Minister wil na 2030 grootschalige woningbouw in zes gebieden buiten de Randstad

Om het woningtekort ook in de toekomst tegen te gaan, onderzoekt het demissionaire kabinet de mogelijkheid om na 2030 grootschalige woningbouwprojecten op te zetten in zes verschillende gebieden in het noorden, oosten en zuiden van Nederland. Dat schrijft demissionair woonminister Hugo de Jonge (CDA) woensdag in een brief aan de Tweede Kamer. Hij wil alvast plannen maken voor na 2030 omdat het gemiddeld zo’n tien jaar kost voor nieuwbouwprojecten gerealiseerd zijn.

De ministeries van Binnenlandse Zaken, Economische Zaken en Infrastructuur hebben samen onderzocht welke gebieden in Nederland het meest geschikt zijn voor deze potentiële grootschalige woningbouw. Ze keken onder meer naar de bereikbaarheid van de regio’s, de werkgelegenheid en de belasting van de natuur. In de Brabantse stedenrij, Twente, de hele provincie Limburg, het gebied Groningen-Assen, de Friese steden en de stedendriehoek Apeldoorn-Deventer-Zutphen bleken zulke omstandigheden het meest voordelig.

Tot 2030 wil De Jonge ook flink bouwen in Nederland: het is de bedoeling dat er voor die tijd bijna een miljoen nieuwe woningen bijkomen. Bij deze huizen wordt nog veel ingezet op bouwen binnen en aan de rand van steden, waar mogelijk. Omdat het woningtekort met deze honderdduizenden extra woningen waarschijnlijk nog niet opgelost zal zijn, moet er ook na 2030 nog meer extra worden gebouwd. Om hoeveel woningen het gaat, is nog niet duidelijk.