Sander Visser is zenuwachtig. De hobby-archeoloog heeft nog nooit voor een groep journalisten met camera’s en notitieblokken in de aanslag gestaan. In mei deed hij in het Friese Witmarsum met zijn metaaldetector een bijzondere vondst en nu mag hij daar dinsdag op een door het Fries Museum en de Fryske Akademy georganiseerde bijeenkomst over vertellen. Voor hem ligt zijn vondst: een zogeheten pommelkap uit de tijd van de Vikingen.
In mei was hij in Witmarsum met zijn „zoekmaat” Luc Sijtsma aan het zoeken op een akker waar ze al eens eerder wat vroegmiddeleeuwse vondsten hadden gedaan. Ze vonden er deze keer niets, maar bij een boer een eindje verderop – hij had zijn gras net gemaaid – hadden ze meer geluk. Visser kreeg een goed signaal van zijn metaaldetector en ging graven. De 62-jarige amateurarcheoloog uit Lelystad zag dat hij iets moois had gevonden. „Ik had een stuk brons in mijn handen en zag meteen dat het een pommel was”, vertelt hij.
Een pommel is de knop aan het uiteinde van een zwaard. Het door Visser gevonden exemplaar is zo’n zeven centimeter groot. Hij plaatste foto’s van zijn vondst online en stuurde ze door naar een vriend. „Die ging helemaal uit zijn plaat. Hij zei dat het een Vikingpommel was.”
Versierd met everzwijnkoppen
Twee weken na de vondst kwam Visser in contact met Nelleke IJssennagger-van der Pluijm, directeur-bestuurder van de Fryske Akademy. Zij doet onderzoek naar Vikingen en zag dat deze pommel inderdaad ooit bij een Vikingzwaard hoorde. „De pommelkap is aan de zijkant versierd met everzwijnkoppen. De versiering valt binnen de karakteristieke Mammemstijl van de tiende eeuw: everzwijnen zijn daarin een kenmerkend element. In de Vikingwereld stonden ze symbool voor kracht en bescherming.”
Het volledige Nederlandse kustgebied en een deel van het Duitse kustgebied hoorden in de tijd van de Vikingen – een periode die hier duurde van 810 tot ongeveer 1100 – bij Frisia. Vanuit Scandinavië vielen Vikingen dit gebied aan. Als piraten maakten ze moordend en plunderend de Friese kust onveilig. In sommige gevallen sloten Friezen zich bij hen aan en gingen ze ook uit roven. Ondertussen was er ook nog allerlei handelscontact tussen Frisia en Scandinavië.
Dat dit Vikingfragment in Friesland is gevonden, benadrukt de rol die het gebied had als schakel binnen de netwerken van de Vikingen, zegt IJssennagger-van der Pluijm. „Het is echt een primeur. Een vondst zoals deze hebben we nog niet eerder gezien.”
Mensen als hij zijn onze oren en ogen in het veld
Ooit zat de pommel vast aan een zwaard. Hoe die eraf is gekomen, weet IJssennagger-van der Pluijm nog niet. Met Diana Spiekhout, conservator Middeleeuwen en terpencultuur bij het Fries Museum, doet ze onderzoek naar de pommelkap. Ze willen weten hoe het zwaard in Witmarsum terecht is gekomen, of de pommelkap bewust losgewrikt is van het zwaard door een nieuwe eigenaar en of er meer vergelijkbare exemplaren zijn. Tot nu toe is er één bekend, in de privécollectie van een verzamelaar in de Verenigde Staten.
IJssennagger-van der Pluijm gaat de versieringen op de pommelkap verder onderzoeken, terwijl Spiekhout, die is gespecialiseerd in zwaarden uit het vroegmiddeleeuwse Frisia, verder onderzoek doet naar het type zwaard uit de Vikingtijd waarbij deze pommelkap kan horen. Zwaarden waren in die tijd meer dan wapens, zegt ze. „Ze hadden vaak een belangrijke symbolische waarde. Goede zwaarden gingen als erfstuk of geschenk meerdere generaties mee. De nieuwe eigenaar kon onderdelen toevoegen of verwijderen. Dat is hiermee misschien ook gebeurd.”
Spiekhout was meteen enthousiast toen ze hoorde van de vondst van Visser. „Toen ik het zag was ik flabbergasted. Het voorwerp lijkt heel zeldzaam. In Nederland is het uniek, maar ook internationaal lijkt het bijzonder te zijn, omdat we nog maar één andere vergelijkbare pommelkap hebben gevonden – en die bevindt zich dus in de VS.”
Zilveren munten en gouden ring
Voor Visser is de vondst een droom. Sinds 2014 gaat hij met zijn metaaldetector, die hij voor Vaderdag van zijn gezin kreeg, op zoek naar wat er in de bodem verborgen ligt. Hij had al wel eens wat zilveren munten gevonden en een gouden ring uit het begin van de zeventiende eeuw, maar een Vikingfragment? „Wie verwacht nou een stukje Vikinggeschiedenis te vinden in de Friese klei?” Avond na avond zocht hij online naar vergelijkbaar materiaal. Er ging een hele nieuwe wereld voor hem open. Met zijn vrouw heeft hij vanaf het moment dat hij de pommel vond „elke serie en film over Vikingen gezien die we konden vinden”.
Het is mooi en bijzonder dat Visser met zijn vondst naar de Fryske Akademy kwam, zegt IJssennagger-van der Pluijm. „Voor ons als wetenschappers is het belangrijk om op deze manier nieuwe informatie te krijgen. Mensen als hij zijn onze oren en ogen in het veld.” Visser vindt het zelf belangrijk dat zijn vondst onderzocht wordt en voor het publiek te zien is en niet in een vitrinekast op zolder belandt. Daarom is het tegen een vergoeding naar het Fries Museum gegaan.
De pommelkap is vanaf 23 april te zien in de tentoonstelling Boven het maaiveld – 25 jaar archeologische vondsten in het Rijksmuseum van Oudheden in Leiden. Daarna gaat hij terug naar het Fries Museum, waar hij vanaf het najaar te zien is. Spiekhout, die in 2019 al een tentoonstelling over Friezen en Vikingen in het kustgebied van de Lage Landen maakte, hoopt een grote tentoonstelling te kunnen maken over de vroege Middeleeuwen in Frisia. Deze „topvondst” zal dan in ieder geval te zien zijn. „Het is een parel onder de parels.”