N.B. Het kan zijn dat elementen ontbreken aan deze printversie.
Analyse
Ecuador Al voor de fatale kogelregen die werd afgevuurd op presidentskandidaat Fernando Villavicencio was de toegenomen onveiligheid een grote zorg van Ecuadorianen. Met nog tien dagen tot de stembusgang neemt het drugsgeweld de campagne over.
Met de moord op Fernando Villavicencio, een oud-journalist die zich als presidentskandidaat ferm uitsprak tegen de snelgroeiende invloed van de georganiseerde misdaad in Ecuador, heeft het criminele geweld in het Zuid-Amerikaanse land tien dagen voor de verkiezingen een nieuw escalatiepunt bereikt.
Ingeklemd tussen de cocaïne-producerende grootleveranciers Colombia en Peru was het kleinste Andesland lang een baken van relatieve rust in de regio. Sinds een jaar of vijf glijdt Ecuador echter snel af. Internationaal opererende drugsorganisaties hebben meerdere havens aan zijn Pacifische kust gekaapt als uitvoerpunt voor hun cocaïne op weg naar Europa, Azië of de VS. De twee invloedrijkste kartels van Mexico (uit Sinaloa en uit Jalisco) strijden onderling en met Albanese narco’s (drugsbazen) om dominantie over havensteden als Manta, Guayaquil en Esmeraldas.
Dit gevecht wordt in de praktijk uitgevochten door aan de kartels gelieerde lokale bendes. Zij bestrijden elkaar met vuurwapens en explosieven in de straten van grotere steden, maar ook tijdens afrekeningen en rellen in de gevangenissen. Als gewapende tak van de kartels bedruipen de bendes zich met de detailhandel in drugs, bestelmoorden en het afpersen van kleine ondernemers. In de pandemie is dit vragen van beschermingsgeld (in de volksmond ‘vacuna’, ofwel vaccin, geheten) sterk toegenomen.
Doodsbedreigingen
Al voor de kogelregen tegen Villavicencio, iets na zes uur woensdag avond (lokale tijd) afgevuurd in een menigte na een campagnebijeenkomst in de hoofdstad Quito, was de toenemende onveiligheid al de belangrijkste maatschappelijke zorg van dit moment. De toenemende narco-activiteit corrumpeert de politiek en het openbaar bestuur en vorige maand nog werd het land opgeschrikt door de moord op de burgemeester van Manta. Van de acht kandidaten in de presidentsrace kregen er zes beveiliging van de nationale politie.
Van alle deelnemers sprak Villavicencio zich misschien wel het felst uit tegen de drugshandel. Hij deelde in een verklaring aan de pers begin deze maand nog de doodsbedreigingen die hij naar verluidt ontving van Los Choneros, de gewapende tak van het Sinaloa-kartel. Appjes aan hemzelf en zijn hoofd beveiliging waarschuwden niet langer over hun groep of hun leider ‘Fito’ te spreken, of „ze zouden een aanslag op mijn leven plegen”.
Villavicencio, wiens campagneslogan ‘Het is tijd voor dapperen’ luidde, reageerde strijdbaar. Hij zei dat „we zullen blijven vechten voor de dappere Ecuadorianen die niet willen dat hun moederland in handen van de maffia’s valt”. En begin deze week voerde hij nog campagne in Chone, de badplaats waar Los Choneros zich eind jaren negentig vormde. Nadat in 2011 enkele van haar leiders werden opgepakt, wist deze criminele groep haar machtsbasis te verbreden. Juist omdat toplieden uit voorzorg werden vastgezet in verschillende gevangenissen, kon Choneros vanuit de cel uitgroeien tot de machtigste gevangenisbende van het land. Sinds de dood van enkele leiders lijkt de bende het dit jaar evenwel snel aan macht te verliezen, zo meldde het gerespecteerde misdaadblog InSightCrime in mei.
Meer vijanden
Na de moordaanslag werden woensdagnacht zes arrestaties verricht en de autoriteiten wijzen daarbij naar de georganiseerde misdaad. Maar Villavicencio had meer vijanden. Als journalist en later als Congreslid en presidentskandidaat liet hij zich gelden als uitgesproken tegenstander van corruptie. Daarbij botste hij regelmatig met de links-nationalistische oud-president Rafael Correa en diens politieke stroming, het correísmo.
De moord op Villavicencio draagt bij aan de politieke instabiliteit waaraan Ecuador de laatste jaren weer in is teruggevallen. Dat het land deze maand alweer naar de stembus moet, is het resultaat van een maandenlange politieke crisis. De door correístas gedomineerde oppositie was van plan om de in 2021 (zeer nipt) gekozen rechtse president Guillermo Lasso af te zetten. Die nam daarop de vlucht naar voren door het Congres te ontbinden: hierdoor mag hij zes maanden per decreet regeren, maar moest hij ook nieuwe verkiezingen uitschrijven.
Na het teleurstellende presidentschap van Lasso, die behalve een vlotte vaccinatiecampagne weinig voor elkaar kreeg in Ecuador, lijkt een terugkeer van het correísmo aanstaande. In de peilingen voor de presidentsrace gaat Luisa González, de aan Correa gelieerde kandidaat, ruim aan kop met circa een kwart van de stemmen. President Lasso kondigde woensdagnacht drie dagen van nationale rouw af, maar de verkiezingen zullen gewoon doorgang vinden, meldde zijn regering.
Welke gevolgen de moord heeft voor het verdere verloop van de campagne heeft, moet de komende anderhalve week blijken. De weduwe van Villavicencio gaf woensdagavond een radio-interview waarin ze boos vraagtekens plaatste bij het ‘falen’ van de beveiligers en het feit dat haar man geen gepantserde wagen kreeg. Ex-president Correa reageerde dat „Ecuador een falende staat is geworden”. Nog sterker dan voor woensdag zal de stembusgang in het teken staan van de vraag wie het meest geschikt is om Ecuadors steile glijvlucht richting narcostaat nog te stoppen.