Met een beetje hulp redden deze mensen het nèt. Maar nu moet hun steunpunt dicht.

Rinaldo is er als eerste. Om vier uur al, terwijl het feestje pas om half vijf begint. Hij ploft neer op de versleten tweezitsbank. Iedereen kan hier lekker zijn eigen plekje uitzoeken, zegt hij. Hij is altijd vrolijk, vertelt hij ongevraagd. „Bij boze mensen denk ik: hoe hou je het vol?”

Om half vijf stroomt het buurtsteunpunt plotseling vol. Alsof de mensen voor de deur hebben staan wachten. Het steunpunt is een soort huiskamer voor mensen met ggz-problematiek in de Rotterdamse wijk Delfshaven. De bezoekers komen deze middag voor een afscheidsetentje, want het buurtsteunpunt gaat sluiten. De gemeente moet bezuinigen. Vandaar.

Jammer, vindt Rinaldo. „Hier zijn altijd mensen die je willen helpen.”

Om half zes klimt Matthis van Veen (56) de wenteltrap een paar treden op. Het eten komt eraan, zegt hij. „Het is besteld en iets vertraagd. Er is voor iedereen genoeg.” Van Veen zorgt dat de huiskamer alle dagen open is voor orde en rust. Voor zover mogelijk. In elk geval is hij zelf een baken van rust en vriendelijkheid, ook tegenover opgewonden standjes vertrekt hij geen spier.

Binnen drugs gebruiken mag niet – maar als je het wel doet, krijg je de volgende dag een tweede kans. „En een derde en een vierde.”

Hij is sinds zeven jaar hulpverlener én coördinator van het buurtsteunpunt, in dienst van het Leger des Heils. De laatste jaren doet hij de coördinatie samen met Delaja van den Berg. Daarvoor werkte hij in het onderwijs. Voordat we gaan eten wil hij nog wat zeggen. „Zoals jullie weten, gaan we dicht. Maar ik blijf in deze buurt. Nog zeker een jaar. Als je wil dat ik langskom, kan je je adres achterlaten. En je kan mijn telefoonnummer noteren voor als er wat is.”

Dan daalt hij de wenteltrap weer af. Geen woede of emotie. Het is wat het is. Hij is niet blij met de sluiting, dat is niemand. De wijkagent vond het ook niet grappig, zegt Van Veen. „Die loopt hier regelmatig even binnen.” De buurtbewoners waren geschokt. 2.600 mensen hebben de petitie getekend, én zo’n 60 organisaties uit de wijk, waaronder de wijkraad. Gevreesd wordt dat mensen thuis vereenzamen omdat ze geen netwerk hebben of op straat gaan hangen.

Vrijwilliger Helena maakt een grote pan met vegetarische nasi.
Foto Angeniet Berkers

De hele dag alleen thuis

De huiskamer zit vol met mensen die het met een beetje hulp nèt redden in de stad. Ze hebben een woonplek, maar hebben bijvoorbeeld geen idee wat ze moeten doen met de brieven die ze krijgen. Hoe ze een afspraak bij de dokter maken. Wat ze moeten doen met een aanmaning of een deurwaarder. Matthis, Delaja of een van de vrijwilligers kijkt mee, legt uit, geeft een voorzetje. En ze kunnen in de huiskamer terecht voor een babbeltje. Want de hele dag alleen thuis is ook maar zo alleen. Daar wordt niemand gelukkig van.

Veel van de bezoekers zijn verslaafd of hebben psychische problemen. Binnen drugs gebruiken mag niet – maar als je het wel doet, krijg je de volgende dag een tweede kans. „En een derde en een vierde”, zegt Matthis droog. Alcoholische drank mag ook niet naar binnen. „Ik kijk naar het gedrag. Heeft iemand alcohol op, maar zit-ie er rustig bij, dan mag-ie blijven zitten.”

Hans is zijn bril kwijt. Altijd hangt hij aan een touwtje om zijn nek. Nu is hij weg. Hij stommelt rond. Een man in een lange jas walst de huiskamer in met een Dirk-tas vol rammelende lege blikjes in zijn hand. Hij gaat zonder iemand te groeten in een oude fauteuil aan de andere kant van de kamer zitten.

Cadeaupakketje

De deur gaat open, de kou golft naar binnen. Drie mannen in donkere, gewatteerde jassen, capuchons over hun mutsen, rugzak op de rug, komen binnen. Het zijn geen vaste bezoekers. Hallo, zegt de brutaalste. „Ik heb gehoord dat we hier een cadeaupakketje konden ophalen?” Dat klopt. Er staan tientallen papieren tasjes met lekkernijen klaar vanwege de aanstaande sluiting. Matthis gaat drie tasjes halen. „We zijn er blij mee, we slapen in het park”, zegt een van de mannen. Verpakkingen in de prullenbak gooien, zegt Matthis.

„Tuurlijk.”

Arthur (63) zit op de grond en tokkelt op zijn gitaar. Hij draagt hakken en zijn nagels zijn lang en kleurig gelakt. „Na je zestigste doe je de dingen die je belangrijk vindt”, vertelt hij. „De dingen die ik doe, vind ik belangrijker dan de dingen die ik niet doe.” Na het eten, zegt hij, gaat iedereen zingen. Hij zal dan begeleiden.

De stagiaire versiert de huiskamer van het buurtsteunpunt voor de laatste keer Kerstmis. Ze studeert Social Work en zit nu in haar tweede jaar.
Matthis hangt foto’s op van alle medewerkers en vrijwilligers die het BSP gekend heeft in zijn bestaan.

Foto’s: Angeniet Berkers

Het eten wordt binnengebracht. Van Veen staat weer op de wenteltrap: „Het eten is er”, roept hij. „Alles is halal, behalve de babi pangang.” Normaal gesproken kookt vrijwilligster Helena met de rode haren altijd, maar vandaag is er besteld. Op een lange tafel worden grote bakken rijst, bami, tjap tjoy en verschillende vleesgerechten uitgestald. Er is ook kroepoek. Helena en Delaja scheppen de borden vol. Een enkeling wil het eten in een plastic bakje en sluit dan weer achteraan in de rij met een bord. Iedereen houdt binnen zijn winterjas aan.

„Eéééén kopje koffie, ééééén kopje koffie”, zingt Rinaldo. „Ken je die?”, vraagt hij aan Matthis. Matthis knikt. „Die kan je straks als verzoeknummer indienen bij Arthur.

Naar ‘huizen van de wijk’

Zes van deze ‘ggz-gerelateerde’ buurtsteunpunten in Rotterdam moeten sluiten. Die in Delfshaven en Zevenkamp gaan al in januari dicht, de rest volgt komende jaren. De gemeente denkt dat de bezoekers naar de gewone ‘huizen van de wijk’ kunnen, een soort buurthuizen. Matthis van Veen: „Het is maar de vraag of onze mensen daar tussen passen en of de vrijwilligers in de huizen van de wijk met onze bezoekers om kunnen gaan.”

Bij het buurtsteunpunt in Delfshaven konden mensen terecht om te printen. Er was een telefoon waarmee gratis gebeld kon worden, computers die bezoekers konden gebruiken. Ze konden terecht met hulpvragen, zonder vooraf een afspraak te hoeven maken. En ze konden kapotte apparaten laten repareren door Carlos. Alles kan hij maken, mits op zijn manier en op zijn tempo. Hij is geliefd, want de meeste bezoekers hebben geen geld voor nieuwe spullen. Van Veen: „Dus krijgt hij veel waardering. Dat is weer goed voor zijn zelfvertrouwen.” Verder waren er activiteiten als gratis taalles en spelletjesmiddagen. Er was een naaiatelier. En er liep een project waarbij mensen elkaar helpen om zelf hun financiën op orde te houden. Matthis van Veen: „We proberen hun eigen kracht te versterken en te helpen bij het opbouwen van een netwerk.”

Franquitto (66) is met zijn stoel onhandig voor het lopend buffet gaan zitten. Hij was vroeger architect, vertelt hij. Tot hij een hersenbloeding kreeg. Franquitto is een bijnaam, eigenlijk heet hij Frank. Gerard, een maat hem, gaat eten halen voor hen beiden. Frank roept van een afstandje wat hij precies wil hebben.

Als het eten op is, staat Matthis weer op de wenteltrap. Hij heft een lied aan. Hier en daar wordt wat meegebromd. Neem een cadeautasje mee en een kaars, zegt Matthis. Aan de kaars zit een kaartje: „Bedankt voor jouw licht”, staat erop. „Blijf schijnen! Groeten Delaja en Matthis.”

Yasari is vrijwilliger bij het buurtsteunpunt en komt uit Cuba. Ze runt de weggeefwinkel met kleding en sorteert alles wat binnen komt. Ze leert Nederlands bij het steunpunt.
Foto Angeniet Berkers