Meer dan een kwart van alle mensen die vorig jaar als verdachte van een misdrijf werd geregistreerd was op dat moment jonger dan 23 jaar. Dat meldt het Centraal Bureau voor de Statistiek dinsdag. Het maakt bij het aangemerkt worden als verdachte nogal uit welk onderwijs iemand gevolgd heeft en hoeveel iemand verdient.
In totaal werden in 2023 zo’n 150.000 unieke verdachten geregistreerd voor circa 800.000 misdrijven. Twee derde van hen werd als eens eerder door de politie als verdachte aangemerkt. Mensen die als hoogste opleiding voortgezet speciaal onderwijs hebben gevolgd worden ruim zeven keer zo veel als verdachte aangemerkt dan gemiddeld. Bij mensen die praktijkonderwijs hebben gedaan, ligt dit op bijna zes keer zo vaak. Personen uit een huishouden dat onder de lage inkomensgrens zit, werden driemaal vaker dan gemiddeld verdacht van een misdrijf. Bij vermogen-, drugs- en (vuur)wapendelicten lag dit zelfs nog iets hoger.
Kleine daling
Er was vorig jaar sprake van een lichte daling ten opzichte van 2022, toen de politie nog 156.000 verdachten registreerde. Ter vergelijking: in 2010 werden nog 272.000 mensen verdacht van een misdrijf. Sinds datzelfde jaar halveerde het aantal verdachten van geweldsmisdrijven (min 57 procent) en misdaden tegen de openbare orde (min 53 procent). Het aantal verkeersdelicten nam in diezelfde periode met 21 procent af.
Het aantal jonge verdachten nam tussen 2010 en 2018 af, maar stabiliseerde de jaren daarop. De leeftijdsgroep 18-23 jaar wordt naar verhouding het vaakst verdacht van een misdrijf: dat gaat om 178 per 10.000 inwoners. Daarna zijn minderjarigen verhoudingsgewijs de grootste groep, met 139 verdachten per 10.000 mensen. 65-plusser nemen het kleinste aandeel voor hun rekening.
Stap over het hekje van natuurgebied Willinks Weust in Winterswijk en aan je voeten ligt een afgraving waar kalk uit de aarde is gehakt. Op de achtergrond klinkt het gebrom van de Sibelco kalk- en vulstoffabriek.
Dit is zo’n plek in Nederland waar in één oogopslag te zien is hoe natuur en bedrijfsleven het met elkaar moeten rooien. De fabriek die er sinds 1932 staat en voor werkgelegenheid zorgt maar ook stikstof uitstoot, ligt pal naast een beschermd natuurgebied. Willinks Weust is een Natura 2000-gebied, via Europese wetgeving beschermd. Er zijn soortenrijke bossen, de kamsalamander leeft er, maar het is vooral bijzonder vanwege de kalkrijke bodem, met jeneverbes en graslanden vol zeldzame planten.
Verderop en eromheen ligt het land van boeren. Hun bedrijven staan onder druk, want Europese en nationale regels maken het verlagen van de stikstofuitstoot onontkoombaar. Er is tot nog toe nauwelijks kabinetsbeleid om de wettelijke stikstofdoelen voor 2030 te halen. Provincies zien hoe Nederland daardoor op slot zit, en nemen – vaak onder verantwoordelijkheid van de BoerBurgerBeweging (BBB), die in bijna alle provincies meebestuurt – steeds vaker zélf maatregelen.
We hebben meegedacht en nu worden wij als het probleem gezien
Gelderland heeft van alle provincies het grootste landoppervlak aan Natura 2000-gebieden, de Veluwe voorop. BBB-gedeputeerde Ans Mol trok in maart de aandacht: ze kwam met eigen plannen, nog eerder dan het kabinet en bovendien strenger dan de ideeën waarmee de minister later zou komen.
Zo overweegt het demissionaire kabinet ‘bufferzones’ in te stellen van 250 meter rond stikstofgevoelige natuur. Gelderland koerst op ‘stikstofstroken’ van vijfhonderd meter rond vier kwetsbare natuurgebieden: de Veluwe (veruit de grootste), de Landgoederen Brummen bij Zutphen, en twee gebieden rond Winterswijk.
De uitstoot in die gebieden zou op termijn met 60 tot 70 procent moeten dalen. Voor 350 (boeren)bedrijven lijken verduurzamen, verplaatsen, krimpen of stoppen de opties. Sindsdien staat gedeputeerde Ans Mol voor een ingewikkelde taak: luisteren naar mensen die zich verzetten én maatregelen doorzetten. Kan dat wel tegelijk?
Zo toont zich in Gelderland, waar ongeveer de helft van alle stikstofgevoelige natuur in Nederland ligt, de worsteling die bestuurders – zeker als ze van de BBB zijn – moeten aangaan met stikstof. Een stapje vooruit, dan weer eentje terug, de toon ferm maar niet te hard, praten, uitstellen, emoties bedwingen en respecteren en tegelijk doen wat de wet vraagt.
Coulisselandschap
In de vergaderzaal van kalkfabriek Sibelco zitten locatiemanager Gerard ten Dolle (63) en melkveehouder Stefan te Selle (41), die een eind verderop een boerderij heeft. Allebei zijn ze opgegroeid in Winterswijk, ze kennen elkaar al lang: Ten Dolle was ooit jeugdleider van het voetbalteam waar Te Selle in speelde.
Ze vertellen enthousiast over het bijzondere coulisselandschap met de kleine percelen die worden gescheiden door heggen, houtwallen en muurtjes. En ook over de beschermde Natura 2000-gebieden rond Winterswijk – rond twee ervan, Willinks Weust en Bekendelle, wil de provincie de bufferzones instellen, waardoor hun bedrijven waarschijnlijk onder druk komen te staan.
Melkveehouder Stefan te Selle: „We zien ons bedrijf langzaam in de verdrukking komen.”
Foto Eric Brinkhorst
Dat steekt hen. „We hebben altijd in harmonie met natuur en landschap gewerkt. Maar nu worden wij behandeld als vervuilers”, zegt Stefan te Selle. In hun ogen is in Winterswijk juist altijd samengewerkt met de provincie, de gemeente en natuurbeheerders.
Ten Dolle erkent dat de fabriek stikstof uitstoot (1,3 procent van de neerslag op Willinks Weust), maar er werken óók 75 mensen. En hij denkt mee over oplossingen. Met boeren, gemeenten, natuurbeheerders en vogelbeschermers – dit jaar bouwde een oehoe een nest in de groeve – heeft Ten Dolle afspraken gemaakt over herindeling van gebieden, zodat natuur en bedrijven genoeg ruimte zouden hebben.
Het „ergste”, vindt hij, is dat Sibelco ruim tien jaar geleden zes hectare grond verkocht aan de provincie Gelderland. In ruil daarvoor kocht het bedrijf een gebied iets verderop, om te ontwikkelen. De grond die aan de provincie werd verkocht, werd onderdeel van het beschermde natuurgebied Willinks Weust. Met die beschermde status werden de eisen voor de stikstofuitstoot ook veel strenger.
„We hebben meegedacht en nu worden wij als het probleem gezien”, zegt Ten Dolle. Te Selle: „We zien ons bedrijf langzaam in de verdrukking komen. Hoe meer natuur erbij komt, hoe minder ruimte wij krijgen.”
Lees ook
Van melkvee naar hennep: pionier tegen wil en dank
Een bomvolle schouwburg
De onvrede onder boeren en andere ondernemers in het gebied gist al veel langer. Ruim tien jaar geleden werd in de provincie afgesproken dat er 4.273 hectare (iets minder dan 6.000 voetbalvelden) grond in Gelderland zou worden ‘omgevormd’ tot natuur. Dat kan het stikstofprobleem deels oplossen, maar het geeft boeren en ondernemers het gevoel dat ze letterlijk worden weggedrukt. Dat gevoel werd alleen maar sterker toen de provincie in maart de nieuwe plannen presenteerde.
Het sentiment werd zichtbaar toen gedeputeerde Ans Mol eind maart haar beleid kwam uitleggen in de Winterswijkse schouwburg De Storm. Boeren hadden trekkers op het plein gezet, er hingen spandoeken. Mol probeerde in de zaal uit te leggen dat ze niet anders kon dan stevige maatregelen nemen, en dat de zogenoemde stroken van vijfhonderd meter zelfs niet genoeg zijn.
Aanwezigen riepen dat het „een ramp” is, dat ze „de BBB in het zadel hebben geholpen” en nu met „deze ellende” zitten. Verniel die natuur maar, riep iemand. Toen kwam Stefan te Selle het podium op. Hij las een vlammende verklaring voor. De belangrijkste vragen van mensen, zegt hij, waren helemaal niet beantwoord. „Wat kan ik nog wel? Wat mág ik nog wel? Of wanneer? En hoe?” Te Selle vroeg mensen om te gaan staan als ze de plannen afwijzen. Dat deed bijna iedereen. Zijn laatste woorden gingen bijna verloren in een daverend applaus: „Bezint eer ge begint.”
Met maatregelen die zoveel impact hebben op bedrijven, is het niet wijs om in één keer te zeggen wat de regels zijn. Overleg is nodig
Daarna was het een tijdje stil, en voerden ten Dolle en Te Selle namens boeren en ondernemers uit de omgeving gesprekken met het provinciebestuur. Tot de provincie Gelderland begin juli weer met plannen kwam. De provincie suggereerde „denkrichtingen” voor de circa achthonderd bedrijven in de stroken in Gelderland: energiebesparing en schonere stookinstallaties voor bedrijven en zwembaden, bijvoorbeeld. Voor boeren zouden er uitstootnormen kunnen komen en betere stallen, en moet minder mest worden gebruikt. Er ligt nog niets vast, benadrukte de provincie. „Meedenken? Dat kan!”
Maar de grootste verrassing voor de boeren en ondernemers in Winterwijk: mogelijk komen daar toch géén stikstofstroken. Eerst wordt gekeken wat boeren en bedrijven sinds 2018 al hebben gedaan aan het verminderen van hun uitstoot en wordt nagedacht over nieuwe maatregelen. Als die genoeg opleveren, dan is de provincie bereid om af te zien van stroken rond Winterswijk – hoeveel ‘genoeg’ is, wil de provincie komend najaar bepalen.
Samen met het waterschap en inwoners, ondernemers, bedrijven en maatschappelijke organisaties in het gebied zal worden nagedacht over minder stikstofuitstoot en het creëren van een „welvarend platteland”. De komende twee jaar wordt gewerkt aan een plan voor het ruilen van kavels, waardoor ondernemers verder kunnen en natuurherstel wordt bevorderd.
Het is wat er al jaren gebeurt, maar dan in een nieuw jasje gestoken.
‘Perspectief’ voor de regio
Ans Mol, die ervoor kiest om vragen van NRC schriftelijk te beantwoorden, laat weten dat de nieuwe voorstellen „perspectief” bieden voor de hele regio. Ook kleine uitstoot bij mensen thuis, zoals van een barbecue of houtvuur, zou eerst aan banden gelegd worden, maar dat vindt de provincie bij nader inzien „te diep ingrijpen in de persoonlijke levens van mensen terwijl de opbrengst relatief beperkt is”.
Tegelijk staat heel veel nog niet vast. Nog altijd is niet duidelijk met welke maatregelen mensen precies te maken krijgen. Of de ‘denkrichtingen’ juridisch haalbaar zijn is niet bekend; niet of ze praktisch uitvoerbaar zijn, niet hoeveel stikstofreductie ze zouden opleveren. Mol: „Met maatregelen die zoveel impact hebben op bedrijven, is het niet wijs om in één keer te zeggen wat de regels zijn, overleg is echt nodig, daarom gaat zo’n proces stap voor stap.”
Het leidt tot een zéér langzaam proces, waarin maanden voorbij gaan waarin vrijwel geen vordering wordt gemaakt – echte besluiten zijn nog altijd nauwelijks genomen. En dat alles met een kabinet dat demissionair is en belangrijke besluiten voor zich uitschuift.
Mol, schriftelijk: „Het onderwerp is nationaal weliswaar niet controversieel verklaard, maar het is ook eerlijk om vast te stellen dat we nu van het Rijk niet genoeg helderheid kunnen verwachten over het stikstofbeleid dat op de langere termijn gevoerd gaat worden. De situatie is zo urgent dat wachten niet mogelijk is.” Zij heeft er nog vertrouwen in dat het kán, Gelderland „van het slot”.
Melkveehouder Stefan te Selle: „Ik heb het gevoel dat ze nu zeggen: we maken een pas op de plaats, we zijn te hard gegaan en we gaan weer in overleg.”
Foto Eric Brinkhorst
Melkveehouder Stefan te Selle moet „het allemaal nog zien”. Toch is hij blij dat de provincie weer wil samenwerken. „Ik heb het gevoel dat ze nu zeggen: we maken een pas op de plaats, we zijn te hard gegaan en we gaan weer in overleg.”
Maar of het snel genoeg gaat? Hij vertelt over de dierenartsenpraktijk in de buurt die gaat stoppen, omdat er te weinig toekomst in het vak zit. Te veel boeren stoppen ermee. „Wij zien al langer dat het verenigingsleven achteruit gaat, dat scholen hun klassen minder goed kunnen vullen. De hele stikstofdiscussie gaat uiteindelijk over leefbaarheid, en dat is waar mijn angst ligt: dat we hier straks niet meer goed kunnen leven met z’n allen.”
Lees ook
De melkveehouder ‘huilde, vocht en raakte geïsoleerd’ – tot het niet meer ging
Voor Bo Salomons is het even slikken. Een week geleden ontvangt hij een sommatiebrief waarin hem een rechtszaak in het vooruitzicht wordt gesteld vanwege het artikel ‘De uitsluiting van GL/PvdA’ dat hij eerder deze maand op het linkse weblog Doorbraak plaatste.
In het artikel vestigt hij de aandacht op een tweet van Mark Smits – de VVD-fractievoorzitter van de Provinciale Staten Gelderland. Die noemt Frans Timmermans „de grootste opruier van Nederland” en schrijft: „Extreem-links heeft een gezicht. Wat mij betreft mag de VVD nooit, maar dan ook nooit, in zee gaan met GL/PvdA.”
De VVD’er reageert met de tweet op een bericht van de linkse partijleider over „de stilstand in Nederland na decennia rechts beleid”. Volgens Timmermans groeien kinderen daardoor op in slechte huizen, wonen jongeren langer bij hun ouders en kunnen senioren geen geschikt appartement vinden.
Salomons gebruikt de tweet van Smits als aanleiding voor een breder verhaal waarin hij aan de hand van verschillende voorbeelden een campagne van rechtse partijen tegen GroenLinks-PvdA signaleert en de vrees uitspreekt dat er een cordon sanitaire rond de linkse partij wordt opgetrokken. Het artikel gaat vergezeld van een foto van VVD-fractievoorzitter Smits met het onderschrift: „Extreem-rechts heeft een gezicht.”
Intimiderend
Anderhalve week later ontvangen Salomons en weblog Doorbraak een sommatie. Per aangetekende post wordt namens Smits geëist dat het artikel binnen vijf dagen wordt verwijderd omdat sprake is van een onrechtmatige publicatie en aantasting van de eer en goede naam van de VVD-fractievoorzitter. Ook eist Smit 7.500 euro immateriële schadevergoeding.
Gaan Doorbraak.eu en Salomons niet over tot verwijdering, dan zal namens Smits een juridische procedure gestart worden waarin naast rectificatie en verwijdering een hogere schadevergoeding én de volledige vergoeding van de proceskosten worden gevorderd. De brief, die NRC heeft ingezien, is afgedrukt op het zakelijke briefpapier van Smits Legal Bedrijfsjuristen: het incasso- en adviesbureau van Smits zelf. Hij is geschreven door een van Smits’ medewerkers.
„In het begin schrik je even”, vertelt Salomons telefonisch. „Maar ik ben gespecialiseerd in vrijheid van meningsuiting en zag al snel dat dit eigenlijk een soort SLAPP-zaak was.” Salomons, in het dagelijks leven werkzaam bij de FNV, doelt op Strategic Lawsuits Against Public Participation: rechtszaken die worden gestart door kapitaalkrachtige private partijen om kritische journalisten en activisten het zwijgen op te leggen.
Lees ook
Lees ook: Journalisten en activisten krijgen vaker te maken met SLAPPs
Zo’n zaak kan intimiderend werken, zegt Salomons, ook al heb je juridisch gelijk. „Je hebt alsnog een advocaat nodig om je te verdedigen en moet er veel tijd in steken. Zelfs als je de rechtszaak wint, dekt een proceskostenvergoeding die de rechter oplegt, niet de daadwerkelijk gemaakte kosten van een advocaat.”
Filmpje
Salomons en Doorbraak lieten de sommatiedeadline van maandag verlopen. Wel pasten ze de foto van Smits bij het artikel aan. Bij het oorspronkelijke stuk stond een still uit een filmpje van Smits en zijn incassobureau en volgens de VVD’er is dat beeld auteursrechtelijk beschermd. Omdat Doorbaak en Salomons niet zeker wisten of ze het juridische recht hadden de afbeelding te gebruiken, is die vervangen door een afbeelding van Smits bij de Provinciale Staten.
Dat Smits in de sommatie vroeg om de volledige verwijdering van het artikel en een schadevergoeding van 7.500 euro, vindt hij in retrospect ongelukkig
In gesprek met NRC zegt de VVD-fractievoorzitter dat hij „absoluut niet” journalisten de mond wil snoeren. „Ik vond het niet zo erg wat geschreven werd.” Volgens Smits was het hem enkel om het beeld te doen. Dat was afkomstig uit een filmpje van zijn incassobureau waarvoor hij betaald had. „Die foto wordt zakelijk gebruikt en werd nu in rechts-extremistisch daglicht geplaatst. Daar maakte ik bezwaar tegen.”
Dat Smits in de sommatie echter ook vroeg om de volledige verwijdering van het artikel en een schadevergoeding van 7.500 euro, vindt hij in retrospect ongelukkig. „Ik had daar misschien scherper op moeten zijn.”
Nadat Salomons en Doorbaak de dreigbrief van Smits dinsdag via een nieuw artikel bekendmaakten, zegt Smits zelf bedreigd te zijn. Zo heeft hij ongewenste telefoontjes ontvangen en zouden er – blijkens zijn cameradeurbel – mensen voor zijn huis gestaan hebben. De fractievoorzitter zegt de hele nacht wakker te hebben gelegen van de kwestie en wijst erop dat ook zijn gezin eronder lijdt.
De VVD’er heeft vanwege de situatie X (het voormalige Twitter) verlaten en zegt dat Doorbraak en Salomons geen juridische acties meer van hem hoeven te verwachten. „Ik wil er graag een streep onder zetten.”
Bezuinigingen bij toezichthouders op Amerikaanse geheime diensten als de CIA, FBI en NSA.
De benoeming van Trump-loyalisten als Tulsi Gabbard, John Ratcliffe, en Kash Patel in de top van diezelfde diensten.
Een toezichtscommissie in het Congres die meebuigt met de politieke wensen van de president en zijn staf in het Witte Huis.
Er zijn vertrouwenwekkender signalen geweest over misschien wel de machtigste inlichtingendiensten ter wereld en hun inbedding in democratie en rechtsstaat. De stormachtige ontwikkelingen van het laatste halfjaar roepen ook binnen de Nederlandse inlichtingenwereld vragen op over dé hoeksteen van het werk van de AIVD en de MIVD: de decennialange en vaak zeer intensieve samenwerking met de Amerikaanse collega’s. Wordt die beïnvloed door de Trump-troubles, en zo ja, op welke manier? En hoe gevaarlijk is dat?
Na een kleine reis door de geschiedenis van een sowieso geregeld turbulente relatie, en gesprekken met twee oud-inlichtingenmedewerkers die zelf nauw met de VS samenwerkten, luidt de slotsom: verwijdering tussen Amerikaanse en Nederlandse diensten lijkt onontkoombaar, waardoor de kans navenant groter wordt dat bedreigingen van westerse belangen niet tijdig worden opgemerkt. Nederlandse diensten kunnen intussen slechts doen wat ze volgens de wet altijd al geacht worden te doen: zorgvuldig, en waar nodig omzichtig omgaan met hun Amerikaanse contacten. „Een beetje zoals twee vrijende egeltjes”, zoals Pieter Cobelens het uitdrukt.
Voor de oud-MIVD-chef (2006-2011) staat één ding vast: wat er nu gebeurt in de VS, is anders dan anders en gaat veel verder dan de daar gebruikelijke wisseling van de wacht in ambtenarij en krijgsmacht. „De huidige president van de VS is een beetje bezig de democratie uit te hollen”, zegt Cobelens. „Als dat in Nederland was gebeurd, zou dat voor mij aanleiding zijn geweest om als diensthoofd af te treden. Een democratie heeft, gezien de ingrijpende bevoegdheden van de diensten, fatsoenlijke waarborgen nodig om machtsmisbruik te voorkomen en te zorgen dat er goede informatie komt. Anders kun je als dienst niet werken.”
Professionaliteit en neutraliteit
Hugo Vijver werkte zo’n vijftien jaar samen met Amerikaanse inlichtingenmedewerkers. Vanaf 2005 gebeurde dat in het Caribisch gebied. Voor de AIVD moest hij inschatten hoe serieus de dreiging was van Venezuela en diens dictator Hugo Chávez richting de Antillen. Chávez maakte in die jaren toespelingen op een eventuele aanval op Aruba, Bonaire of Curaçao . Dat wekte niet alleen de zorg van Den Haag maar ook die van Washington. Vijver: „De Antillen zijn de achtertuin van de VS. Die hebben er grote economische belangen en een legerbasis op Curaçao.”
Aan de gewonnen professionaliteit en neutraliteit wordt nu weer afbreuk gedaan
Vijver viel de professionaliteit op van de Amerikanen, en de politieke neutraliteit van de inlichtingenwereld die zowel Democratische als Republikeinse regeringen kon bedienen. De kwaliteiten waren mede het resultaat van ingrijpende hervormingen, volgend op de schandalen rond de CIA. Die was in de jaren zeventig en tachtig betrokken bij coups zoals die in 1973 tegen de democratisch gekozen president Salvador Allende in Chili. Ook waren harde lessen getrokken uit het niet zien aankomen van de verwoestende aanval van Al-Qaida-terroristen op het World Trade Center in New York en het Pentagon nabij Washington.
Het hoofdkantoor van de AIVD in Zoetermeer. Foto Remko de Waal/ANP
Aan de gewonnen professionaliteit en neutraliteit „wordt nu weer afbreuk gedaan”, zegt Vijver. „Het kan niet anders dan dat de ontwikkelingen van de laatste tijd gevolgen hebben, of snel gaan hebben voor de samenwerking met onze diensten.”
Sinds 2018 zijn AIVD en MIVD verplicht hun samenwerking met andere diensten te toetsen op belangrijke zaken als professionaliteit en rechtsstatelijke waarborgen. „Dat zal nu gebeuren, of is al gebeurd”, stelt Vijver. In de wet staat immers dat deze weging ‘periodiek’ moet geschieden, én ‘als daar aanleiding toe bestaat’. „Naar buiten toe wordt over het resultaat daarvan niets medegedeeld.”
In sneltreinvaart somt de oud-analist, nu publicist, de meest zorgelijke ontwikkelingen op. Qua professionaliteit en kwaliteit noemt Vijver de invloed van het aanbod van de regering-Trump aan alle medewerkers van de CIA om met een premie te vertrekken. Het aanbod was bedoeld als bezuiniging én zuivering. „Voor wie de lijn van Trump niet bevalt, is het nú tijd om te vertrekken”, zei CIA-baas John Ratcliffe. Wie precies van het aanbod gebruik maakte, weet Vijver niet. „Maar de ervaring leert dat de besten daarvan gebruik maken, en dat dit dus een braindrain tot gevolg heeft.”
Dan de onzorgvuldigheid waarmee Trump en de zijnen omgingen met staatsgeheim materiaal, of geheime gesprekken. De president nam na zijn vertrek uit het Witte Huis in 2021 veel staatsgeheim materiaal mee naar zijn privé-domein in Mar-a-Lago en werd daarvoor aangeklaagd. Tulsi Gabbard, de huidige inlichtingenchef (Director of National Intelligence) sprak in januari 2017 privé met de Syrische leider Bashar al-Assad waarbij alleen een Russische tolk in de buurt was. Defensieminister Pete Hegseth liet in maart van dit jaar een journalist van The Atlantic en familieleden meekijken in een appgroep waar een Amerikaanse luchtaanval op de Houthi’s in Jemen werd voorbereid.
En tot slot: de neutraliteit van de diensten, of liever, het gebrek eraan, aldus Vijver. „Tulsi Gabbard die eerst had gezegd dat het Iraans atoomprogramma geen dreiging voor Amerikaanse belangen inhield, maar dat inslikte toen Trump haar openlijk corrigeerde.” Maar ook: de manier waarop de FBI nu wordt betrokken bij het aanklagen van iedereen bij het overheidsapparaat die betrokken was bij de rechtsvervolging van de mensen die het Capitool bestormden, op 6 januari 2021. En ook oud-president Barack Obama is inmiddels in het vizier van de Trump-getrouwen. Volgens Gabbard en minister van Justitie Pam Bondi zouden de Democraten onwettige acties hebben opgezet om Trump in verband te brengen met Rusland. „Dat heeft alles heeft veel weg”, zegt Vijver „van een heksenjacht waarbij de neutraliteit van de diensten verdwijnt. Medewerkers van Nederlandse diensten zullen een en ander ongetwijfeld opmerken en volgen.”
De diepgewortelde instelling van AIVD- en MIVD-medewerkers is sowieso altijd: ‘We vertrouwen eigenlijk niemand’
Continuïteit
Zorgen genoeg dus. Maar wat dit betekent voor het dagelijks werk van de Nederlandse inlichtingendiensten en hun samenwerking met de VS, is veel moeilijker te achterhalen. Sinds de toezichthouder op de Nederlandse diensten (CTIVD) over die samenwerking begon te schrijven (vanaf 2006), kwam één thema vaak terug: dat van grote continuïteit in de relatie. Dat kwam niet alleen door de voor de hand liggende, enorme gezamenlijke veiligheidsbelangen. Het is nu eenmaal veel gemakkelijker, schreef de CTIVD, om nieuwe kandidaten voor samenwerking met AIVD en MIVD te toetsen op criteria zoals professionaliteit en rechtsstatelijkheid, dan samenwerking met oude vertrouwde bondgenoten op andere leest te schoeien. „Het toetsen van een dienst bij aanvang van een samenwerking is relatief overzichtelijk”, schreef de toezichthouder in 2018. „Het is echter lastiger om bestaande samenwerkingen periodiek te herijken, mede doordat er sprake is van vertrouwensrelaties, afhankelijkheden en operationele verwevenheid.”
Daar komt nog iets anders bij, vertelt oud-MIVD-chef Cobelens. De diepgewortelde instelling van AIVD- en MIVD-medewerkers is sowieso altijd: „We vertrouwen eigenlijk niemand.” Gegevens, tips, inlichtingen: er wordt informatie gedeeld als dat strikt noodzakelijk is (het need to know-principe). Dat geldt binnen het gebouw van de AIVD in Zoetermeer en de Frederikkazerne in Den Haag (MIVD), en al helemaal in het contact met medewerkers van andere landen, zegt hij. „Ook die van de VS.”
De observatie van Cobelens sluit aan bij wat historicus Cees Wiebes in 2016 schreef in zijn boek Samen met de CIA (2016): „Er is zelden sprake van bevriende diensten. (…) De Nederlandse diensten moeten zich omzichtig begeven in het internationale speelveld.” Daarbij kwamen de Nederlanders ook regelmatig tegenover de VS te staan. Al in de jaren vijftig werd de CIA ervan beschuldigd activiteiten op Nederlandse bodem uit te voeren, dit buiten medeweten van Nederlandse diensten om.
Een halve eeuw later, in 2005, kwam het om die reden zelfs tot de uitwijzing door Nederland van de CIA-chef in ons land, nota bene op aandringen van de AIVD. CIA-agenten hadden buiten de dienst om geprobeerd afluisterapparatuur te plaatsen in het huis van een Nederlandse zakenman die ook al afgeluisterd werd door de AIVD.
Zodra Amerikanen merken dat Nederlanders minder scheutig worden met delen van belangrijke inlichtingen – wat voor de hand ligt – gaan er meteen telefoontjes naar Den Haag
Harde les van 9/11
Ook in tijden van botsingen waren de gemeenschappelijke belangen van CIA en AIVD om het Westen gezamenlijk te beschermen tegen bijvoorbeeld Russische invloed of jihadistische dreigingen veel zwaarwegender, stelt Vijver. Daardoor zullen volgens hem (nog) geen grote veranderingen optreden. Bovendien zijn de Amerikaanse diensten niet de gemakkelijkste in de omgang, zegt hij uit eigen ervaring, wat intimiderend werkt op bondgenoten en daarmee snelle veranderingen afremt. „Amerikaanse diensten gaan, meer nog dan andere, uit van het principe: Voor wat, hoort wat. Zodra ze merken dat Nederlanders minder scheutig worden met het delen van belangrijke inlichtingen – wat voor de hand ligt – gaan er meteen telefoontjes naar Den Haag. De Amerikanen zullen sterk reageren en zelf ook minder delen.”
Het hoofdkwartier van de MIVD op het terrein van de Frederikkazerne in Den Haag. Foto Laurens van Putten/ANP
Daar wordt niemand beter van, concludeert Vijver. „Want dan krijg je een gevaarlijke spiraal naar beneden. De kern van het inlichtingenwerk is juist om te proberen de juiste puzzelstukjes naast elkaar te leggen. Dat was bijvoorbeeld de harde les van 11 september. Toen bleek dat allerlei diensten in de aanloop naar de aanslagen langs elkaar heen hadden gewerkt.”
Ondanks de historische kracht van de samenwerking zit er onmiskenbaar verandering in de lucht, denken oud-MIVD-chef Cobelens en voormalig AIVD-analist Vijver. Het kan bijvoorbeeld gaan om het voorzichtiger worden bij het delen van informatie over politiek gevoelige onderwerpen als het atoomprogramma van Iran of kennis over Rusland en Oekraïne, landen waar Nederlandse diensten vanouds ook bronnen hebben.
Eigen satellieten
Beide inlichtingenexperts noemen daarnaast technologie als domein waar de veranderingen in de relatie tussen de diensten zichtbaar zullen worden. Ze wijzen op de investeringen die de krijgsmacht van Nederland op dit moment doet in eigen satellieten, drones en andere verkenningsmiddelen. „Dit is cruciaal voor het verwerven van eigen inlichtingen, los van de VS”, zegt Vijver.
Daarnaast is Cobelens al acht jaar bezig met een commercieel programma voor Nederland en Europese partners om data op eigen servers en andere digitale opslagruimtes op te slaan. Aanvankelijk gebeurde dat onder de vlag van betere beveiliging tegen Russische hackers en criminele bendes.
Inmiddels is daar ook het politieke doel van ‘strategische autonomie’ bijgekomen, zegt Cobelens. Met andere woorden, minder afhankelijkheid van Amerikaanse clouddiensten. „Het streven naar versteviging van de eigen digitale infrastructuur stond in het vorige verkiezingsprogramma van de VVD uit 2023”, zegt Cobelens; hij schreef er zelf aan mee. De betreffende paragraaf is in het nieuwe verkiezingsprogramma aangescherpt, bleek afgelopen zaterdag. De VVD wil „dat Nederland en Europa minder afhankelijk worden van Amerikaanse software, clouddiensten en datacentra”. Ook bepleit de partij „een sterke Europese samenwerking op het gebied van cyberveiligheid en inlichtingen”. De liberalen streven naar een Europese hoogwaardige inlichtingengemeenschap (Europese ‘Five Eyes’) zonder de VS.
Lees ook
MIVD: overheid en bedrijven moeten meer data delen om Nederland te verdedigen tegen cyberdreiging