Met uitschakeling van Nasrallah is Hezbollah niet weg, maar wel de pijler weggeslagen waarop Irans defensie rust

In zijn toespraak tot de Algemene Vergadering van de Verenigde Naties haalde de Iraanse president Masoud Pezeshkian vorige week zoals gebruikelijk hard uit naar Israël, wegens „de genocidale oorlog” in de Gazastrook en de aanvallen op Libanon. Maar tegen de rest van de wereld sloeg hij een voor een Iraanse leider ongebruikelijk verzoenende toon aan. Hij onderstreepte dat zijn land een constructieve rol in de wereld wil spelen. Hij sprak van terugkeer in het nucleaire akkoord, dat in 2018 door president Trump werd opgeblazen, waarna een „dialoog over andere zaken” zou kunnen volgen. „We streven naar vrede voor allen en willen geen conflict met enig land”, zei hij.

Het punt is, het Iraanse regime kán zich geen conflict veroorloven wil het overleven – en overleven is zijn primaire doel en streven. De voorzichtige reactie van opperste leider Khamenei op de dood van Hezbollah-leider Hassan Nasrallah, zijn belangrijke buitenlandse bondgenoot, spreekt boekdelen. Khamenei zei dat Nasrallahs dood „niet ongewroken” zal passeren maar riep vooral op tot internationale spoedzittingen over de „misdadige” Israëlische aanvallen.

Militaire macht van belang

Het grootste deel van de Iraanse bevolking heeft zich in de loop van 45 jaar islamitisch bewind van haar revolutionaire leiders afgekeerd. Door de sancties waarmee het Westen de islamitische republiek heeft gebombardeerd (en eigen wanbeleid en corruptie), is de economische situatie dramatisch slecht. Dat is een heel explosieve combinatie, zie de herhaalde opstanden die de autoriteiten alleen met grof geweld de baas kunnen. De relatieve hervormer Pezeshkian is in juli met de zegen van opperste leider Khamenei gekozen om een deal te sluiten met het Westen en van die dodelijke sancties af te komen. De dood van de vrome havik Ebrahim Raisi bij een helikopterongeluk in mei kwam wat dat betreft precies goed uit.

Nu Israël Irans buitenlandse verdediging begint te ontmantelen, wordt de situatie voor Khamenei en de zijnen wel heel precair. De Israëlische propaganda wil dat de islamitische republiek Iran een macht van het kwaad is die het kleine Israël, het bredere Midden-Oosten en de hele wereld dreigt te overweldigen. Luister naar premier Netanyahu, ook vorige week in de VN-Assemblee in New York: „We worden geconfronteerd met woeste vijanden die onze vernietiging nastreven [..]. Onze vijanden proberen niet alleen ons te vernietigen, ze proberen onze gemeenschappelijke beschaving en ons allemaal terug te werpen in een duister tijdperk van tirannie en terreur.”

Hezbollah was met zijn wapenarsenaal en goed getrainde strijders altijd veel sterker dan Hamas, waarvan de raketten in vergelijking proppenschieters zijn

De ‘As van Verzet’ van buitenlandse strijdgroepen die de Iraanse grenzen moeten verdedigen tegen zijn belagers – voorop kleine satan Israël en de grote, Amerika – geldt daarbij als een levensgevaarlijke aanvalsmacht. De werkelijkheid is een andere. In het gezelschap van sjiitische Arabische en Afghaanse milities in Jemen, Irak en Syrië plus het soennitische, Palestijnse Hamas was alléén Hezbollah een militaire macht van belang. Direct aan de grens met Israël, met tienduizenden, geoefende strijders en door Iran voorzien van ruw geschat 150.000 raketten die Israël plat zouden leggen als dat land een oorlog tegen Iran zou beginnen (zoals de afgelopen twintig jaar herhaaldelijk door premier Netanyahu is beloofd). Veel en veel sterker dan Hamas, waarvan de raketten in vergelijking proppenschieters waren.

Verdedigingsdoctrine

Na de bloedige en verwoestende oorlog tegen Irak (1980-1988), waarin Iran zo goed als alleen stond tegenover de Arabische wereld en het Westen, ontwikkelde de Iraanse leiding de doctrine van de vooruitgeschoven verdediging. Eventuele toekomstige oorlogen zouden in voorwaartse loopgraven vér van het Iraanse land worden uitgevochten door bevriende en door Iran bewapende strijdgroepen. Dat is wat nu de ‘As van Verzet’ heet.

Daarvoor was de sjiitische oppositie tegen Saddam Hussein beschikbaar die na Saddams omverwerping door de Amerikanen in 2003 een machtspositie in het nieuwe Irak kregen. Er was sowieso steun in Syrië, waar de Assads de enige Arabische leiders waren die Irans kant hadden gekozen in 1980. De Jemenitische Houthi’s kwamen pas recentelijk erbij. En Hezbollah dus, de ‘partij van God’ die door Iran zelf in 1982 was opgericht om de Libanese sjiitische minderheid tegen Israël te verenigen en bewapenen.

Israël was dat jaar Libanon binnengevallen, tot aan de rand van Beiroet, om een eind te maken aan de guerrilla-aanvallen vanuit Yasser Arafats Palestijnse staat-in-de-staat in Libanon. De Israëlische leiders hadden de steun van een machtig deel van de christelijke minderheid, en gingen ervan uit dat de gemarginaliseerde sjiieten in het zuiden de Palestijnse inwoning beu waren. Maar de Israëliërs werden al snel bezetters, en doelwit van de jonge partij van God, die de vernietiging van Israël en trouw aan de Iraanse opperste leider hoog in haar vaandel droeg.

De aanvallen van Hezbollah dreven de Israëlische troepen uiteindelijk in 2000 Libanon uit. In een nieuwe invasie in 2006 probeerde Israël met disproportioneel geweld – de zogeheten Dahiya-doctrine, vernoemd naar de sjiitische wijk van Beiroet waar Hezbollah sterk vertegenwoordigd is – de beweging een dodelijke slag toe te brengen.

Methodisch opgeruimd

Dat is min of meer wat er nu gebeurt. Hezbollah overleefde de oorlog van 2006 in een psychologische overwinning op de veel sterkere vijand. Maar de organisatie delft vandaag het onderspit tegen een dit keer veel beter voorbereide vijand. Niet alleen wordt zijn wapenarsenaal uitgedund en zijn infrastructuur vernietigd, ook zijn leiding methodisch opgeruimd, tot en met topleider Hassan Nasrallah.


Lees ook

Geliefd wegens zijn verzet tegen Israël en meedogenloos voor politieke tegenstanders

De laatste jaren zagen Libanezen de ondergedoken Hezbollah-leider Nasrallah alleen nog in videoboodschappen, zoals hier in 2012.

Hezbollah is niet weg, maar het is weggeslagen als de pijler waarop de Iraanse defensie rustte. Wat is er over? De Houthi’s, veel te ver weg; de Iraakse milities, eveneens op afstand van Israël; wat er na een jaar oorlog nog over is van Hamas. In Syrië valt de koele houding van Assad jegens zijn beschermheren op.

Intussen liquideert Israël ook stuk voor stuk prominente officieren van de Iraanse revolutionaire garde. De Israëlische liquidatie van zeven garde-officieren in zijn consulaat in Damascus werd nog beantwoord met een mislukte raketaanval op Israël zelf. De liquidatie van Hamasleider Haniyeh – nota bene in Teheran, in juli – bleef straffeloos.

Zet Iran nu in extremis de laatste stap naar een kernwapen als afschrikking?