Dat heeft het Nederlandse kabinet-in-oprichting in elk geval alvast mee: zijn ‘strengste toelatingsregime voor asiel en het omvangrijkste pakket voor grip op migratie ooit’ strookt met de koers die Europese landen al aan het inslaan waren. Het Europese migratiebeleid was de afgelopen tijd al strenger geworden, met het nieuwe Asiel- en Migratiepact dat vorige week na jaren van beraadslagingen officieel afgehamerd werd. Maar dit nieuwe pact is nog niet in werking of de volgende stappen worden alweer gezet.
Vijftien migratieministers van EU-lidstaten, onder wie demissionair staatssecretaris Eric van der Burg (Asiel en Migratie, VVD), stuurden op 15 mei een brief aan de Europese Commissie om weer nieuwe strenge maatregelen te bepleiten. Het gaat overwegend om landen in Zuid- en Oost-Europa en Scandinavië; de meeste andere West-Europese landen doen niet mee.
Een van de wensen van de club van vijftien is dat Brussel partnerschappen met derde landen verkent. Die niet-EU-landen krijgen dan geld, in ruil waarvoor zij asielzoekers uit Europa opvangen. Het grote voorbeeld voor deze Europese ministers is de radicaal-rechtse Italiaanse premier Giorgia Meloni, die eind vorig jaar zo’n akkoord met Albanië sloot. Zo bestaat de kans dat Meloni’s overeenkomst het tot Europees beleid schopt.
Aan het oog onttrokken
Migratie-experts zijn sceptisch over de Albanië-deal: zo zouden er te weinig opvangplekken zijn en zouden veel asielzoekers uiteindelijk alsnog naar Italië komen. „Het enige doel is dat de migrantenboten straks worden onttrokken aan het oog van de publieke opinie”, zei de Italiaanse migratie-expert Matteo Villa begin mei tegen NRC.
Misschien juist wel daarom vinden andere landen, en ook voorzitter Ursula von der Leyen van de Europese Commissie, zulke overeenkomsten interessant. Beelden van bootjes vol migranten die op Europa afkomen zijn in hun ogen medeverantwoordelijk voor de opkomst van radicaal-rechts, dat bij de Europese verkiezingen in juni naar verwachting zetels wint. Hoe het beleid oogt, los van de inhoud, wordt daarom niet onbelangrijk gevonden.
Dit is een les die ook in Griekenland geleerd is. Nadat asielzoekers in het afgelopen decennium de straten van Athene bevolkten, worden ze tegenwoordig uitsluitend nog op de eilanden opgevangen – als ze niet al illegaal ‘teruggeduwd’ worden naar Turkije. Onlangs heeft de Griekse regering de namen van vluchtelingenkampen op Lesbos veranderd van ‘Ontvangst-identificatiecentrum’ in ‘Gesloten controletoegangscentrum’. Ook zijn de kampen van hekken met prikkeldraad voorzien.
Rwanda
Op bezoek bij haar Tsjechische ambtgenoot Petr Fiala prees Meloni onlangs de overeenkomsten met Afrikaanse landen die Europa de afgelopen tijd heeft gesloten. Zo werkt de EU samen met de Libische kustwacht en betaalt ze geld aan Tunesië, Mauritanië en Egypte om migranten vooral dáár te houden. En het Verenigd Koninkrijk zet alles op alles om binnenkort migranten naar Rwanda te sturen. Overigens maakt de Rwanda-optie geen deel uit van de brief van de vijftien migratieministers.
Ook over het akkoord met Rwanda oordelen migratie-experts sceptisch. Het zou racistisch en tegen het internationaal recht zijn, en het Afrikaanse land zou mogelijk vluchtelingen terugsturen naar het land dat ze juist verlieten uit angst voor vervolging.
Maar vorige week kreeg de Britse premier Rishi Sunak bijval van een prominente expert. Voorzitter Gerald Knaus van het European Stability Initiative, beter bekend als de ‘architect’ van de Turkije-deal uit 2016, bracht op X verslag uit van zijn bezoek aan Rwanda, waar hij onder anderen sprak met asielzoekers die al in het land zijn.
„Na tientallen bijeenkomsten weet ik het zekerder dan ooit: er ligt een win-win-win-beleid klaar om te worden aangegrepen”, aldus Knaus. De Oostenrijker prijs de inspanningen van Rwanda om asielzoekers op te vangen die eerder in een benarde situatie in Libië gezeten hadden. Rwanda, aldus Knaus, vangt zo’n 130.000 vluchtelingen op uit Afrikaanse buurlanden, voornamelijk uit Congo en Burundi. „Velen zijn al meer dan tien jaar in het land. Velen zijn geboren in Rwanda. Het onderwijs is al geïntegreerd, ze hebben het recht op werk en vluchtelingen worden stap voor stap opgenomen in de dekking van het nationale gezondheidszorgsysteem.”
Iedereen die van het VK naar Rwanda wordt gebracht, heeft volgens Knaus het recht om te blijven – „met of zonder asielaanvraag!” De kans dat ze naar hun land van herkomst teruggestuurd worden, is „nihil”. Te beweren dat je er niet op kunt vertrouwen dat een Afrikaanse natie vluchtelingen op een humane manier behandelt, zegt hij, is beledigend. Conclusie: de Rwanda-deal maakt „een einde aan de status quo die jaarlijks duizenden jonge Afrikaanse migranten op zee of onderweg doodt”.
Niet naar school
Fijne woorden voor Sunak. Maar volgens veel andere migratie-experts heeft Knaus met zijn oplossingen vooral oog voor de Europese noden, en minder voor de migranten in kwestie. Zo heeft de door hem bedachte Turkije-akkoord voor een groot deel gedaan wat het beloofde – asielzoekers dáár houden – maar tegelijkertijd leven veel Syrische vluchtelingen in Turkije onder moeilijke omstandigheden en gaan veel van hun kinderen niet naar school. Om nog maar te zwijgen over het politieke drukmiddel dat Turkije dankzij de regeling heeft gekregen.
Knaus’ oordeel dat de Rwanda-deal een einde maakt aan de dode migranten in de Sahara en op de Middellandse Zee is aanvechtbaar. De meeste migratiewetenschappers zijn het erover eens dat migratie iets onvermijdelijks is; wat bepaalt of mensen sterven tijdens hun reis, is vooral hoe moeilijk het hun gemaakt wordt om Europa te bereiken. Veel deskundigen en mensenrechtenorganisaties bepleiten daarom legale routes naar Europa voor wie asiel wenst aan te vragen.
Maar dat academische gezichtspunt heeft weinig invloed op het beleid. In politiek Europa bepaalt Meloni tegenwoordig de migratiekoers.