Meer meldingen van discriminatie: „Ik moest oprotten naar mijn eigen land”

Een woordenwisseling, meer was het eerst niet. Om een plekje in de rij voor de lift van het winkelcentrum Leyweg in Den Haag. „Ga weg met dat kind”, kreeg Ahlam Benali te horen. Al snel liep het verder uit de hand. Benali „moest maar oprotten naar je eigen land”. En de vrouw in haar scootmobiel was opeens wel heel erg goed ter been. Ze stormde op Benali af, er vielen klappen. „Het was de vernedering”, herinnert ze zich achteraf. Vooral toen haar hoofddoek werd afgerukt. „Het voelde alsof ik in mijn identiteit werd aangetast. Alsof in het openbaar mijn broek naar beneden werd getrokken.”

Omstanders schoten haar te hulp. Er waren getuigen én video-opnames van de ruzie. Maar voor de politie was dat in eerste instantie niet genoeg om een aangifte te noteren. „Je weet toch dat je in een achterstandswijk woont”, kreeg Benali te horen. „Wij hebben de capaciteit niet om voor alles aangiftes op te nemen.”

De politie verwerkte vorig jaar 8990 meldingen van discriminatie, een derde meer dan in 2022, zo blijkt uit een gezamenlijke rapportage van de politie, het Openbaar Ministerie en de regionale meldpunten van discriminatie. Verantwoordelijk minister Hugo de Jonge (Binnenlandse Zaken) stuurde de meldingen dinsdag naar de Kamer.

Bij die regionale meldpunten kwamen vorig jaar 6351 meldingen binnen, een stijging van 20 procent in vergelijking met 2022. Het gaat om allerlei verschillende vormen van discriminatie. Zo nam ook het aantal meldingen van antisemitisme toe. „De jaarlijkse cijfers laten zien dat discriminatie een hardnekkig probleem is”, schrijft de minister. Terwijl de geregistreerde cijfers ook nauwelijks een beeld geven van de omvang ervan. „De meldingsbereidheid is laag”, aldus De Jonge. Slechts één op de vijf mensen die tegen discriminatie aanloopt, doet daar volgens hem ook melding van. De echte omvang van discriminatie blijft daardoor buiten beeld.

Morele integriteit aangetast

Het lukte Benali wel om aangifte te doen, de politierechter legde vervolgens een aanzienlijke straf op. Omdat met het afrukken van haar hoofddoek, gecombineerd met uitlatingen als „rot op naar je eigen land”, de morele integriteit van de aangeefster was aangetast – zeker nu dat ook nog gebeurd was in een winkelcentrum waardoor „velen getuige waren van die belediging en mishandeling”. De vrouw in de scootmobiel kreeg een boete van 500 euro en een proeftijd van twee jaar. Eerder deze maand bekrachtigde het Gerechtshof in Den Haag ook in hoger beroep die uitspraak.

Het meldpunt ‘discriminatie.nl Den Haag’ ziet een stijging van discriminatieklachten vanuit godsdienstige, islamitische achtergrond, waaronder laatdunkende opmerkingen over hoofddoekken (moslimdiscriminatie). „We maken ons zorgen over die trend, maar zien ook dat mensen ons steeds makkelijker weten te vinden”, zegt de woordvoerder van het meldpunt.

Ook elders in het land is die trend zichtbaar. Vorig jaar gingen in Amsterdam meer dan de helft van de meldingen over discriminatie op grond van ras, bij meer dan de helft van de meldingen ging het daarbij om moslimdiscriminatie. „Met name na 7 oktober [de aanval van Hamas op Israël] en de verkiezingswinst van de PVV in november zien we een toename van het aantal meldingen en incidenten van moslimdiscriminatie”, aldus een woordvoerder.

‘Doe die vieze hoofddoek af’

Een beeld dat ook in de politierapportage over vorig jaar wordt bevestigd. Het aantal meldingen van moslimdiscriminatie bij de politie steeg, van 165 in 2021 naar 285 vorig jaar, het merendeel betrof vrouwen die discriminerende opmerkingen over hun hoofddoek kregen.

Zoals in Hengelo. Daar kreeg een vrouw met hoofddoek in het centrum van de stad te maken met een man in een scootmobiel. „Doe die vieze hoofddoek af, dat hoort niet”, kreeg ze te horen. „Jij moet gesteriliseerd worden, zodat je geen kinderen krijgt”, wordt in het jaarverslag geciteerd. Even later komt ze de man weer tegen. De vrouw hoort dat de man tegen een winkelier zegt: „Kijk, daar heb je die vieze moslim weer.” De politie wordt erbij gehaald. De man liep uiteindelijk tegen een boete op van 250 euro wegens ‘eenvoudige belediging’.


Lees ook
CIDI: bijna 2,5 keer zoveel incidenten van Jodenhaat in Nederland

Familieleden en sympathisanten van door Hamas ontvoerde Israelische gijzelaars tijdens een manifestatie voor het Internationaal Strafhof. Het Strafhof doet onderzoek naar oorlogsmisdaden in Israel en de Gazastrook.

Zo’n afloop is zeldzaam, zegt Benali. „De sfeer is steeds meer dat mensen zich er niet meer voor schamen om vrouwen met een hoofddoek uit te schelden. Vriendinnen van mij maken het ook mee, maar doen er niets mee. De drempel om naar de politie te gaan is te hoog. Teveel slachtoffers denken nu dat er met hun meldingen toch niets wordt gedaan.”

Zoals de baliemedewerkster bij een Albert Heijnfiliaal in Den Haag (naam bij de redactie bekend). Zij kreeg vorig jaar april een vrouw aan de balie die begon te schelden en denigrerende opmerkingen maakte over haar hoofddoek. Ze liet het over zich heen gaan en zocht na afloop haar toevlucht tot een collega. „Die begreep het, ze had het zelf ook wel eens meegemaakt. Maar mijn chefs heb ik er niets over verteld. Je vertelt zoiets vernederends ook niet zomaar aan een ander. En aan een formele melding heb ik al helemaal niet gedacht. Daar wordt toch niets mee gedaan.” Benali kreeg veel steun tijdens haar rechtzaak. „Er zaten vrouwen om de publieke tribune die ik helemaal niet kende. Die hadden dezelfde ervaring, maar durfden daar niets mee te doen.”