Meer geld voor Defensie, maar genoeg is het nog niet

Analyse

Defensiebegroting Geef 2 procent van je bbp uit aan defensie, draagt de norm van de NAVO op. Nederland komt van ver, maar is er voor de komende jaren nog niet.

De Oekraïense president Volodymyr Zelensky, demissionair premier Mark Rutte en demissionair defensieminister Kajsa Ollongren (D66) tijdens een bezoek aan de militaire basis Kamp Soesterberg.
De Oekraïense president Volodymyr Zelensky, demissionair premier Mark Rutte en demissionair defensieminister Kajsa Ollongren (D66) tijdens een bezoek aan de militaire basis Kamp Soesterberg. Foto Jeroen Jumelet / ANP

Eigenlijk is het een boekhoudkundige trucje, daar is het ministerie van Defensie eerlijk over.

Afgelopen juli beloofden de bondgenoten op de NAVO-top in Vilnius om tenminste 2 procent van het bruto binnenlands product (bbp) uit te geven aan defensie. Maar Nederland haalt dat niet – ondanks het feit dat het ministerie er miljarden bij heeft gekregen. Volgens de begroting stijgen de defensie-uitgaven volgend jaar tot 21,4 miljard euro: 1,95 procent van het bbp. Alleen als de militaire steun aan Oekraïne (voor volgend jaar begroot op 1,2 miljard euro) wordt meegerekend, voldoet Nederland met 2,06 procent aan de NAVO-norm.

Het is een slimmigheidje: volgens de richtlijnen van de NAVO mag eigenlijk alleen steun aan landen binnen het bondgenootschap worden meegeteld. „Nederland wil graag aan de partners laten zien dat het defensie serieus neemt”, zegt Niels van Woensel, voorzitter van de Nederlandse Officieren Vereniging (NOV). „Maar vergeet niet, 2 procent is de óndergrens – en daar we voldoen we al niet eens aan.”

Miljarden extra nodig

Dick Zandee, defensie-expert bij Instituut Clingendael, wil zich niet blind staren op de cijfers achter de komma. De grote vraag is of Nederland bereid is om de defensie-uitgaven van rond de 2 procent bbp in de komende jaren te handhaven. Daarvoor zijn miljarden éxtra nodig. „De grote zorg is wat er na 2024 gaat gebeuren.”

De oorlog in Oekraïne heeft ook in Nederland gezorgd voor een omslag. In 2022 bedroegen de Nederlandse defensie-uitgaven slechts 1,38 procent. Enkele weken na de Russische inval op 24 februari besloot het kabinet echter om het defensiebudget structureel met vijf miljard te verhogen. Na decennia van bezuinigen kon de krijgsmacht weer investeren. Aftandse kazernes konden worden opgelapt, munitievoorraden aangevuld. De luchtmacht kreeg extra F-35’s, de landmacht besloot om moderne raketartillerie aan te schaffen.

Niet al het geld kon worden uitgegeven – vanwege de Russische dreiging is het dringen bij de wapenfabrikanten en duurt het soms jaren voordat bestellingen kunnen worden geleverd. En ook als het materieel voorhanden is ontbreekt het vaak aan mensen: de krijgsmacht kampt nog altijd met een groot tekort aan personeel. Op korte termijn maakt meer geld geen verschil, zo zegt NOV-voorzitter Van Woensel. „Dat kunnen we toch niet opmaken.” Voor grote nieuwe investeringen, zoals tanks voor de landmacht, is een verdere verhoging van het defensiebudget onontbeerlijk. Een dergelijke stijging is ook voorzien: om de belofte van 2 procent gestand te doen, zou het defensiebudget in de jaren na 2024 verder stijgen, tot zo’n 2 miljard extra per jaar. Het ministerie heeft al verschillende opties uitgewerkt voor de besteding hiervan. „Ik vermoed dat het de bedoeling was om deze plannen in te schieten voor de begroting van 2024”, zegt Zandee. „Die beslissing wordt nu doorgeschoven.”

Er is brede steun voor extra geld op Defensie, niet alleen op rechts, maar ook bij progressieve partijen.

Niet dat extra investeringen omstreden zijn. Er is brede steun voor extra geld op Defensie, niet alleen op rechts, maar ook bij progressieve partijen. „Wij hebben ons verkiezingsprogramma laten doorrekenen en we komen de komende vier jaar uit op 2 procent”, zegt defensiewoordvoerder Kati Piri (GroenLinks-PvdA). Volgens Piri staat de NAVO-norm bij beide partijen niet ter discussie. „Natuurlijk hebben we het over een fiks bedrag, maar dat is een kwestie van keuzes maken.”

Dick Zandee is er echter niet gerust op. Een combinatie van ‘Oekraïne-moeheid’ en economische tegenspoed zou het draagvlak voor defensie-uitgaven snel kunnen doen afkalven, denkt hij. In de eerste twee kwartalen van dit jaar is Nederland al in een (milde) recessie beland. „Defensie zal de komende jaren weer moeten concurreren met andere begrotingsposten”, zo verwacht Zandee.

Grootschalige oorlog

In Duitsland, het land dat een ‘Zeitenwende’ afkondigde en eenmalig 100 miljard vrijmaakte voor investeringen in defensie, wordt al hardop gediscussieerd over de vraag over hoe realistisch het handhaven van de 2 procentsnorm op lange termijn is, aldus Zandee. De huidige defensie-uitgaven – het investeringsfonds van 100 miljard niet meegerekend – liggen op bijna 52 miljard euro per jaar. „Als Duitsland 2 procent zou moeten gaan uitgeven, dan zou dat bedrag moeten stijgen naar meer dan 80 miljard euro per jaar”, zegt Zandee.

Daarbij is 2 procent bbp aan de krappe kant. In 2020 becijferde het Nederlandse ministerie van Defensie in de ‘Defensievisie’ dat het budget tot 2035 zou moeten groeien tot 26 miljard euro om alle plannen te realiseren – 2,7 procent van het geschatte bbp. Met een grootschalige oorlog aan de oostflank van de NAVO werd in deze plannen nog geen rekening gehouden.

Volgens Zandee zijn dergelijke uitgaven geen luchtfietserij. „Tijdens de Koude Oorlog gaven we ook ruim meer dan 2 procent uit.”

Volgens Van Woensel is het belangrijkste financiële duidelijkheid op lange termijn – alleen zo kan Defensie plannen maken. „Daarvoor moeten we nu wachten op een volgend kabinet.”