Met banenmarkten en LinkedIn-coaches hoopt Zuid-Limburg een ‘sociaal bloedbad’ te voorkomen

Ger Sormani (57) zag zijn ontslag al wel een beetje aankomen – maar wat er daarna zou gebeuren niet. Hij werkte iets meer dan zeven jaar bij autofabriek VDL Nedcar toen hij eind 2023 werd ontslagen. BMW zou binnenkort stoppen met productie bij de fabriek, er moesten ruim tweeduizend van de 4.500 werknemers uit.

Het was „niet leuk om afscheid te nemen”, vertelt Sormani. Bij het Limburgse Nedcar had hij in korte tijd veel opleidingen gedaan, was opgeklommen tot teamleider bij de montageafdeling. En het was mooi werk, samen auto’s van hoge kwaliteit in elkaar zetten.

Sormani ging aan de slag met een coach die hem door VDL werd aangeboden. Hij praatte ook met het UWV – maar die hulp bleek uiteindelijk nauwelijks nodig. „Ik werd overvallen door recruiters.” Hij bleek het „magische diploma” te hebben: Vapro B, een type procesoperator waar veel vraag naar is in de industrie. „Ik heb begrepen dat er alleen al in Limburg zevenhonderd gezocht worden.” Nu werkt Sormani via een personeel dienstverlener bij een chemische fabriek op het terrein van Chemelot in Geleen.

Nederland zit midden in het grootste massaontslag in de industrie in jaren. In november verloren ruim tweeduizend werknemers van autofabriek VDL Nedcar in Born al hun baan. Op 1 maart komen daar nog eens tweeduizend werknemers bij.

Nedcar, gelegen in het smalste stukje Nederland, was jarenlang een van de grootste industriële werkgevers van het land. Op het hoogtepunt enkele jaren geleden werkten er meer dan 6.000 mensen. De fabriek, onderdeel van industrieconcern VDL, heeft echter geen nieuwe opdrachtgever kunnen binnenhalen nu het contract met BMW is afgelopen. Op maandag 19 februari rolde de laatste Mini van de band. Daarmee kwam tevens een einde aan de personenautofabricage in Nederland. Die begon toen de fabriek in de jaren zestig door DAF werd opgericht (in de hallen van het enorme complex zal een heel klein deel van het personeel nog werken aan ‘speciale voertuigen’, zoals auto’s voor defensie).

Door het uitblijven van een opdrachtgever is sprake van het doemscenario waar de afgelopen jaren voor werd gevreesd. Nedcar is ooit opgericht om de gigantische impact van de mijnsluitingen in de regio te beperken. Volgt er nu weer een ‘sociaal bloedbad’ in Zuid-Limburg?

Twintigduizend vacatures

De bel gaat, zegt Kenan Baydar aan de telefoon. Hij staat maandagmiddag in de fabriekshal van Nedcar. Om kwart voor twee is traditioneel de lunch afgelopen, legt Baydar uit – en dan klinkt een bel. „Dan gaan de machines weer lopen, alsof er een stad tot leven komt.” Lampjes, het geraas van staal tegen staal. Nu gebeurt er niks.

Baydar is lid van de ondernemingsraad van Nedcar. Door de lege fabriek lopen is „een vreemde gewaarwording”. „Normaal stonden hier duizenden mensen.” Het maakt hem triest. „Je hoort overal: de arbeidsmarkt is goed. Maar ik denk: voor wie?” Baydar vreest voor het oudere Nedcar-personeel.

Je hoort overal: de arbeidsmarkt is goed. Maar ik denk: voor wie?

De arbeidsmarkt in Limburg is inderdaad goed voor werknemers, zegt arbeidsmarktadviseur Gerald Ahn van het UWV. „Bij Limburgse bedrijven staan op dit moment ruim twintigduizend vacatures open”, legt hij uit. Dat komt voor een belangrijk deel door de vergrijzing, die in deze regio hoog is. Ongeveer vierduizend van de vacatures zijn technische banen, zoals bij Nedcar ook vaak het geval was. Maar het personeel zou bijvoorbeeld ook in de logistiek aan de slag kunnen, zegt Ahn. En dan zijn er nog kansen net over de grens in Duitsland en België.

Uit de eerste ontslagronde van tweeduizend mensen zijn volgens Ahn 350 mensen in de ww terechtgekomen. „We verwachten wel dat dat de komende tijd gaat oplopen, met de tweede ontslagronde.”

Je zou kunnen zeggen dat het einde van Nedcar op een relatief goed moment komt – als het dan toch moest gebeuren. Liever nu dan enkele jaren geleden, toen de situatie op de arbeidsmarkt minder gunstig was.

Banenmarkt en coaches

Toch zijn het UWV en de gemeentes in de regio er niet volledig gerust op. Ja, de macro-economische uitgangspunten zijn gunstig – maar het moet allemaal ook nog maar goed uitpakken. Hoe snel vinden werkgever en werknemer elkaar? Zijn mensen bereid eventueel langer te reizen en met minder loon (bij Nedcar lag dit relatief hoog) genoegen te nemen? En, zoals ondernemingsraadlid Baydar zich ook afvroeg: hoe zit het met oudere werknemers? „De concurrentie zal uiteindelijk toenemen voor sommige banen”, zegt Manuel Stoffels, rayonmanager bij het UWV.

„De werkelijkheid is dat het niet makkelijk is mensen zomaar te laten instromen”, zegt wethouder Judith Bühler (Middelen, Participatie en Bestaanszekerheid, CDA) van Sittard-Geleen, de gemeente waar Nedcar in ligt. Ze wijst erop dat er enkele jaren geleden hard is gewerkt om mensen die langdurig een uitkering hadden bij Nedcar aan de slag te krijgen. „Die mensen komen nu weer op de markt.” Ze hebben bij Nedcar goede competenties gekregen, zegt Bühler, maar ze zijn niet per definitie geschikt voor alle banen. „Dat vergt waarschijnlijk toch begeleiding of scholing.”

Er was wel meteen een besef: dit is zo groot, we moeten een aparte aanpak opzetten

In de aanloop naar de ontslagen is een programma opgezet door UWV, gemeenten, het Limburgse bedrijfsleven – waaronder VDL – en onderwijs om zoveel mogelijk mensen snel aan nieuw werk te krijgen. Stoffels: „Er was wel meteen een besef: dit is zo groot, we moeten een aparte aanpak opzetten.”

Er kwamen banenmarkten, sessies waar werkgevers zichzelf konden pitchen. Speciale cursussen over onderwerpen als LinkedIn. VDL keek of mensen bij andere delen van het concern aan de slag konden, wat in enkele gevallen ook gebeurd is. En elke werknemer krijgt in principe individuele begeleiding, bijvoorbeeld met een coach, om te kijken naar eventuele opleidingen.

Veel personeel werkte zo twintig of dertig jaar bij Nedcar. Gerald Ahn van het UWV: „Zij hebben nooit hoeven solliciteren.” Voor hen is de arbeidsmarkt „niet transparant”, ze hebben niet altijd een actueel cv en weten niet precies waar kansen liggen of wat er kan. „We zeggen vaak: heb je wel eens gedacht aan logistiek? Nee, horen we dan.”

Een van de redenen waarom Ger Sormani zo snel gevonden werd door recruiters, was dat hij zijn cv en LinkedIn met hulp van zijn coach had opgepimpt. Samen namen ze de boel door en actualiseerden ze de informatie. „VDL heeft dat allemaal betaald”, zegt Sormani.

De intensieve aanpak was deels een les uit het verleden: bij eerdere grote ontslagrondes was de houding misschien toch net iets te afwachtend – óók bij nieuwe werkgevers. „We hebben vroeger misschien te veel gedacht: oké, mensen verliezen hun baan, en nu gaan ze op eigen kracht iets nieuws zoeken”, zegt Jos Crijns. Hij is directeur van ProfCore, een personeel dienstverlener in de industrie met circa 500 werknemers.

ProfCore is zichzelf en de mogelijkheden in de industrie gaan presenteren in sessies bij het Nedcar-personeel. „We hebben gezegd: laat de vragen maar komen.” Vaak stuurde hij mensen mee die al werkten bij ProfCore. Dan hoor je al snel de clichés, zegt Crijns: zijn jullie een of ander uitzendbureau? „Je hebt dan de mogelijkheid daar meer over uit te leggen. En dan zeggen mensen sneller: oké, we doen een kop koffie.”

Inmiddels heeft ProfCore vijftien mensen aangenomen van Nedcar, waaronder Ger Sormani. Met een aantal anderen is het bedrijf nog in gesprek, aldus Crijns. ProfCore is in Zuid-Limburg groot in de chemische industrie, toch iets ander werk dan bij Nedcar. Crijns: „Maar we zijn ook breder actief en hadden veel interesse. Het zijn flexibele mensen met veel affiniteit met techniek.” Met extra scholing kan je dan soms bij chemiebedrijven ook een heel eind komen.

De komende tijd moet gaan blijken hoe effectief het programma is. „Of er een mismatch is of niet, dat gaan we nu ervaren”, zegt wethouder Bühler. Ger Sormani is in ieder geval blij met zijn positie bij een reyclingfabriek van plasticconcern Sabic en Plastic Energy op het Chemelot-terrein. „Het is voor mij heel veel leren.” Welke temperatuur en welke druk staat er op een vat, wat zijn de kritische punten in de fabriek – heel anders dan bij Nedcar. „Ik dacht, ik ben eind vijftig, het wordt moeilijk om er tussen te komen. Maar dit is super.”