Het ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (VWS) heeft begin 2021 uitgebreid forensisch onderzoek naar de winstmarge van Sywert van Lienden en partners op hun mondkapjesdeal met de overheid tegengehouden. Dat blijkt uit interne documenten die VWS woensdag openbaar heeft gemaakt.
Het ministerie vroeg bureau Grant Thornton in februari 2021 onderzoek te doen naar de transactie, nadat accountants van KPMG en EY intern nadrukkelijk hadden aangegeven dat mogelijk ‘onregelmatigheden’ hadden plaatsgevonden.
De deal was in de buitenwereld op dat moment niet bekend. VWS had Van Lienden en diens zakenpartners in april 2020 opdracht gegeven om met hun bedrijf Relief Goods Alliance 40 miljoen mondkapjes te leveren, voor ruim 100 miljoen euro. De mondkapjes kochten ze in bij twee Chinese fabrikanten. Van Lienden en partners presenteerden zich publiekelijk als non-profitondernemers met een stichting, Hulptroepen Alliantie.
Hugo de Jonge, destijds minister van VWS en een partijgenoot van toenmalig CDA’er Van Lienden, had intern op de transactie aangedrongen. „Je kunt die Sywert beter inside pissing out hebben dan outside pissing in. Met een klein beetje verdraagzaamheid moet dat lukken. Hoop echt dat t lukt”, appte De Jonge op 12 april 2020 aan een betrokken ambtenaar.
De forensisch accountants van Grant Thornton stuurden op 10 februari 2021 hun voorstel voor onderzoek naar de deal naar het ministerie. Grant Thornton zou gaan kijken of de transactie onder ‘oneigenlijke druk’ tot stand was gekomen. Meerdere betrokkenen bij landelijk inkoopconsortium LCH waren tegen de deal geweest, VWS had deze erdoor gedrukt.
Het ministerie gaf diezelfde dag akkoord voor het onderzoek, dat volgens een betrokken VWS-ambtenaar „inhoudelijke maar zeker ook politieke gevoeligheden” kende. Grant Thornton (GT) kreeg een budget van 100.000 euro. Het onderzoeksrapport zou niet openbaar worden en alleen met direct betrokken partijen worden gedeeld, blijkt uit de stukken.
Politieke betrokkenheid
Twee dagen later ontstond binnen het ministerie toch twijfel over het aanstaande onderzoek naar de deal: „Ik heb zojuist voor het eerst naar de opdracht aan GT kunnen kijken en wil jullie adviseren dit toch even on hold te zetten. Dit wordt wel heel zwaar aangezet en [ik] wil eerst de reikwijdte en risico’s beter kunnen inschatten”, mailde een VWS-ambtenaar aan betrokkenen.
Volgens een andere ambtenaar was het onderzoek tegenhouden geen goed idee: „Lijkt inderdaad wel een omvangrijk onderzoek maar risico zit er in dat er wordt gesuggereerd dat er sprake is van ‘politieke betrokkenheid’ dus als wij te veel zouden sturen zou dat contraproductief kunnen werken”, mailde de ambtenaar. „Dus advies is toch doorgaan maar goed in de gaten [houden] wat er gaande is en met wie gesproken gaat worden.”
De week daarop, op 19 februari 2021, stelde Grant Thornton bij het ministerie voor het onderzoek uit te breiden met „extra stappen”, omdat bij de forensisch accountants vragen waren gerezen over mogelijke winst die Van Lienden en zijn partners hadden gemaakt. Ze wilden dit drietal daarover ondervragen.
„Doel daarvan is primair om zicht te krijgen op de feitelijke gang van zaken en financiële aspecten van de casus”, mailde de betrokken onderzoeker aan VWS. „De transacties en betalingen tussen [inkoopconsortium] LCH (via Mediq) en Relief Goods Alliance zijn inzichtelijk, de transacties en betalingen tussen Relief Goods Alliance en de Chinese fabrikanten zijn dat niet […] de kans bestaat dat onvoldoende duidelijk is aan de kant van VWS/LCH.”
De forensisch accountant voelde wel aan dat een dergelijke uitbreiding bij VWS gevoelig lag: „Aangezien dat de externe exposure vergroot, willen we deze stap uitsluitend zetten na toestemming van jullie.”
Geen toestemming
Die toestemming kwam er niet. Het verzoek om uitgebreider onderzoek te doen naar de gemaakte winst, leidde bij VWS tot interne discussies en meerdere gesprekken met Grant Thornton, blijkt uit de stukken. Het ministerie leek vooral te vrezen dat de deal daarmee in de openbaarheid zou kunnen komen.
„Vanochtend heb ik met GT nogmaals over dit verzoek gesproken”, mailde een VWS-ambtenaar op 23 februari aan collega’s. „Mede naar aanleiding van ons overleg gisteren hebben we samen kunnen vaststellen dat GT vooralsnog de onderzoeksvragen (uit de opdrachtbrief) kan beantwoorden op basis van de nu beschikbare stukken. […] Met andere woorden, het onderzoek wordt vooralsnog niet uitgebreid”, zo staat in de mail.
„Dit is heel goed nieuws!”, reageerde een collega.
„Klopt, ik was er ook blij mee”, reageerde een andere betrokkene bij VWS.
De mogelijke winst die Sywert van Lienden en zijn partners Bernd Damme en Camille van Gestel overhielden aan hun deal met de overheid, bleef zo buiten het onderzoek, evenals de communicatie die in aanloop naar de transactie had plaatsgevonden tussen Relief Goods Alliance en VWS.
VWS maakte het rapport van Grant Thornton in juni 2021 toch openbaar. Dat gebeurde nadat de mondkapjesdeal van Van Lienden en de nettowinst daarbij van meer dan 20 miljoen euro via de media naar buiten waren gekomen. Grant Thornton concludeerde in het rapport dat er ‘geen indicaties’ waren voor mogelijke integriteitsschendingen rond het aangaan van de overeenkomst.
Rechtszaak
Dat het ministerie onderzoek naar de winstmarges aanvankelijk blokkeerde, kan een rol gaan spelen bij de rechtszaak die VWS inmiddels tegen Van Lienden en zijn partners voert.
Na onthulling van de miljoenenwinst zei toenmalig minister Tamara van Ark (Medische Zorg, VVD) in juni 2021 dat het voor het ministerie „niets” had uitgemaakt of Van Lienden en zijn partners de transactie uitvoerden via een non-profitstichting of een commerciële bv. „Het enige dat namelijk telde was om de zorg in Nederland zo snel mogelijk te voorzien van voldoende, kwalitatief goede mondmaskers.”
Later maakte het ministerie hierin een draai, mede onder invloed van vervolgonderzoek door Deloitte naar de deal. Naar aanleiding van het Deloitte-rapport in september 2022 schreef minister Conny Helder (Langdurige Zorg en Sport, VVD) dat Van Lienden tijdens de onderhandelingen een „onjuiste voorstelling van zaken” had gegeven en onduidelijkheden over de verhouding tussen stichting en bv „bewust in stand” had gehouden. VWS kondigde toen alsnog aan zich te beraden op juridische stappen. Het ministerie eist inmiddels de door het drietal gemaakte winsten terug. De zaak komt op 22 april voor de rechter.