In de Kamer klonk woensdag tijdens het landbouwdebat luid de frustratie over het plots aangekondigde einde van de fundamenten van het stikstofbeleid van Rutte IV. „Het kabinet gooit de instrumenten weg die nodig zijn”, zei CDA-Kamerlid Derk Boswijk. Tegen coalitiepartij NSC zei hij: „We beginnen weer bij nul. Is dat ‘goed bestuur’?” Coalitiepartijen VVD en NSC waren „nieuwsgierig” naar de plannen van minister Wiersma, zonder blijk te geven van al te veel vertrouwen. „We moeten het nog zien”, zei NSC-Kamerlid Harm Holman.
De discussie draait om het voortbestaan van het ‘Nationaal Programma Landelijk Gebied’ (NPLG). Dit is een van de laatste overblijfselen van het landbouwbeleid van Rutte IV. Het plan moest de stikstofcrisis oplossen, de druk op klimaat en waterkwaliteit verlichten en biodiversiteit herstellen. De provincies gingen daarvoor in gesprek met boeren over hoe ze aan de natuuropgave konden voldoen. Voor het gehele NPLG had Rutte IV een budget van 25 miljard euro gereserveerd.
Het NOS-bericht dat minister Femke Wiersma (BBB) van plan is het NPLG te schrappen, leidde woensdag al direct tot veel verwarring onder provincies, milieuorganisaties en Kamerfracties. Zij vrezen dat een nieuwe ommezwaai van het beleid weer tot onzekerheid bij boeren en verdere vertraging van de stikstofaanpak leidt. „Pyromanenpolitiek”, noemde ChristenUnie-Kamerlid Pieter Grinwis het.
VVD-Kamerlid Thom van Campen, in de vorige coalitie nog een warm voorstander van het plan, moest erkennen dat de VVD in de onderhandelingen bij stikstof concessies heeft moeten doen. „Kijk, het NPLG, ik ben er ook niet mee getrouwd. Maar klaarblijkelijk zijn er partijen die denken dat het anders kan. Ik laat me graag overtuigen.” Van Campen benadrukte nog wel dat in het hoofdlijnenakkoord is vastgelegd dat de doelen om minder stikstof uit te stoten overeind staan en rechters Nederland daar aan zullen houden.
Dat Wiersma het roer flink om zou gooien, maakte ze al bij de hoorzittingen begin deze zomer bekend. Het hoofdlijnenakkoord had de resterende ruim 20,5 miljard euro uit het Transitiefonds (begonnen met 25 miljard), bestemd voor het uitvoeren van het NPLG, wegbezuinigd en repte met geen woord over de gebiedsprogramma’s. Wiersma verklaarde al eerder dat provincies de deadline voor hun gebiedsplannen op 1 oktober mochten negeren. Een voorbode, zo blijkt nu.
Geen zicht op aanpak
Het nieuws dat het kabinet het NPLG los laat, wekte woensdag veel verbazing. Gedeputeerde Mirjam Sterk (CDA) uit Utrecht noemde het besluit „geen voor-, maar achteruitgang”. „De doelen blijven staan en afgaande op dit bericht is er geen enkel zicht op een andere tijdige aanpak.” Er ontbreekt nu perspectief voor de landbouw, zegt Sterk, terwijl er „verwachtingen zijn geschapen door het Rijk”.
Actiegroepen Agractie en Farmers Defence Force vierden het besluit juist. „Zonder strijd geen overwinning: het NPLG is dood”, berichtte FDF op X. Volgens Agractie kan Wiersma „aan de slag om de bende die het vorige kabinet achterliet op te ruimen”. Dat laatste sentiment vertolkte ook Caroline van der Plas in de Kamer. In een aanvaring met Boswijk (CDA) en Podt (D66) zei Van der Plas dat zij zich kapot moesten schamen voor de „complete puinhoop” die Rutte IV van het stikstofdossier had gemaakt.
Wiersma bevestigde in het debat het schrappen van het NPLG en benadrukte dat zij in het regeerprogramma met meer landbouwmaatregelen komt. „Het is geen hogere wiskunde dat met de 5 miljard euro die in de begroting voor landbouw is gereserveerd, er scherpe keuzes gemaakt moeten worden”. Over de invulling van die keuzes liet Wiersma zich vooralsnog niet uit. Ze zei wel veel te verwachten van innovaties (bijvoorbeeld emissie-arme stalvloeren), mits deze juridisch houdbaar zijn.
„Het werk dat nu verzet is, is niet weg”, zei Wiersma in het debat over de gemaakte gebiedsplannen van de provincies. Ze benadrukt dat er met de 5 miljard euro uit het hoofdlijnenakkoord (voor onder andere innovaties en opkoopregelingen), en andere vrijgemaakte gelden, voldoende is voor de provincies om de „komende jaren” aan de slag te gaan.
De minister ging niet in op het risico van nieuwe rechtszaken, waar verschillende Kamerleden haar op wezen. De staat heeft zich in milieuzaken de afgelopen jaren weten te verdedigen door het NPLG en het Transitiefonds op te voeren als bewijs dat van zijn inzet voor natuurbeleid. Nu dit wegvalt, is het onzeker hoe het kabinet wil voorkomen dat de rechter in de toekomst steviger stikstofbeleid afdwingt.