‘Ik moet nog leren ietsje minder menselijk te klinken”, zegt Nina Grimm bloedserieus, waarna ze een keel opzet die meer past bij een heel chagrijnige ijsbeer dan bij de jonge Italiaanse (25) die ze is. Ze is tweedejaars student zang aan de ‘Metal Factory’, een driejarige mbo-opleiding die onderdeel is van het Summa College in Eindhoven, en daar leren ze grunten. De oerbrul, de ratelende huig, de gromzang, krijsen, schreeuwen, koekiemonster, gillen. Een zangstijl die zelfs veel metalfans te ver gaat.
Maar bij extreme muziek hoort extreme zang, vinden ze in Eindhoven in de oefenruimte van hun school, gevestigd in popzaal Dynamo, waar het legendarische metalfestival Dynamo Open Air ooit ontstond. „We entered Winter once again!” brult Nina met haar vuisten gebald en met een intens rasperige stem die een eind in de buurt komt van het origineel van zanger Mikael Åkerfeldt van de Zweedse band Opeth. Ze vindt het zelf niet goed genoeg, zegt ze terwijl ze uithijgt. Haar eigen stem komt er nog te veel doorheen, dat is niet de bedoeling. Maar ze krijgt steun van haar mede-studenten: de vooruitgang die ze de afgelopen vier weken heeft geboekt, is volgens hen enorm.
Lees ook
‘Het Zweedse erfgoed zit in ons verweven’
Textuur
Grunten is soms meer textuur dan tekst, evengoed een instrument als een sfeermaker, en er zijn mannen én vrouwen (en x’en) die het goed kunnen. En omdat het zo’n onlosmakelijk onderdeel is van metal, hoort het bij het curriculum voor deze vier studenten: verplicht vanaf het tweede jaar van de op alternatieve muziek gerichte vakopleiding. Jaarlijks studeren er vier of vijf studenten af op zang, en die hebben dan mooi leren zingen, maar kunnen óók grunten en screamen.
Als een van hun grote voorbeelden noemen ze bijna allemaal Opeth’s Mikael Åkerfeldt, een van de beste gruntzangers die er is, ook volgens de docenten hier. Zijn brul is peilloos diep en krachtig, en toch zeer verstaanbaar. En hoewel hij die alleen nog live leek te willen doen en sinds 2008 op albums alleen nog mooi zong, verschijnt er deze week toch weer een album van Opeth (The Last Will and Testament) mét die geweldige oerbrul van hem. Dat vinden ze ook bij de Metal Factory goed nieuws, en is aanleiding om eens te kijken naar het hoe én waarom van grunten.
Het staat hier op hun rooster als ‘extreme vocalen’, en wordt gegeven door Marcela Bovio, zelf bekend van onder meer Ayreon, Stream of Passion en Mayan. De in Mexico geboren Bovio is sopraan, ze heeft een prachtige stem, maar ze is ook autoriteit op het gebied van de anatomie van zang en weet precies wat er gebeurt als je de ‘valse stembanden’ laat trillen, hoe je je strottenhoofd omlaag haalt om meer ‘evil’ te klinken, hoe je je tong kunt buigen om bepaalde lettergrepen verstaanbaar te houden, of juist zo bergtrollerig mogelijk. Door die valse stembanden het werk te laten doen, is het niet schadelijk voor je stem of keel. ‘Een stukje duurzaamheid’ zeggen ze de leerlingen mee te willen geven. Als ze een stukje draaien van de band Bloodbath (met niet helemaal toevallig ook weer Åkerfeldt op zang) zegt ze tegen de leerlingen: „Kijk, zo kan het ook. Je kunt donker en boosaardig klinken met je strottenhoofd, en dan met je tong toch verstaanbaar zingen.”
Vikingen
Brullen doen mensen vanaf hun geboorte. Baby’s weten precies hoe ze die valse stembanden moeten laten ratelen voor het grootste effect. En ook in de muziek gebeurt het al lang: in de tiende eeuw hoorde een Arabische koopman al hoe vikingen grommend zongen: „Het gegrom van honden, maar dan wilder”, vond hij. Hildegard van Bingen schreef een jaar of honderd later een toneelstuk waarin de duivel niet zong maar brulde. In modernere tijden werd er flink gebruld in vroege gospel en blues, hoor maar eens hoe Blind Willie Johnson en Screamin’ Jay Hawkins het uit hun tenen halen. Later gromden en bromden artiesten als Louis Armstrong, Little Richard, The Beatles, Tom Waits en Tina Turner af en toe, voordat het via rockbands uit de jaren zestig en zeventig bij heavy metal terechtkwam. Metal werd onder invloed van punk steeds sneller en heftiger, en de vocalisten moesten dat zien bij te houden. Lemmy Kilmister klonk in Motörhead alsof hij een pak shag in z’n keel had en in Metallica, Slayer, Venom en Bathory werd de zang nog gruiziger. De band Death (what’s in a name) maakte met Scream Bloody Gore de eerste deathmetalplaat mét constante brulzang. Dat zanger Chuck Schuldiner zelf een hekel kreeg aan die zangstijl en vond dat hij zijn geweldige muziek verpestte met zijn stem, kon niet voorkomen dat de ‘death growl’ een vast ingrediënt werd van (death) metal.
Lees ook
de zomer van de doodsrochel
Waterbubbelen
Hoe extreem ook, in Eindhoven is het soms ook best grappig. De leerlingen van Bovio blazen bubbeltjes in een fles water, ze zuchten als verveelde tieners, ze doen schreeuwend jumping jacks en ze proberen de stem van Shakira én Kermit de Kikker na te doen. Dat waterbubbelen doen ze om hun stembanden te ontspannen en herstellen, legt Bovio uit terwijl haar vier studenten de notenbalken omhoog en omlaag bubbeldebubbelen. „Als de ademdruk vanaf de bovenkant in evenwicht is met de adem die vanuit de onderkant komt, zorgt het voor herstel van de stemplooien. Het werkt als opwarmen, en na het zingen als cooldown.” Dat zuchten als verveelde pubers is een goede manier om de basis van grunten te leren. Bovio zucht een zware, geïrriteerde ik-heb-zo’n-zwaar-leven zucht, de leerlingen zuchten mee. Hoe dieper ze zuchten, hoe meer ze de ‘valse stembanden’ laten meetrillen. Dat zijn weefselkoorden net boven de stembanden die belangrijk zijn voor een goeie grunt, want dat doe je zo min mogelijk met je echte stembanden en zo met zo min mogelijk risico. Als je die trilling weet vast te houden, een beetje lager krijgt en dan met kracht vanuit je middenrif opzet, ben je ineens aan het grunten.
Bovio: „En dan zoeken we naar een iets lager, donkerder geluid, oké?
Dat bouwen we op, meer en meer.” En ze grunten laag en diep.
Dan blijft natuurlijk wel de vraag: waaróm is dat gebrul zo leuk? „Het is een soort rol die je speelt, net zoals mensen die helemaal uitgedost naar een fantasy fair gaan”, zegt Bovio’s
collega-zangdocent Kevin Quilligan
, die ook zingt (en grunt) in de bands Ghost of Mirach en After Taste. „En het is ook een uitlaatklep, waardoor ik in het dagelijks leven misschien wel veel relaxter ben. Alle frustratie, agressie of wat ook, dat kun je kwijt in drie kwartier op een podium grunten. Terwijl als je dat hier op straat gaat doen, dan komt de handhaving en is het verstoring van de openbare orde. In een kunstzinnige expressie snappen mensen het. Toen ik begon, was ik een jaar of dertien, veertien, en oefende ik urenlang thuis in de huiskamer.” Lachend: „Tot op gegeven moment de buren aan de deur stonden, die zeiden ‘gast, ik weet niet wát je aan het doen bent, maar dit kan gewoon niet.’”
Maar ook metalheads gaat grunten vaak te ver, zegt Quilligan: „Ik ken best veel mensen die zeggen: de muziek kan niet bruut genoeg zijn, maar zodra ze beginnen te grunten haak ik af. Maar voor mij…” Hij denkt even na. „Kijk, ik heb niks met auto’s. Maar ik snap wel dat iemand die daar wel van houdt en in een sportauto zit, net even dat gaspedaal intrapt en daar dan iets bij voelt. Die drang naar spanning, dat zit voor mij in extreme zang. Ook in show en performance en het feit dat zelfs in mijn eigen subcultuur niet iedereen het accepteert.” Met grote glimlach: „Dat vind ik vet. Ik wil niet dat mensen denken: goh wat mooi. Maar: wow, wat spannend en eng.”
Foto’s: Merlin Daleman
Hoe eng en spannend ook, volgens Quilligan is er steeds meer aandacht voor grunten vanuit de ‘buitenwereld’ en wordt het steeds breder geaccepteerd. „Je ziet dat er nog maar weinig grote muziekscholen zijn die grunten niet aanbieden. En dat is goed voor onze markt, want veel van de docenten die dat dan geven, komen bij ons vandaan.” En dat is mede het doel van deze opleiding. Ze leiden hier geen ‘beroepsgrunters’ op, maar professionals in de muziekindustrie, gespecialiseerd in alternatieve muziek. „Je moet passie omzetten in inkomen, en dat kan. Ik geef zelf workshops en ik merk dat er steeds meer interesse is, ik word meer en meer uitgenodigd voor bedrijfsfeesten en vrijgezellenfeestjes.”
Terug in de oefenruimte (het ‘rockhok’, staat op de deur) vraagt Bovio aan student Thijs van Dorsselaer wat hij precies doet met zijn tong. „Ik vouw ’m helemaal omhoog.” Bovio: „Oh ja, dus een beetje alsof je… owrrr zegt?” Thijs: „Ja, owrrrrr.” „Nice!”, zegt Bovio, „Daar zit een heel toffe ratel in, heel erg cool.” Als Nina grunt, raadt Bovio aan het ook te proberen met die tongpositie: „Het kan nog ietsje donkerder, probeer het eens met het puntje van je tong naar het midden van je gehemelte? Blijf denken aan die diepe zucht! Vertel nu eens wat je voor ontbijt had met die stem?” Nina lacht. Bovio: „Nee doe het maar met dat stukje tekst van dat Opeth-nummer.” Nina brult, maar haar stem hapert: „We enter…” Ze stopt en vloekt. Moeilijk.
Als Bovio voorstelt om jumping jacks te doen, fitnessoefeningen waarbij je springt en je benen en armen sluit en opent, komt het bij Nina los. Bij elke sprong moet ze een woord van de tekst brullen. „We! Entered! Winter! Once! Again!” Het mag van Bovio nog iets bozer en dieper. En dan: „Ik vind het wél heel tof dat je bij jou elk woord goed kan verstaan, dat moeten we behouden. Maar probeer het eens als je Kermit de Kikker nadoet?” Ze brult als een tijger die net Kermit heeft opgegeten. „Goed gedaan!”