‘Mijn bange moeder werd verliefd op de veldwachter’

Mijn ouders Voor deze serie sturen lezers foto’s van hun ouders in. Deze keer stuurde Guus Rood (1946) een foto van zijn vader Simon Rood (1897-2000), moeder Maria Rood-Wokke (1901-1983) en zes van zijn broers en zussen.

Guus Rood: „Ik ga graag naar Bergen, een prachtig dorp in Noord-Holland. De beroemde Eeuwigelaan, met z’n schuine bomen, is er de route naar zee. Je komt dan ook langs Museum Kranenburgh, waar veel werk hangt van Bergense kunstenaars.

„In 1901 werd mijn moeder in de buurt van Bergen geboren. Toen ze twaalf was, overleed haar moeder. Ze had zes jongere broertjes en zusjes. Haar vader hertrouwde snel. Mijn moeder werd toen bij een boerenfamilie ‘uit dienen gestuurd’. Zij maakte lange werkdagen, tegen alleen kost en inwoning. Als jongemeid moest ze elke avond, in het pikkedonker, de luiken vóór de ramen sluiten. Ze was dan doodsbang, elke keer weer. Werd ze daarom verliefd op de veldwachter?

„Ze kusten elkaar voor de eerste keer op het ronde bankje bij de ruïnekerk. Het staat er nog altijd. Ze trouwden in 1922. Ze kregen acht kinderen. Zes staan er op deze foto, die ergens eind jaren dertig is gemaakt. Ik ben een nakomertje, van na de oorlog.

„Ik heb ooit aan mijn vader gevraagd of hij de vele schilders en dichters die Bergen beroemd hebben gemaakt, ook had gekend. Onder wie Adriaan Roland Holst, Jan Toorop en diens dochter Charley. Hij antwoordde: ‘Dat schildersvolk hokte en zoop vooral in een huis in de duinen, ver van de nette burgers. De politie kwam daar nooit.’

„Na enkele jaren vroeg mijn vader overplaatsing naar Callantsoog. Daar zou zijn jaarsalaris met 100 gulden stijgen. Per jaar! Dat kwam door het Zwanenwater, een natuurgebied, waar veel stropers actief waren. Daarom moest de veldwachter er veel nachtdiensten doen.

„Altijd als ik Bergen bezoek, ga ik ook wandelen bij het Zwanenwater. Zijn daar nog stropers actief? Geen idee.”