Met hun haaksnavels en kronkelhalzen wervelen flamingo’s hun eten naar binnen

Ze zoeken naar voedsel in zout en modderig water, filteren daar hun microscopisch kleine prooien uit en hangen ondertussen óók nog eens met hun kop ondersteboven. Het eetgedrag van flamingo’s dwingt respect af. En Amerikaanse biologen schrijven nu in PNAS dat de wijze waarop de vogels te werk gaan nog ingenieuzer is dan gedacht. Met hun haaksnavel en kronkelhals weten ze tornado-achtige wervelingen op te wekken, waardoor het voedsel makkelijker binnenstroomt.

Wie naar de snavel van een flamingo kijkt, zal allereerst oog hebben voor de buitenkant: de sterke kromming, het lichtroze bovenstuk, de scherpe zwarte punt. Maar ook van binnen is het gereedschap de moeite waard: langs de snavelranden bevinden zich fijne, kam-achtige lamellen en de tong is buiten proportie groot. Daarmee wordt water naar binnen gezogen en weer langs de lamellen naar buiten geperst, zodat kleine garnaaltjes en roeipootkreeftjes achterblijven.

Toch schuilt er meer achter de hydrodynamica van het flamingodieet. Met behulp van experimenten met levende Chileense flamingo’s, 3D-geprinte snavels en poten en computermodellen achterhaalden de biologen dat de flamingo’s mini-maalstromen creëren in het water. Ze stampen met de poten en trekken kop en nek in zodanig dat er een onderwatertornado ontstaat, waarbij minuscule deeltjes richting het wateroppervlak wervelen – net andersom dan bij een neerwaartse draaikolk dus. Elk prooidier dat erin terechtkomt is ten dode opgeschreven, want eenmaal boven in de waterkolom stroomt het zó de flamingomaag in.

Efficiënt wervelen

Een speciale rol is weggelegd voor de vorm van de snavel. ‘L-vormig’, schrijven de onderzoekers, al is van een echte 90-gradenhoek geen sprake. Maar door die haaksnavel (terwijl ze kopje-onder in het water hangen) in hoog tempo open en dicht te doen en tegelijkertijd omhoog te bewegen kunnen ze het water wel extra efficiënt laten wervelen.

Jonge flamingo’s hebben overigens nog geen L-vormige snavels. Daardoor zouden ze minder goed zijn in het zelfstandig vergaren van voedsel, aldus de auteurs, maar dat hoeft geen probleem omdat ze nog ‘kropmelk’ toegediend krijgen: een melkachtige substantie gemaakt van voedsel dat de ouderdieren eerst eten en dan weer uitscheiden via de keel. Ook uitgestorven oerflamingo’s (zoals de tussen 28 en 13 miljoen jaar geleden levende Harrisonavis croizeti) hadden rechtere snavels dan de hedendaagse soorten. Waarschijnlijk hadden die vroege vogels een minder gespecialiseerd dieet, en stonden er destijds ook grotere prooien op het menu.

De ontdekking is niet alleen interessant voor vogelliefhebbers, schrijven de onderzoekers. Naar hun idee zou het eetgedrag van de flamingo ook voor inspiratie kunnen dienen in waterzuiveringsinstallaties. Mechanische snavels en poten zouden met hun wervelingen kunnen helpen om vuil of schadelijke organismen naar het oppervlak te brengen en vervolgens te verwijderen.