N.B. Het kan zijn dat elementen ontbreken aan deze printversie.
Rembrandt-ontdekking Een olieverfschets in de collectie van Museum Bredius in Den Haag blijkt na een schoonmaakbeurt en wetenschappelijk onderzoek tóch van Rembrandt. Dat stelt kunsthistoricus Jeroen Giltaij.
Eerst een Rembrandt, toen een halve eeuw een „grove imitatie” van de grote meester, en vanaf nu weer een echte Rembrandt. Zij het voorlopig wel een met raadselen omgeven Rembrandt.
Dat is in het kort het verhaal van De oprichting van Jezus aan het kruis, een kleine olieverfschets in bruintinten in de collectie van Museum Bredius. Dat is een Haags museum met de collectie zeventiende-eeuwse schilderkunst die kunstkenner Abraham Bredius (1855-1946) aan de gemeente naliet.
Bredius, een grote verzamelaar die twintig jaar directeur van het Mauritshuis was, kocht het schilderijtje op paneel in 1921 als een Rembrandt. Hij nam het op in zijn in 1935 verschenen oeuvrecatalogus van Rembrandt. Een voormalige assistent van Bredius, de Duits-Nederlandse kunsthistoricus Horst Gerson, publiceerde in 1968 een nieuwe catalogue raisonné waarin hij de schets afschreef als een „grove imitatie”.
Andere kunsthistorici deelden die mening. Ook het Rembrandt Research Project onder leiding van wijlen Ernst van de Wetering zag geen aanleiding om Gerson te corrigeren en liet het museum weten dat de schets „een vermoedelijk latere imitatie” betrof.
Schoonmaakbeurt
Jeroen Giltaij, voormalig hoofdconservator schilder- en beeldhouwkunst bij Museum Boijmans Van Beuningen, denkt er anders over. En hij wordt in zijn opvatting gesteund door de Rembrandt-kenners bij het Rijksmuseum Amsterdam. De olieverfschets in de collectie van Museum Bredius is een heuse Rembrandt. Dat heeft Giltaij donderdagmorgen uiteengezet bij een boekpresentatie in Den Haag.
Voor Het Grote Rembrandt Boek bekeek Giltaij alle 684 schilderijen die in acht verschillende oeuvrecatalogi aan de Leidse schilder zijn toegeschreven. Al snel rees bij Giltaij het vermoeden dat de olieverfschets een Rembrandt was. Na een schoonmaakbeurt en wetenschappelijk onderzoek door restauratoren van het Rijksmuseum Amsterdam kreeg Giltaij de bevestiging: de schets is van de hand van de grote meester.
Er is wel iets vreemds aan de hertoeschrijving. In de collectie van de Alte Pinakothek in München is een schilderij van Rembrandt met vrijwel dezelfde voorstelling. Die Oprichting van Jezus aan het kruis, van groter formaat, dateert uit 1633. Uit dendrochronologisch onderzoek van het paneel van de olieverfschets blijkt dat deze plank uit 1634 stamt en dat het gebruikt kon worden tussen 1642 en 1645. Zo’n tien jaar later dus dan het doek in München.
Meer onderzoek
Giltaij: „De schets is dus geen voorstudie voor het doek. Maar wat dan wel? Een studie voor een ets die hij niet heeft gemaakt? Of een verbeterde compositie van een eerder gemaakt schilderij? Het vraagt meer onderzoek om daar een goede verklaring voor te kunnen geven.”
Het handschrift van de olieschets is in elk geval vintage Rembrandt, zegt Giltaij: „Door de vele overschilderingen en oude vernislagen was het lastig om het handschrift van Rembrandt goed te beoordelen. Toen we alle retouches verwijderden en alleen de oorspronkelijke zeventiende-eeuwse verf konden bestuderen, konden we goed vergelijkingen maken met zijn andere werk. Ook op deze schets zie je hoe hij met enkele verftoetsen zijn kenmerkende dramatische licht-donkereffecten weet te bereiken.”
In het verleden is beweerd dat de schets een kopie naar Rembrandt zou zijn. Dat kan volgens Giltaij uitgesloten worden omdat de composities te veel verschillen. Met de ruiter te paard, rechts op de voorgrond van de schets, heeft Rembrandt bovendien een element uit eigen werk hergebruikt. Vrijwel dezelfde ruiter komt voor op een ets van zijn hand van omstreeks 1629.
De olieverfschets is tot 15 januari te zien op een aan het onderzoek gewijde presentatie in Museum Bredius.