‘Mijn onzekerheid is nu gelukkig minder’

‘Op mijn 22ste begeleidde ik voortijdige schoolverlaters tijdens mijn studie psychologie in Utrecht. Aan het eind van de stage kreeg ik van mijn begeleider een boek cadeau: Het zwijgen van Maria Zachea. Ik herkende de naam van de auteur meteen. Een paar jaar daarvoor had ik namelijk kennis gemaakt met Judith Koelemeijer toen ze voor de Volkskrant een reportage schreef over vaccinatiebereidheid in de Bible Belt.

„Ik groeide reformatorisch op en was na een kerkdienst in Rhenen aan het napraten met mijn man – toen nog mijn verkering – toen Judith ons aansprak voor haar verhaal. Ze stelde scherpe, maar respectvolle vragen. Later kwam ze zelfs op bezoek bij de familie van mijn man om verder te praten. Toen ik haar boek paar jaar later kreeg, ging ik het meteen lezen.

„Het zwijgen van Maria Zachea gaat over een oude moeder die na een hersenbloeding niet meer spreekt met haar twaalf kinderen. Het boek is gebaseerd op interviews die Judith hield met haar ooms, tantes en met haar vader. Zij zag hoe haar oma nog wel met de verpleging sprak, maar nauwelijks met haar eigen kinderen. Waarom zegt oma niets?

„De twaalf kinderen vertellen aan Judith hoe zij de opvoeding hebben beleefd. Hoewel het gezin in een katholieke omgeving opgroeit, herkende ik de strenge regels van mijn eigen reformatorische opvoeding. Toen ik het boek voor het eerst las was ik nog erg op zoek naar mezelf, naar mijn identiteit. Ik had een laag zelfbeeld, stond met één been in de reformatorische wereld en met het andere in een wereld die me meer ruimte gaf om autonoom te zijn. Dat gaf een enorm loyaliteitsconflict.

„Vanwege die onzekerheid las ik boeken vaak met de vraag: wat kan ik hier voor mezelf uithalen? Ik was nog echt zoekende naar wie ik was. Ik was gefascineerd door Lucie, een van de kinderen. Ik dacht: hoe kan ik worden zoals zij? Ik vond haar zo’n vrije persoonlijkheid. Herlezing leert dat ik nu veel minder met mezelf bezig ben. Dat is wel lekker aan ouder worden. Ik lees het boek met meer afstand, zonder voortdurend te zoeken naar herkenning in een personage.

„In plaats daarvan zie ik in het boek nu veel overeenkomsten met de cliënten in mijn praktijk als relatietherapeut. Heel herkenbaar is een personage zoals Maarten. Hij verliest zijn broer Jos aan wie hij erg gehecht was en hij vraagt zich af wie hij is zonder zijn broer. Dat identiteitsvraagstuk bij rouw herken ik uit mijn werk. Ik zou willen weten hoe het met Maarten is afgelopen. Eigenlijk geldt dat voor alle familieleden. Ik zou dat gezin graag verder willen afpellen.

„Voordat ik het boek destijds voor het eerst las zag ik de familie van mijn man nog helemaal als het perfecte plaatje. Tijdens het lezen herkende ik veel van de ingewikkelde gezinsdynamiek. Dat maakte me bewuster van de waarde van mijn eigen familie: ook gelovig, maar met veel ruimte om je eigen mening te ontwikkelen. Ik kende destijds alleen mijn eigen familie en die van mijn partner. Inmiddels heb ik veel meer referentiekaders. Ik kan nu terugkijken en die onzekere, zoekende Cocky naast de relatietherapeut van nu leggen.”