwikkeling in de gemeente Sittard-Geleen, als dat scenario hem wordt voorgehouden.

Geleen (ruim 31.500 inwoners) heeft nog meer concurrentie te duchten. Het aangrenzende Sittard is nauwelijks groter, maar oogt monumentaler, en daardoor gezelliger. Aan de andere kant ligt Beek, waar het grote, overdekte winkelcentrum Makado veel klandizie trekt. Het buitenland is ondertussen niet ver weg. België en Duitsland grenzen direct aan de gemeente Sittard-Geleen. Ook het Belgische Maasmechelen heeft een merkenoutlet. In het Duitse Selfkant ligt een complex met weidewinkels waar een deel van de dagelijkse boodschappen net even goedkoper is dan in Nederland. Geilen: „Geleen heeft met zo’n 30 procent een van de hoogste leegstandspercentages van Nederland.”

In de nieuwe ‘detailhandelsvisie’ van de gemeente krijgt de plaats een kleiner winkelgebied, wordt er vergroend en krijgen gebouwen een andere functie (meer wonen en werken). De hoop is onder meer gevestigd op ‘uitstraling’ van allerlei duurzame en circulaire bedrijfjes van de Chemelot-campus even verderop. Die campus richt zich op de ontwikkeling van nieuwe materialen en floreert al behoorlijk met 120 ondernemingen, 3.000 werknemers, 1.200 studenten. Het heeft de ambitie de grootste hub op dit gebied van Europa te worden. „Geleen heeft zich al vaker opnieuw uitgevonden”, zegt wethouder Geilen, doelend op het verleden van Geleen als mijnstad. Ook Maurice Nelissen, voorzitter van Centrummanagement Geleen, een coöperatie van 150 ondernemers, ziet kansen. „Startups voor wie de campus zelf te duur is of die niet per se op het streng beveiligde chemieterrein hoeven te zitten, kunnen dan terecht in ons centrum.”

In het centrum van Geleen.
Foto Chris Keulen

Aangesproken door nostalgici

Ondanks al het kijken naar de toekomst wordt Nelissen nog meerdere keren per week door nostalgici aangesproken. „Maar het wordt nooit meer wat het was”, zegt hij. Voor de mijnsluitingen van zo’n halve eeuw geleden had Geleen de Staatsmijn Maurits, de grootste van Nederland en een van de grootste van Europa. Dat bracht welvaart en een uitstekend voorzieningenpeil. Geleen stond bekend als ‘de Waereldsjtad’ met behalve een opvallend winkelaanbod ook tal van uitgaansgelegenheden, de eerste betaaldvoetbalclub van Nederland (Fortuna ’54) en – tot de verhuizing naar elders in Limburg – Pinkpop.

„De teruggang in het centrum is al zeker dertig jaar bezig”, zegt Geilen. „Dat betekent dat het deels parallel liep met de fusie van Sittard en Geleen begin 2001. Die samenvoeging riep sentimenten op. Onder meer het gevoel dat alles naar Sittard ging, hoezeer dat ook niet klopte.”

Intussen werden soms wel degelijk onverstandige beslissingen genomen. Grote onderwijsinstellingen verhuisden naar de rand van de stad. Het nieuwe streekziekenhuis verrees tussen Geleen en Sittard in. „Dat zou je nu in het centrum neerzetten. Daar wil je zoveel mogelijk traffic. Het is ook de reden waarom we binnenkort het gemeentebestuur en alle ambtenaren verhuizen naar het hart van Geleen. Het zijn allemaal mensen die wel eens wat gaan drinken of kopen.”

Volgens Noordhoff vragen toekomstvisies voor centra ook om nadenken over het ‘merk’ dat je als binnenstad wilt zijn. „Wat maakt je onderscheidend? Dromen is mooi. Maar de uitvoering van grote plannen duurt vaak ook langer.” Vaak kunnen kleine sneeuwballen ook een lawine in gang zetten. „Mooie initiatieven van ondernemers en andere partijen die zich samenpakken waardoor wonderlijke, maar aantrekkelijke combinaties ontstaan van bijvoorbeeld een bioscoop, een boekhandel en een speelplaats vlak bij elkaar.”

Herbestemmingen, bijvoorbeeld startups die in lege winkelpanden trekken, kunnen een oplossing zijn, vindt Noordhoff. Maar er wordt vaak te veel heil van verwacht. „Je ziet hetzelfde met het beschikbaar stellen van ruimtes in voormalige winkelpanden aan allerlei creatieve mensen. Het is moeilijk om dat een permanent karakter te geven.”

Ambitieuze plannen

Tegenover de terugtocht in Geleen staan de ambitieuze plannen van het veel kleinere Meerssen, zo’n twaalf kilometer zuidelijker. In het dorp wonen 7.500 mensen, in de gelijknamige gemeente 18.500. Tijdens een Meerssense B&W-vergadering opperde iemand voor het nieuwe centrumplan het vermaarde bureau Mecanoo van de in Zuid-Limburg opgegroeide architect Francine Houben te vragen. Dat zei ‘ja ’. „Terwijl we er maar een halve ton aan budget voor hadden”, zegt wethouder Louk Bongarts (CDA, Stedelijke Ontwikkeling, Economie). „We zien in contacten met ondernemers en vastgoedpartijen dat het werken met zo’n grote naam meteen vertrouwen geeft.”

De middenstand in Meerssen profiteert van de status als forensendorp, met redelijk wat vermogende inwoners die in Maastricht of elders in de nabije omgeving werken. En het plaatsje heeft een aantrekkelijk marktplein met de nodige horeca, een middeleeuwse basiliek en een aangrenzend park in Engelse landschapsstijl. Bongarts: „Als je meer groen neerzet , al die losse elementen oppoetst en goed met elkaar verbindt , maak je het centrum echt aantrekkelijker.”

Retailstrateeg Tony Wijntuin is niet pessimistisch over de toekomst van de harten van kleinere en middelgrote gemeenten. „Juist door hun positie tussen servet en tafellaken hebben ze vaak al moeten inkrimpen en zijn ze goed gaan nadenken waarmee ze zich onderscheiden. Dat winkels de stad aantrekkelijk maken, is een misverstand. Eerder andersom. Door echt al proberen het tij te keren hebben de nodige kleinere en middelgrote gemeenten een nieuwe weerstand gevonden. Ik ben zelf betrokken geweest bij zo’n proces voor het centrum van het Brabantse Waalwijk. Nu is het weer aantrekkelijk door onder meer vergroening, meer aandacht voor de monumenten en het weer zichtbaar maken van de geschiedenis van de oude schoenenindustrie.”

Het centrum Meerssen. De middenstand hier profiteert van de status als forensendorp, met redelijk wat vermogende inwoners die in Maastricht of elders in de nabije omgeving werken.
Foto Chris Keulen

Nelissen, voorzitter van Centrummanagement Geleen, weet uit eigen ervaring hoe snel iets moois kan ontstaan. „Een jaar of vijf geleden begon ik een wijnbar in de Raadhuisstraat. Mensen vroegen zich af of dat wel zou gaan lopen in Geleen. Inmiddels zijn er zes horecazaken bijgekomen, die het allemaal goed doen. Dat vergt nu wel dat ook de gemeente met wat aanpassingen komt: voldoende fietsenstallingen, vuilcontainers. En nette bestrating. Ik heb een vlonder moeten maken voor het terras, omdat de stenen schots en scheef liggen.”

Behalve plannen voor Geleen is nu vaart noodzakelijk. Nelissen: „Het raadsbesluit om de gemeenteambtenaren naar Geleen te halen, dateert bijvoorbeeld van acht jaar geleden. Het is nog steeds niet gebeurd.”

„Processen verlopen in de meeste gevallen veel te traag”, constateert ook Noordhoff. Wijntuin: „Afwachten is het meest onverstandige. Niemand kan zich veel tijd veroorloven. Dat betekent later onevenredig veel energie en kosten om weer een beetje bij te trekken.”

Meerssen, met de basiliek op de achtergrond.
Foto Chris Keulen