Milieudefensie pakt na Shell nu ING aan via de rechter: ‘Stoppen met olie in 2040? Dat is vijftien jaar te laat’

Het is ING geworden. Milieudefensie kiest er na het juridische succes in de klimaatzaak tegen Shell voor om nu de grootste bank van Nederland juridisch aan te pakken. Dat maakte de actiegroep deze vrijdagmiddag bekend.

ING-bestuursvoorzitter Steven van Rijswijk ontving op datzelfde moment een zogeheten aansprakelijkheidsstelling van Milieudefensie waarin de actiegroep een klimaatplan eist van ING en daaraan gekoppelde concrete maatregelen. De bank moet met die maatregelen haar CO2-uitstoot in 2030 halveren ten opzichte van 2019. Volgens Milieudefensie ondermijnt ING met haar huidige beleid het bereiken van het maximum van 1,5 graad opwarming van de aarde, zoals is afgesproken in het klimaatakkoord van Parijs.

Net als in de zaak tegen Shell meent Milieudefensie dat het ING daarom kan aanspreken op basis van de wettelijke zorgplicht: gevaar creëren (in dit geval met klimaatverandering) mag niet. ING heeft nu acht weken om aan de eis te voldoen. Gebeurt dat niet, dan volgt een dagvaarding.

In een toelichtend interview op het hoofdkantoor van Milieudefensie in Amsterdam leggen Milieudefensie-directeur Donald Pols en advocaat Roger Cox vrijdagochtend aan NRC uit waarom het ING is geworden, en niet een van de andere zes financiële partijen die eerder door Milieudefensie waren ‘genomineerd’. „ING heeft de grootste CO2-voetafdruk van alle financiële instellingen in Nederland. Haar afdruk staat gelijk aan dat van alle bedrijven en huishoudens van Zweden samen”, somt Pols in snel tempo op. „De bank is een groot financier van klimaatverandering. Ze hebben meer dan 900 miljard euro aan leningen en investeringen op hun balans staan. Dat geld zetten ze in, en dat heeft gevolgen. Hun uitstaande leningen in fossiele energie bedroegen in 2022 15 miljard euro, en dat is nog los van obligaties die ze uitgeven aan de sector.”

Eerst Shell, en nu spannen jullie een zaak aan tegen ING. Wat is de strategie hierachter?

Pols: „Onze strategie bestaat eigenlijk uit twee dingen. Aan de ene kant komt zij voort uit een praktisch gedachte: we leven in een land dat voor een groot deel onder zeespiegelniveau ligt. We hebben kinderen. We maken ons zorgen over de samenleving. Nederland is wat betreft uitstoot een relatief klein land, maar waar Nederland wel heel groot in is, zijn onze multinationals. Dáár kunnen we impact mee hebben.

„Multinationals zijn cruciaal voor het veroorzaken van klimaatverandering. Maar wij hebben er als samenleving geen grip op. Ze zijn niet goed gereguleerd. Deze rechtszaak is onderdeel van een bredere strategie om het narratief te veranderen. Om draagvlak in de samenleving te creëren voor deze visie: multinationals moeten gereguleerd worden en hun verantwoordelijkheid nemen.”

En waarom dan nu een financiële instelling?

Pols: „Wij kijken naar de bron van CO2. Dat is natuurlijk de fossiele sector. Maar financiële instellingen faciliteren hoe onze economie zich ontwikkelt. We zeggen niet voor niks ‘wie betaalt, bepaalt’, of ‘money makes the world go round’.

Cox: „Kijk, waar het om gaat is dat al deze grote ‘systeemspelers’, dus de Shells van deze wereld, de grootbanken zoals ING, de grote industrie – direct of indirect een bepaalde mate van controle hebben over de emissiehoeveelheden in de wereld.”

Pols: „Bij klimaatverandering gaat het vaak over technologie. Mensen zeggen: wij hebben gewoon meer kernenergie nodig, of meer bio-energie. Of je bent voor of tegen windmolens. Of het gaat over het gedrag van burgers. De overheid houdt een campagne: ‘Zet ook de knop om.’ En dan hebben ze het over jou en mij. Maar wie heeft meer effect: ik die korter douche, of Shell die negen keer zoveel CO2 produceert als Nederland?

„Mensen moeten bedrijven meer verantwoordelijk gaan houden. Bedrijven zeggen: wij kunnen niks vanwege concurrentie, de wetgever moet regels maken. Maar achter de schermen doen ze er alles aan om die wetgeving af te zwakken, om nieuwe initiatieven kapot te lobbyen. Het klimaatprobleem kan nooit opgelost worden als het bedrijfsleven niet zelf proactief stappen gaat zetten.”

In november kondigden jullie aan actie te zullen ondernemen en publiceerden jullie tegelijkertijd een onderzoek naar Nederlandse financiële instellingen, naast ING ook nog de banken ABN Amro, Rabobank, verzekeraars NN en Atradius en pensioenfondsen ABP en Zorg & Welzijn. In dat onderzoek scoorde kredietverzekeraar Atradius het slechtste, niet ING.

Pols: „Klopt. De afweging is vooral dat Atradius qua impact te klein is. Zij hebben enkele miljarden aan fossiele verzekeringen. Dat is ten opzichte van de bedragen die ik net heb genoemd van ING, relatief klein.”

Zit er ook nog de internationale naamsbekendheid van ING versus Atradius achter?

Pols: „Ja, zeker. Omdat, wat ik zei, wij streven naar een narratiefverandering in de samenleving. Want het narratief is de basis voor alle veranderingen. En het feit dat wij via ING het publieke debat kunnen stimuleren, speelt zeker een rol.”

ING zegt: wij zijn als bank een afspiegeling van de maatschappij. En die maatschappij leunt nog op fossiel. Wat is volgens jullie de rol van een bank?

Pols: „Waarom heeft ING een grotere rol dan wij? Verantwoordelijkheid bepaal je met drie dingen. Een: wat is jouw bijdrage aan het probleem. Nou, ING financiert naar eigen zeggen 61 megaton aan uitstoot van broeikasgas. Het tweede is: hoeveel kun je doen aan een probleem. Een bank kan ervoor kiezen dat enorme bedrag – ik noemde al 900 miljard – naar groene oplossingen te sturen. En ten derde: wat is jouw kennis van het probleem? ING had al sinds haar ontstaan in 1991 kunnen weten van de risico’s van gevaarlijke klimaatverandering.”

Banken zeggen: wij financieren verandering. Door in gesprek te gaan helpen wij juist bedrijven in die transitie van grijs naar groen.

Pols: „Dat is prima, dat moedigen wij ook aan. Maar wij zeggen: kwantificeer het. Doe het niet op de blauwe ogen van je klanten. Formuleer eerst als bank een overkoepelend doel, in lijn met de klimaatafspraken van Parijs. En eis van alle grote klanten dat zij een klimaatplan hebben. Als een bedrijf bij ING komt en zegt: wij willen onze fabriek uitbreiden, dan zeg je: prima, maar we willen dan wel graag een klimaatplan zien. De financiële sector heeft een ongelooflijke macht om met geld bij de dragen aan de energietransitie.”

ING kwam vorige maand zelf al met een mededeling: in 2040 stoppen ze volledig met het financieren van bedrijven die naar olie en gas boren, en in 2030 minderen ze met ruim een derde.

Pols: „We hebben niet de tijd tot 2040. Dat is vijftien jaar te laat. We moeten nu stoppen. Het Internationale Energieagentschap zegt dat, willen wij binnen de anderhalve graden blijven, er geen enkel nieuwe olie- gasboringen mogen zijn. En zelfs dat we waarschijnlijk bestaande projecten moeten afbouwen. En dan zegt de ING: wij stoppen wel in 2040?

„Wij zeggen: in 2030 moet de CO2-uitstoot van ING gehalveerd zijn. ING moet z’n klanten vragen om klimaatplannen, en binnen een jaar meten die er ook liggen. En als het niet tot verandering leidt, dan kun je niet met zulke klanten doorgaan. In gesprek gaan is prima, als een soort wortel om voor te houden. Maar een wortel is alleen effectief met een stok.”

Roger Cox, u heeft jaren gezocht naar een route in de internationale rechtsspraak om met Urgenda eerst de staat, en daarna een bedrijf – Shell – verantwoordelijk te houden voor klimaatverandering. Hoe gaat die route verder naar de financiële sector? Jullie zeggen: het maakt geen verschil of je naar olie boort of voor de boor betaalt. Maar daar zit natuurlijk wel een verschil tussen.

Cox: „Al die zaken bouwen eigenlijk op elkaar door. Dus de Shell-zaak was mogelijk omdat de Urgenda-zaak gewonnen werd en de Shell-zaak maakt het ook weer mogelijk om verder door te stappen en een bank aan te spreken.

„Rechters zijn, niet alleen in Nederland, tot de conclusie gekomen dat de gevolgen van het overschrijden van die anderhalve graad zo ernstig zijn dat het welzijn van de mensheid bedreigd wordt. Dat onze grondrechten daarmee geschonden worden. Diegenen die daar grote controle over hebben, kunnen daarmee ook een juridische verplichting hebben om te handelen. Je zit als bank samen met oliebedrijven in een keten, dat maakt je medeschuldig aan wat er gebeurt. Als ketenpartner heb je een rol om niet mee te doen aan dit soort mensenrechtenschendingen.”

De PVV vroeg zich na de Shell-uitspraak af of partijen als Milieudefensie of Urgenda dit soort rechtszaken wel mogen beginnen, en of de rechter met de uitspraak niet te veel op de stoel van de politiek is gaan zitten. Maken jullie je zorgen nu de PVV mogelijk in de regering komt?

Cox: „Onze zaak tegen ING gaan we voeren binnen de bestaande regelgeving. En uiteindelijk is de politiek hierin niet zo relevant. We hebben gelukkig een hele weerbare democratie. Ik zie dat de ruimte voor politieke partijen om democratische rechten in te perken heel beperkt is. En als ze dat toch proberen, zal er niet alleen weerstand zijn van organisaties als Milieudefensie, maar ook van advocaten, academici. Nee, ik word daar niet warm of koud van.”