N.B. Het kan zijn dat elementen ontbreken aan deze printversie.
Moskee-onderzoek Naast gemeenten liet ook Sociale Zaken heimelijk onderzoek doen in moslimgemeenschappen. Minister Karien van Gennip betreurt dat dit is gebeurd.
De ‘undercover-affaire’, waarbij moskeeën heimelijk zijn onderzocht, blijkt groter dan eerder werd aangenomen. Niet alleen Nederlandse gemeenten hebben opdracht gegeven voor de geheime onderzoeken, ook het ministerie van Sociale Zaken deed eraan mee. Dat schrijft minister Karien van Gennip (Sociale Zaken, CDA) deze week in een brief aan de Tweede Kamer.
Sociale Zaken heeft „personen, organisaties en netwerken binnen de moslimgemeenschappen” in stilte onderzocht. Doelwit waren volgens Van Gennip vooral Nederlandse salafisten, die een ultraorthodoxe versie van de islam aanhangen. De wijze van onderzoek was niet „transparant”, schrijft ze, zonder duidelijk te maken hoe dit precies werd uitgevoerd. Wel is duidelijk dat van deze mensen privacygevoelige gegevens zijn vastgelegd, zoals over hun „religieuze overtuiging, gedragingen of uitingen”, zonder dat dit mocht. Van Gennip: „Ik betreur dit zeer en trek hier lessen uit voor de toekomst.”
De boetedoening van de minister maakt deel uit van een breder plan om het vertrouwen tussen de moslimgemeenschap en de overheid te herstellen. Dat is nodig nadat NRC in 2021 voor het eerst beschreef hoe moskeeën en moslims in het geheim waren onderzocht door gemeenten. Dit veroorzaakte woedende reacties die nog altijd niet zijn geluwd. Sociale Zaken hield de afgelopen periode gesprekken met in totaal 150 leden uit onderzochte moskeeën en ambtenaren. In de sessies werd duidelijk dat „boosheid en verontwaardiging prominent aanwezig” zijn, aldus een rapport over deze sessies. Dat de overheid onderzoek deed zonder de moskeeën op de hoogte te stellen „voelt als een blijk van wantrouwen”, beschrijft het onderzoek. „Dat doet hun pijn.”
Gebrek aan tegenspraak
In de sessies stelden meerdere ambtenaren hardop vast dat ze „fouten hebben gemaakt”. Door het gebrek aan diversiteit en te weinig ‘tegenspraak’ binnen hun organisatie beseften ze niet dat de onderzoeken niet door de beugel konden, zo staat in het rapport. Inmiddels zijn veel ambtenaren ervan overtuigd dat de wet is overtreden bij de heimelijke onderzoeken, zo kwam volgens het rapport naar voren in de sessies.
De gemeenteambtenaren weten niet hoe zij de „verstoorde relatie” met de moslimgemeenschap nu weer moeten herstellen. Daar zou een „krachtig signaal” vanuit het kabinet voor nodig zijn, zoals een excuus. Van Gennip probeert dat signaal nu te geven met haar Kamerbrief. Daarin biedt ze geen excuses aan, maar gaat ze wel in op de grieven die naar voren zijn gebracht tijdens de sessies met de moskeegangers. „Het doet mij pijn dat een deel van de Nederlandse moslims gevoelens ervaart van discriminatie en achterstelling, ook als gevolg van overheidsoptreden”, aldus de minister.
Iedereen die illegaal is bespioneerd heeft het recht dat te weten te komen
Ze erkent dat de overheid daar zelf aan heeft bijgedragen. Opeenvolgende kabinetten voeren al jaren een strijd tegen wat zij betitelen als „problematisch gedrag”; een soort verzamelterm voor fundamentalistische moslims die de integratie zouden tegenwerken. Door het net zo breed uit te gooien, „heeft de overheid onbedoeld bijgedragen aan stigmatisering van grote groepen moslims die hier niets mee te maken hebben en vooral bij willen dragen aan de Nederlandse samenleving”, volgens Van Gennip.
In haar brief kondigt ze enkele maatregelen aan om discriminatie van moslims tegen te gaan. Zo gaat de overheid in gesprek met banken die moslims vaker een rekening zouden weigeren en laat ze moslimdiscriminatie opnieuw onderzoeken. Dat nieuwe onderzoek moet inzicht geven „of we in de aanpak van moslimdiscriminatie de juiste dingen doen of dat we nog mogelijkheden onbenut laten”.
Lees het eerste onderzoeksverhaal over undercover-onderzoek in moskeeën
Moslims die denken dat zij door Sociale Zaken stiekem zijn onderzocht, moeten zelf bij het ministerie aankloppen om hun gegevens op te vragen. De landsadvocaat had Van Gennip geadviseerd om alle burgers over wie illegaal informatie is verzameld, hier persoonlijk over te informeren. De overheid is hier volgens de landsadvocaat zelfs toe verplicht. Maar Van Gennip wil er niet aan. Uit vrijgegeven ambtelijke nota’s blijkt dat er bij het ministerie vrees bestaat dat dit zal leiden tot onrust en schadeclaims vanuit de onderzochte moslims. Stephan van Baarle, fractievoorzitter van Denk, eist dat de onderzochte personen wél geïnformeerd worden. „Iedereen die illegaal is bespioneerd heeft het recht dat te weten te komen”, zegt Van Baarle.