Mischa Blok: ‘Zo’n Koreaanse familie is een vat vol geheimen’


Foto Frank Ruiter

Interview

Lunchen met Mischa Blok (47), radiopresentator, ging in Zuid-Korea op zoek naar haar biologische moeder, maar werd tegengewerkt door haar biologische vader. „Hij heeft er alles aan gedaan om te voorkomen dat ik mijn moeder vond.”

Het wonderbaarlijke verhaal van Mischa Blok (47) begint als ze in Zuid-Korea te vondeling wordt gelegd. Ze komt in een kindertehuis terecht, wordt als driejarige geadopteerd, heeft een gelukkige jeugd in Hendrik Ido Ambacht, wordt succesvol als radiopresentator, interviewer en podcastmaker en krijgt kinderen: een jongen en een meisje, van nu vijftien en twaalf. „Ik heb mijn adoptie lang als een sprookje gezien, iets romantisch. Ik was in een mandje ergens neergelegd met een briefje op mijn kleren. Mijn ouders hadden dat gedaan uit wanhoop, uit liefde, omdat ze me een betere toekomst gunden.”

Van de romantiek blijft weinig over als ze negen jaar geleden haar biologische vader vindt. Hij blijkt haar zelf naar het kindertehuis te hebben gebracht, nadat hij is verlaten door haar moeder en een nieuwe vrouw heeft ontmoet. Het kindertehuis, dat gewoon beschikte over zijn naam en identiteitsnummer, had samen met hem een vals document opgesteld waarin stond dat ze een vondeling was.

Maar ook dat ontnuchterende nieuwe verhaal blijkt nog te rooskleurig als Blok in maart 2022 een alles-of-nietspoging doet om in Zuid-Korea haar biologische moeder te vinden. Daarover schreef ze een boek dat deze week verscheen: Mama Lee, een emotionele zoektocht naar mijn moeder, naar de waarheid en naar onvoorwaardelijke liefde.

In een lichtroze mantelpak en op zilverkleurige hakken komt ze binnen in de uitgestrekte horecagelegenheid op het Media Park in Hilversum. Geroutineerd gaat ze op zoek naar een plek op afstand van de boxen. We duiken in een van de booths met roodpluchen bank rond een tafel. Een meisje in spijkerbroek neemt nog even het enorme tafelblad af. Of de Eggs Benedict zonder bacon kan, vraagt Mischa Blok. Dat kan, dan heet het Eggs Florentine en zit er spinazie bij.

Voor de zoektocht naar haar moeder, samen met een goede vriend en een fixer, trekt ze tien dagen uit (plus een week voor de quarantaine). Ze maakt duizenden flyers, die ze in sommige Koreaanse wijken huis aan huis verspreidt. Ze haalt de Koreaanse tv door zich uit te dossen in een oranje cape met een Nederlandse vlag om haar middel. Guus Hiddink, die ze kent van de Olympische Spelen in Pyeongchang, maakt op haar verzoek een filmpje waarin hij oproept haar te helpen. Hiddink heeft het nationale voetbalelftal van Zuid-Korea getraind en is er immens populair.

Gedurende de reis verliest haar adoptie de laatste sprookjesachtige trekken. De waarheid is dat ze aan het begin van haar leven is bedrogen. In de eerste plaats door haar biologische vader – met wie ze ondanks haar inspanningen nooit een warm contact heeft gekregen en aan wie ze denkt als ‘meneer Park’. Tijdens de zoektocht dwarsboomt hij haar opnieuw. „Hij heeft er alles aan gedaan om te voorkomen dat ik mijn moeder vond. Hij ging zelfs verwarring zaaien over het enige wat ik had: haar naam. Door te zeggen: ik weet toch niet zeker of dat wel de juiste naam is. Achteraf bleek dat wel zo te zijn, en hij had zelfs haar telefoonnummer. Hij liep echt te mollen.”

Goudkleurige toilettas

Na veel verwikkelingen vallen moeder en dochter elkaar net voor het einde van de reis toch in de armen. Het weerzien is compleet anders dan dat met meneer Park. „Vanaf het eerste moment was het zo vertrouwd. Heel gek, een soort omgekeerde geboorte.” Haar moeder, die ze Mama Lee noemt, heeft in Korea een zoon van 43 en een dochter van 42 die van niets weten. Zij worden ingelicht en reizen direct naar Seoul om hun halfzus in de armen te sluiten. Voor ze teruggaat naar Nederland logeert ze nog even bij haar moeder. Uit haar boek: „Ik pak mijn tas uit en zet mijn goudkleurige toilettas naast die van Mama Lee, en ik moet hardop lachen, omdat het precies dezelfde is.”

Mischa Blok lacht vaak om dit soort absurde details. Af en toe daalt haar stem een paar tonen, dan hoor je dat het allemaal wel raakt aan de kern van haar bestaan. Haar boek is op dezelfde manier licht van toon, zonder pijnlijke feiten te mijden. „Ik wilde geen standaard Spoorloosverhaal schrijven. Spoorloos is denk ik toch waar de meeste mensen adoptie van kennen. Maar alleen al de zoektocht is zoveel ingewikkelder dan je daar ziet. En wat onderbelicht blijft, is dat het echte proces pas begint als je in gesprek gaat met je biologische ouders over wat er werkelijk is gebeurd. En dat je continu je verhaal moet bijstellen.”

In haar geval wordt duidelijk waarom haar vader heeft lopen mollen: hij heeft haar naar het kindertehuis gebracht zonder dat haar moeder het wist. „Dat is onvergeeflijk. Een kind zonder toestemming weghalen bij een moeder vind ik misdadig. Ik vind dat je daar eigenlijk voor moet worden bestraft.” Bijna alles blijkt anders dan haar vader het heeft voorgesteld. Het is niet waar dat Mischa’s moeder hem had verlaten – het was andersom. Mischa is niet geboren in Suwon maar in Seoul. En haar Koreaanse voornaam is niet Eun Hye, zoals in haar document staat en wat ‘vergevingsgezindheid’ betekent, maar Geun Hee, ‘meisje dat geworteld is’. Later blijkt zelfs haar geboortedatum niet te kloppen. Mischa Blok is ruim een jaar jonger dan ze altijd heeft gedacht.

Ik vraag of ze deze informatie – afkomstig van haar moeder – wel kon geloven, na al zo vaak voorgelogen te zijn. „Iedereen kleurt zijn herinneringen in, maar haar verhaal geloof ik in grote lijnen wel. Dat is toch intuïtie waar ik op blijf vertrouwen. Ik heb ook haar pijn gezien als ze vertelt over dat ene moment, dat ze thuiskwam en ik er niet meer was. Daar was voor mijn gevoel niets neps aan.”

Ze is wel argwanender geworden, zegt ze. Zozeer, dat ze haar moeder na een paar maanden toch om een dna-test heeft gevraagd. Ook al had ze meteen gezegd dat Mischa een litteken op haar rug had van een ongeluk met heet water, wat ze niet kon weten zonder haar als baby te hebben gekend. Maar net in die tijd kwam aan het licht dat in Spoorloos enkele geadopteerden aan de verkeerde ‘biologische ouders’ zijn gekoppeld. Omdat er bij haar zoveel dingen niet klopten, ging Blok twijfelen. „Ik dacht: ik moet toch die zekerheid hebben.”

De dna-test bevestigt dat Mama Lee haar moeder is. Zoals meneer Park eerder haar vader is gebleken. Maar hem wil ze niet meer zien.

Wensouders

Hoe ze denkt over adoptie, vraag ik. Ze is fel tegen, zegt ze zonder aarzelen. „Maar het is een lastige, hoor. Iedere keer dat ik me erover uitspreek, krijg ik reacties van: ondankbaar nest, flikker dan op naar je eigen land. Maar ik kan je geen enkele geadopteerde aanwijzen bij wie alles klopte. Die zegt: mijn vader wist er vanaf, mijn moeder wist er vanaf, geld heeft geen rol gespeeld en al mijn documenten kloppen. Er is altijd gefraudeerd met die documenten, of er is geld over en weer gegaan, of een van de ouders wist er niets van.” Ze heeft nog steeds het gevoel dat geld ook bij haar een rol heeft gespeeld. „Waarom zou zo’n kindertehuis anders willen meewerken aan fraude? Dat is iets waar ik nog wel benieuwd naar ben.”

Het is bizar, zegt ze, dat er een wachtlijst is voor adoptie. „Dan lok je uit dat er aanbod wordt gecreëerd. Natuurlijk gun ik iedereen die een kinderwens heeft een kind. Maar wat ik vaak hoor in interviews met wensouders is: wij staan op die wachtlijst, we hebben recht op ons adoptiekind. Nee, je hebt geen recht op een adoptiekind. Niemand heeft daar recht op.” Haar ouders zijn ook wensouders geweest, zeg ik. Hoe kijkt ze daartegen aan? „Zij hebben wel echt uit idealisme geadopteerd. Ze hadden mijn broer al, ze konden zelf kinderen krijgen. Ze hebben geredeneerd: als er een kind is dat ons nodig heeft, willen wij daar wel voor zorgen.”

Ook de relatie met haar biologische moeder blijft niet vrij van complicaties. Zo dringt Mama Lee er eindeloos op aan dat Mischa een crème gebruikt om haar huid lichter te maken. Lachend: „Zij zegt gewoon tegen mij: je ziet er niet uit, het is echt lelijk. Ik heb al een paar keer uitgelegd dat in Nederland juist gedacht wordt dat je ziek bent als je met zo’n witte huid aankomt.” Ik vraag of het haar steekt. „Nou, ik vind het niet leuk. Ik probeer te denken: niet persoonlijk opvatten, het is cultureel. Maar ik denk er wel het mijne van. Het kan cultureel zijn maar dan hoef je het nog niet hardop te zeggen. Een geadopteerde vriendin kreeg van haar Koreaanse oma op haar flikker omdat haar Koreaans niet perfect was. Dat is natuurlijk godgeklaagd. Ze hebben haar weggedaan omdat ze een meisje is en ze een jongetje wilden, en dan dertig jaar later kritiek hebben omdat ze niet goed Koreaans spreekt?”

De tijd inhalen

Bij het weerzien zegt haar moeder dat ze haar zeventigste verjaardag wil vieren met haar oudste dochter erbij. Maar de verjaardagsdatum komt en gaat, Mischa wordt niet uitgenodigd. Want: de man van haar moeder is nog altijd niet van haar bestaan op de hoogte. „Ik had graag gewild dat ze het had verteld, maar ik begrijp haar ook wel. Ze loopt echt het risico hem kwijt te raken als ze zegt dat ze nog een dochter heeft. In Korea moet je je schepen achter je verbranden.” De man wordt met smoezen om de tuin geleid. Ze voelt zich daar ongemakkelijk bij maar legt zich erbij neer. „Het is ook wel weer typisch Koreaans. Zo’n familie is een vat vol geheimen.”

Spijt heeft ze niet van de zoektocht, daarvoor heeft die te veel opgeleverd. Ze is alweer terug geweest om haar moeder, broer, zus en twee nichtjes te zien. „Je wilt tijd inhalen, nieuwe herinneringen maken, elkaar beter leren kennen. De laatste keer zijn mijn kinderen mee geweest, die hebben met hun nichtjes gespeeld. Het is wel echt een rijkdom. Ik heb nu gewoon vier ouders! Oké, eentje die ik niet meer wil zien. Maar ik weet van allemaal wie het zijn.”

Ze geniet ervan dat niemand raar opkijkt als ze in Korea met haar familie ergens binnenkomt. „In Hendrik Ido Ambacht was ik iets exotisch, moest ik altijd iets uitleggen. Op straat werd ik kut-Chinees genoemd, loempia, sambalbij. Ik vind het wel heel leuk dat ik in Korea opga in de massa. Niemand denkt: wat doet die ene daartussen?”