N.B. Het kan zijn dat elementen ontbreken aan deze printversie.
Reportage
Rusland-Afrika top Afrikaanse hoofdsteden hebben de interesse van een groot aantal machtige spelers. In de slag om de gunst van Afrikaanse landen loopt Rusland financieel niet voorop.
In een poging te laten zien dat Rusland nog vrienden heeft en dat het land ondanks de aanval op Oekraïne nog gewoon zaken doet, nodigde president Poetin Afrikaanse landen uit voor een tweedaagse top in Sint-Petersburg. Met beloften van gratis kunstmest en gratis graan én een frontale aanval op de „hypocriete” manier waarop Oekraïne en het Westen de ‘graan-deal’ getorpedeerd zouden hebben, probeerde hij bij zijn gasten in het gevlij te komen.
Het is de tweede Rusland-Afrika-top. De eerste keer, in 2019, kwamen 43 Afrikaanse leiders opdagen. Nu schoof minder dan de helft van dat aantal aan. Rusland had de schuld voor de lage opkomst – Afrika telt 54 landen – al op voorhand bij het Westen gelegd. Poetins woordvoerder Dmitri Peskov zei eerder dat het Westen het deed voorkomen alsof Afrikaanse landen niet zelf hun partners mogen uitkiezen.
Multipolaire wereld
Afrikaanse hoofdsteden mogen zich sinds kort verheugen in de interesse van een groot aantal machtige spelers. China, India, Turkije en dus ook Rusland proberen op het continent in de gunst te komen. Sinds Poetins oorlog in Oekraïne heeft ook het Westen zich met hernieuwde energie tot de regio gericht. Westerse regeringsleiders doen regelmatig Afrikaanse landen aan. Om zaken te doen, zoals vanouds. Maar ook om Afrikaanse landen te bewegen de oorlog te veroordelen en afstand te nemen van Moskou.
In een multipolaire wereld, een wereld met meerdere machtscentra, hebben Afrikaanse landen iets te kiezen. Dat geeft ze invloed. Poetin noemde zijn gasten tijdens de openingssessie „cruciale partners in een nieuwe wereldorde”. Afrika wil graag een permanente zetel in de VN-Veiligheidsraad en lidmaatschap van de G20.
De voorzitter van de Afrikaanse Unie, Azali Assoumani, president van de Comoren, sprak meteen na Poetin en riep op tot een „vreedzame coëxistentie” van Oekraïne en Rusland. Het zou de levens redden van hen die voor hun voedsel afhankelijk zijn van beide landen.
Assoumani had eerder deze week de hoop uitgesproken dat de graandeal nieuw leven ingeblazen zou kunnen worden.
Rusland staakte vorige week de onderhandelingen over de verlenging van de ‘graandeal’ en Poetin maakte duidelijk niet van plan te zijn opnieuw toe te treden. Na bemiddeling door Turkije en de VN kwamen Oekraïne en Rusland vorig jaar overeen dat Oekraïens graan toch geëxporteerd zou kunnen worden. Mogelijke voedselschaarste in Afrikaanse landen als gevolg van de Russische blokkade van de Oekraïense havens werd vaak genoemd als reden voor het belang van de deal.
Dankzij de graandeal kon 32,9 miljoen ton graan via de door Rusland geblokkeerde Oekraïense havens aan de Zwarte Zee naar de wereldmarkt worden geëxporteerd. Poetin hield zijn Afrikaanse gehoor voor dat de bulk van die export ten goede kwam van het Westen.
Rusland zou nu overschakelen op een „rechtvaardiger” distributiesysteem. Hij beloofde in de komende drie tot vier maanden Eritrea, Burkina Faso, Zimbabwe, Mali, Somalië en Centraal Afrikaanse Republiek elk tot 50.000 ton graan te leveren. „We zullen ervoor zorgen dat het graan gratis verscheept wordt”.
Poetin zegde vorige week niet alleen de graan-deal op, maar voert sindsdien ook veel aanvallen uit op Oekraïense haveninstallaties en graansilo’s. De Oekraïense president Volodymyr Zelensky riep daarop de NAVO-Oekraïne-Raad bijeen. In het permanente overlegorgaan, dat begin deze maand op een NAVO-top in Vilnius in het leven werd geroepen, kan Oekraïne op voet van gelijkheid met het bondgenootschap overleggen.
Nauwelijks handelsrelatie
Na afloop van het crisisberaad woensdag veroordeelde de NAVO de Russische pogingen om de Oekraïense export lam te leggen, in het bijzonder de „cynische” drone-aanval op de graanopslag in de Donau-haven van Reni, dicht bij de Roemeense grens. De NAVO waarschuwde ook dat Russische dreigementen tegen scheepvaart op de Zwarte Zee gemakkelijk kan leiden tot misverstanden en escalatie. NAVO-chef Jens Stoltenberg kondigde aan dat de NAVO de surveillance van de Zwart Zee, met vliegtuigen en drones, zal intensiveren.
Lees ook: In de Centraal-Afrikaanse Republiek blijft de Wagner Groep business as usual
In de slag om de gunst van Afrikaanse landen loopt Rusland niet bepaald voorop. De omvang van de Russische handel met Zuid-Afrika is „nauwelijks een afrondingsfout op de jaarbalans”, schertste het Zuid-Afrikaanse medium Daily Maverick. De publicatie kreeg geen accreditatie om de top bij te wonen, omdat ze kritisch is op de Russische invasie van Oekraïne. De Russische zakenkrant RBK classificeerde de handelsrelatie tussen Rusland en het Afrikaanse continent afgelopen jaar tevens als „zwak”.
Blik op de toekomst
In 2021 exporteerde Rusland voor 15 miljard dollar naar het Afrikaanse continent. Levensmiddelen, mineralen en ‘geheime koopwaar’ zoals wapens en munitie, beslaan het leeuwendeel van deze export. De import besloeg 3 miljard dollar – Rusland is een afnemer van met name fruit, groenten, cacao, tabak en aluminiumoxide. Afgelopen jaar werd er opnieuw voor 18 miljard gehandeld, zei Poetin in zijn toespraak.
Ter vergelijking: China handelde vorig jaar voor 282 miljard dollar met het Afrikaans continent. De EU in 2021 voor 292 miljard dollar. De handel met de VS besloeg 65 miljard dollar.
Niet alleen in absolute aantallen, ook relatief gezien stelt de handeslrelatie weinig voor. Het hele continent ontvangt 3 procent van de Russische export en is goed voor slechts 1 procent van de Russische import. Rusland handelt bovendien vooral met Noord- en West-Afrika. Oost-Afrika is logistiek lastiger te bereiken. Tweederde van alle Russische producten gaan naar Egypte, Algiers, Senegal, Marokko en Nigeria.
Op de top richtte Rusland van ook vooral de blik op de toekomst. De relatie tussen Afrika en Rusland is „in opkomst”, zei minister van Buitenlandse Zaken Sergej Lavrov. En die interactie is „gebaseerd is op de principes van gelijkheid, wederzijds respect en niet-inmenging in elkaars interne aangelegenheden.”